Orthopedagogie : Toegepaste jeugdcriminologie - Professionele bachelor
De bacheloropleiding Orthopedagogie leidt je op tot een professional die op een correcte en positieve manier mensen met moeilijke opvoedingssituaties, verslavingsproblematieken of andere problemen begeleidt.
Algemeen
Op je programma staan daarom vakken als pedagogie, orthopedagogie, psychologie, sociologie en (ortho)pedagogiek.
Ook complexe contexten en thema’s komen aan bod, zoals psychische stoornissen, problematische (gezins)situaties, verslaving en rouw.
Natuurlijk blijft het niet bij praktijk alleen. Je krijgt heel wat kansen om je praktische vaardigheden te trainen, zowel op school als bij voorzieningen of organisaties uit de buurt.
Afhankelijk van de hogeschool waar je deze opleiding volgt kies je voor een afstudeerrichting. Let op: niet alle hogescholen bieden alle afstudeerrichtingen aan. Ook per campus zijn er soms verschillen. Meer info hieronder.
In de afstudeerrichting Toegepaste Jeugdcriminologie focus je op jeugddelinquentie, anti-sociaal gedrag bij kinderen/jongeren, pesten en cyberpesten, stalken, steaming en jeugdvandalisme en leer je hoe je daar correct mee omgaat en hen kan begeleiden.
Doorheen de opleiding vormen projectwerk, stages, seminaries en een aan de praktijk gelinkt eindwerk een belangrijk deel van het programma.
En wil je naar het buitenland? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Is deze opleiding iets voor jou?
Je werkt graag met jongeren. Voor jongeren in een probleemsituatie wil je verschil maken.
Je bent open minded en creatief. Je denkt praktisch en werkt graag in een team.
Aanvullende info:
Studiepunten
180
Orthopedagogie : Toegepaste jeugdcriminologie - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
De bacheloropleiding Orthopedagogie leidt je op tot een professional die op een correcte en positieve manier mensen met moeilijke opvoedingssituaties, verslavingsproblematieken of andere problemen begeleidt.
Algemeen
Op je programma staan daarom vakken als pedagogie, orthopedagogie, psychologie, sociologie en (ortho)pedagogiek.
Ook complexe contexten en thema’s komen aan bod, zoals psychische stoornissen, problematische (gezins)situaties, verslaving en rouw.
Natuurlijk blijft het niet bij praktijk alleen. Je krijgt heel wat kansen om je praktische vaardigheden te trainen, zowel op school als bij voorzieningen of organisaties uit de buurt.
Afhankelijk van de hogeschool waar je deze opleiding volgt kies je voor een afstudeerrichting. Let op: niet alle hogescholen bieden alle afstudeerrichtingen aan. Ook per campus zijn er soms verschillen. Meer info hieronder.
In de afstudeerrichting Toegepaste Jeugdcriminologie focus je op jeugddelinquentie, anti-sociaal gedrag bij kinderen/jongeren, pesten en cyberpesten, stalken, steaming en jeugdvandalisme en leer je hoe je daar correct mee omgaat en hen kan begeleiden.
Doorheen de opleiding vormen projectwerk, stages, seminaries en een aan de praktijk gelinkt eindwerk een belangrijk deel van het programma.
En wil je naar het buitenland? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Is deze opleiding iets voor jou?
Je werkt graag met jongeren. Voor jongeren in een probleemsituatie wil je verschil maken.
Je bent open minded en creatief. Je denkt praktisch en werkt graag in een team.
Studiepunten
180
Instellingen:
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Orthopedagogie
Afstudeerrichting: Toegepaste jeugdcriminologie
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Gedragswetenschappen, Opvoedkunde, Psychologie, Sociale wetenschappen,
Andere Afstudeerrichtingen
De andere afstudeerrichtingen van Orthopedagogie zijn:
Orthopedagogie (Professionele bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Beroepsuitwegen
De invulling van de job verschilt naargelang de plaats van tewerkstelling.
