Vroedkunde - Professionele bachelor
De professionele bachelor Vroedkunde bereidt je voor om jonge ouders te begeleiden voor, tijdens en na de geboorte, in het ziekenhuis of bij hen thuis.
- Tijdens het eerste opleidingsjaar van de professionele bachelor Vroedkunde leer je alles over fysiologie, de wetenschap die zich focust op de normale werking van het lichaam. Je gaat dieper in op de kenmerken van een gezonde zwangerschap, bevalling en kraamperiode tot een jaar na de geboorte.
- Vanaf het tweede jaar richt je je op pathologie. Die wetenschap geeft je inzicht in problemen en verwikkelingen die optreden tijdens de zwangerschap, de bevalling of de weken daarna.
- In het laatste jaar ligt je focus op bijzondere aspecten van de menselijke voortplanting: hoogrisicozwangerschappen, intensieve neonatologie, fertiliteitsproblematiek, echografie en prenatale diagnostiek. Je bachelorproef is het sluitstuk van je opleiding.
Naast de vakken vroedkunde die de kern vormen van je studierichting, verdiep je je ook in ondersteunende disciplines zoals biomedische en sociale wetenschappen.
Theorie en praktijk nemen elk de helft van je programma in beslag.
Dankzij simulatieonderwijs vertrek je goed voorbereid naar het werkveld. Van reanimatie op een pasgeborene tot een acute bevalling: je kan je technieken en vaardigheden oefenen op hightech robots in een realistisch ingericht skillslab. Die oefensituaties leren je om samen te werken en klinisch te redeneren.
Om kennis te maken met alle domeinen waar je als vroedkundige actief kunt zijn, loop je ieder jaar stage. Hoe verder je vordert in de opleiding, hoe langer de duur.
Als afgestudeerde vroedkundige kan je