Algemeen kan men stellen dat een opvoeder werkt met personen van alle leeftijden die omwille van problemen van verschillende aard (verstandelijke, motorische, sensorische handicap, problemen van psychosociale aard) aangewezen zijn op een tijdelijke of blijvende ondersteuning.
Het werk valt ook samen met situaties uit het dagelijkse leven: opvoeding, verzorging, animatie.
Dit kan plaatsvinden in het thuismilieu, de werksituatie, de school, het vrijetijdsmilieu.
De sectoren waarin opvoeders over het algemeen worden tewerkgesteld zijn de bijzondere jeugdbijstand, algemeen welzijnswerk, begeleiding etnische minderheden, geestelijke gezondheid, personen met een handicap, (ped)agogisch werkveld.
Hieronder volgt een beschrijving van het beroep in de verschillende tewerkstellingsplaatsen:
- Bijzondere jeugdbijstand:
Beroepsbeschrijving: richt zich tot kinderen, jongeren en gezinnen waar de opvoeding, de ontwikkeling of het welzijn bedreigd zijn.
Zowel individuele als groepsbegeleiding behoren tot het takenpakket van de opvoeder.
Concreet kan dit betekenen: een veilig en gestructureerd leefklimaat creëren, groepsactiviteiten aanbieden, individuele gesprekken voeren.
Uitwegen: begeleidingstehuizen, onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, dagcentra, thuisbegeleidingsdiensten, diensten begeleid zelfstandig wonen, pleegzorgdiensten, gemeenschapsinstellingen.
- Algemeen welzijnswerk:
Beroepsbeschrijving: de opvoeder staat in voor de begeleiding en werkt aan de verbetering van de cliënt en zijn context.
Uitwegen: centra algemeen welzijnswerk (CAW), diensten voor begeleid wonen, jongereninformatiepunten, jongerenadviescentra (JAC).
- Begeleiding etnische minderheden:
Beroepsbeschrijving: het organiseren van het dagelijkse leven, het individueel begeleiden van asielzoekers, begeleiden van jonge minderjarige asielzoekers.
Uitwegen: stedelijke integratiecentra, onthaalcentra voor nieuwkomers, zelforganisaties van allochtonen, open en gesloten asielcentra, OKAN-klassen (= onthaalklassen voor anderstaligen).
- Geestelijke gezondheidszorg:
Beroepsbeschrijving: de opvoeder werkt als basiswerker in de leefgroep.
Samen met het team creëert hij een therapeutisch leefklimaat en is verantwoordelijk voor het activiteitenaanbod.
Uitwegen: diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie, psychiatrische verzorgingstehuizen, centra beschut wonen, activiteitencentra, centra voor arbeidszorg, centra voor arbeidstrajectbegeleiding, dagcentra, therapeutische gemeenschappen.
- Personen met een handicap:
Beroepsbeschrijving: de opvoeder besteedt aandacht aan verzorgingsmomenten, maaltijdsituaties, vergroot de zelfredzaamheid, bevordert de communicatie, organiseert de vrije tijd, wordt ingeschakeld in de dagbesteding of begeleidt in klassituaties.
Uitwegen: dagcentra, tehuizen voor (niet-)werkenden, diensten voor kortopvang, (semi-)internaten, vroeg- en thuisbegeleidingsdiensten, vormingsdiensten, jobcentra of vrijetijdsdiensten, beschutte werkplaatsen.
- Zorg voor ouderen:
Beroepsbeschrijving: organiseren van activiteiten ter invulling van de dagbesteding van senioren, werken als begeleider bij dementerende bejaarden of als animator.
Uitwegen: dienstencentrum of dagcentrum, rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen.
- (Ped)agogisch werkveld:
Beroepsbeschrijving: als studiemeester-opvoeder, internaatopvoeder of animator, begeleider in inclusief onderwijs.
Uitwegen: internaten, vormings- en jeugdcentra, jeugdhuizen, kinderboerderijen, scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs, zorg aan zieke kinderen.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Consulent welzijnswerk
Kinderbegeleider
Kinderbegeleider buitenschoolse kinderopvang
Opvoeder in onderwijsinstelling
Opvoeder-begeleider
( knelpuntberoep)
Straathoekwerker
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
7e leerjaar gericht op het hoger onderwijs (BSO) | 45 | 5,52 | 45,0 | 7 | 12 | 8 | 7 | 8 | 3 |
Boekhouden - informatica (TSO) | 41 | 0,89 | 66,4 | 2 | 5 | 7 | 12 | 12 | 3 |
Economie-moderne talen (ASO) | 309 | 1,15 | 85,6 | 10 | 12 | 21 | 39 | 212 | 15 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 627 | 9,77 | 69,5 | 47 | 70 | 77 | 123 | 292 | 18 |
Handel (TSO) | 197 | 1,51 | 64,0 | 22 | 29 | 17 | 38 | 77 | 14 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1708 | 6,21 | 86,8 | 28 | 69 | 87 | 250 | 1213 | 61 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 505 | 19,62 | 64,9 | 33 | 65 | 74 | 113 | 200 | 20 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 132 | 1,64 | 29,2 | 36 | 29 | 18 | 18 | 7 | 24 |
Kinderzorg (BSO) | 194 | 3,88 | 39,8 | 45 | 35 | 30 | 32 | 26 | 26 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 44 | 0,67 | 88,3 | 0 | 1 | 1 | 9 | 30 | 3 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 170 | 2,17 | 55,8 | 23 | 28 | 26 | 32 | 49 | 12 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 58 | 0,59 | 93,8 | 1 | 1 | 0 | 5 | 51 | 0 |
Onthaal en public relations (TSO) | 64 | 4,03 | 63,2 | 13 | 3 | 4 | 25 | 17 | 2 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 88 | 3,40 | 47,4 | 7 | 25 | 16 | 24 | 12 | 4 |
Secretariaat-talen (TSO) | 102 | 2,52 | 57,2 | 11 | 18 | 17 | 16 | 33 | 7 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 2190 | 8,39 | 70,2 | 122 | 242 | 241 | 511 | 1007 | 67 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 209 | 2,42 | 36,0 | 53 | 52 | 28 | 24 | 32 | 20 |
Toerisme (TSO) | 50 | 2,58 | 52,8 | 6 | 11 | 9 | 7 | 13 | 4 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 55 | 0,13 | 91,4 | 0 | 1 | 3 | 7 | 43 | 1 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 30 | 1,65 | 37,1 | 9 | 6 | 3 | 6 | 3 | 3 |
Woordkunst-drama (KSO) | 45 | 4,17 | 72,0 | 2 | 5 | 5 | 11 | 21 | 1 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 15-09-2023 |
Orthopedagogie : Toegepaste jeugdcriminologie - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
De bacheloropleiding Orthopedagogie leidt je op tot een professional die op een correcte en positieve manier mensen met moeilijke opvoedingssituaties, verslavingsproblematieken of andere problemen begeleidt.
Algemeen
Op je programma staan daarom vakken als pedagogie, orthopedagogie, psychologie, sociologie en (ortho)pedagogiek.
Ook complexe contexten en thema’s komen aan bod, zoals psychische stoornissen, problematische (gezins)situaties, verslaving en rouw.
Natuurlijk blijft het niet bij praktijk alleen. Je krijgt heel wat kansen om je praktische vaardigheden te trainen, zowel op school als bij voorzieningen of organisaties uit de buurt.
Afhankelijk van de hogeschool waar je deze opleiding volgt kies je voor een afstudeerrichting. Let op: niet alle hogescholen bieden alle afstudeerrichtingen aan. Ook per campus zijn er soms verschillen. Meer info hieronder.
In de afstudeerrichting Toegepaste Jeugdcriminologie focus je op jeugddelinquentie, anti-sociaal gedrag bij kinderen/jongeren, pesten en cyberpesten, stalken, steaming en jeugdvandalisme en leer je hoe je daar correct mee omgaat en hen kan begeleiden.
Doorheen de opleiding vormen projectwerk, stages, seminaries en een aan de praktijk gelinkt eindwerk een belangrijk deel van het programma.
En wil je naar het buitenland? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Is deze opleiding iets voor jou?
Je werkt graag met jongeren. Voor jongeren in een probleemsituatie wil je verschil maken.
Je bent open minded en creatief. Je denkt praktisch en werkt graag in een team.
Studiepunten
180
Instellingen:
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Orthopedagogie
Afstudeerrichting: Toegepaste jeugdcriminologie
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Gedragswetenschappen, Opvoedkunde, Psychologie, Sociale wetenschappen,
Andere Afstudeerrichtingen
De andere afstudeerrichtingen van Orthopedagogie zijn:
Orthopedagogie (Professionele bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Beroepsuitwegen
De invulling van de job verschilt naargelang de plaats van tewerkstelling.
Algemeen kan men stellen dat een opvoeder werkt met personen van alle leeftijden die omwille van problemen van verschillende aard (verstandelijke, motorische, sensorische handicap, problemen van psychosociale aard) aangewezen zijn op een tijdelijke of blijvende ondersteuning.
Het werk valt ook samen met situaties uit het dagelijkse leven: opvoeding, verzorging, animatie.
Dit kan plaatsvinden in het thuismilieu, de werksituatie, de school, het vrijetijdsmilieu.
De sectoren waarin opvoeders over het algemeen worden tewerkgesteld zijn de bijzondere jeugdbijstand, algemeen welzijnswerk, begeleiding etnische minderheden, geestelijke gezondheid, personen met een handicap, (ped)agogisch werkveld.
Hieronder volgt een beschrijving van het beroep in de verschillende tewerkstellingsplaatsen:
- Bijzondere jeugdbijstand:
Beroepsbeschrijving: richt zich tot kinderen, jongeren en gezinnen waar de opvoeding, de ontwikkeling of het welzijn bedreigd zijn.
Zowel individuele als groepsbegeleiding behoren tot het takenpakket van de opvoeder.
Concreet kan dit betekenen: een veilig en gestructureerd leefklimaat creëren, groepsactiviteiten aanbieden, individuele gesprekken voeren.
Uitwegen: begeleidingstehuizen, onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, dagcentra, thuisbegeleidingsdiensten, diensten begeleid zelfstandig wonen, pleegzorgdiensten, gemeenschapsinstellingen.
- Algemeen welzijnswerk:
Beroepsbeschrijving: de opvoeder staat in voor de begeleiding en werkt aan de verbetering van de cliënt en zijn context.
Uitwegen: centra algemeen welzijnswerk (CAW), diensten voor begeleid wonen, jongereninformatiepunten, jongerenadviescentra (JAC).
- Begeleiding etnische minderheden:
Beroepsbeschrijving: het organiseren van het dagelijkse leven, het individueel begeleiden van asielzoekers, begeleiden van jonge minderjarige asielzoekers.
Uitwegen: stedelijke integratiecentra, onthaalcentra voor nieuwkomers, zelforganisaties van allochtonen, open en gesloten asielcentra, OKAN-klassen (= onthaalklassen voor anderstaligen).
- Geestelijke gezondheidszorg:
Beroepsbeschrijving: de opvoeder werkt als basiswerker in de leefgroep.
Samen met het team creëert hij een therapeutisch leefklimaat en is verantwoordelijk voor het activiteitenaanbod.
Uitwegen: diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie, psychiatrische verzorgingstehuizen, centra beschut wonen, activiteitencentra, centra voor arbeidszorg, centra voor arbeidstrajectbegeleiding, dagcentra, therapeutische gemeenschappen.
- Personen met een handicap:
Beroepsbeschrijving: de opvoeder besteedt aandacht aan verzorgingsmomenten, maaltijdsituaties, vergroot de zelfredzaamheid, bevordert de communicatie, organiseert de vrije tijd, wordt ingeschakeld in de dagbesteding of begeleidt in klassituaties.
Uitwegen: dagcentra, tehuizen voor (niet-)werkenden, diensten voor kortopvang, (semi-)internaten, vroeg- en thuisbegeleidingsdiensten, vormingsdiensten, jobcentra of vrijetijdsdiensten, beschutte werkplaatsen.
- Zorg voor ouderen:
Beroepsbeschrijving: organiseren van activiteiten ter invulling van de dagbesteding van senioren, werken als begeleider bij dementerende bejaarden of als animator.
Uitwegen: dienstencentrum of dagcentrum, rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen.
- (Ped)agogisch werkveld:
Beroepsbeschrijving: als studiemeester-opvoeder, internaatopvoeder of animator, begeleider in inclusief onderwijs.
Uitwegen: internaten, vormings- en jeugdcentra, jeugdhuizen, kinderboerderijen, scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs, zorg aan zieke kinderen.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Consulent welzijnswerk
Kinderbegeleider
Kinderbegeleider buitenschoolse kinderopvang
Opvoeder in onderwijsinstelling
Opvoeder-begeleider
( knelpuntberoep)
Straathoekwerker
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
7e leerjaar gericht op het hoger onderwijs (BSO) | 45 | 5,52 | 45,0 | 7 | 12 | 8 | 7 | 8 | 3 |
Boekhouden - informatica (TSO) | 41 | 0,89 | 66,4 | 2 | 5 | 7 | 12 | 12 | 3 |
Economie-moderne talen (ASO) | 309 | 1,15 | 85,6 | 10 | 12 | 21 | 39 | 212 | 15 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 627 | 9,77 | 69,5 | 47 | 70 | 77 | 123 | 292 | 18 |
Handel (TSO) | 197 | 1,51 | 64,0 | 22 | 29 | 17 | 38 | 77 | 14 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1708 | 6,21 | 86,8 | 28 | 69 | 87 | 250 | 1213 | 61 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 505 | 19,62 | 64,9 | 33 | 65 | 74 | 113 | 200 | 20 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 132 | 1,64 | 29,2 | 36 | 29 | 18 | 18 | 7 | 24 |
Kinderzorg (BSO) | 194 | 3,88 | 39,8 | 45 | 35 | 30 | 32 | 26 | 26 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 44 | 0,67 | 88,3 | 0 | 1 | 1 | 9 | 30 | 3 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 170 | 2,17 | 55,8 | 23 | 28 | 26 | 32 | 49 | 12 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 58 | 0,59 | 93,8 | 1 | 1 | 0 | 5 | 51 | 0 |
Onthaal en public relations (TSO) | 64 | 4,03 | 63,2 | 13 | 3 | 4 | 25 | 17 | 2 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 88 | 3,40 | 47,4 | 7 | 25 | 16 | 24 | 12 | 4 |
Secretariaat-talen (TSO) | 102 | 2,52 | 57,2 | 11 | 18 | 17 | 16 | 33 | 7 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 2190 | 8,39 | 70,2 | 122 | 242 | 241 | 511 | 1007 | 67 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 209 | 2,42 | 36,0 | 53 | 52 | 28 | 24 | 32 | 20 |
Toerisme (TSO) | 50 | 2,58 | 52,8 | 6 | 11 | 9 | 7 | 13 | 4 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 55 | 0,13 | 91,4 | 0 | 1 | 3 | 7 | 43 | 1 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 30 | 1,65 | 37,1 | 9 | 6 | 3 | 6 | 3 | 3 |
Woordkunst-drama (KSO) | 45 | 4,17 | 72,0 | 2 | 5 | 5 | 11 | 21 | 1 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 15-09-2023 |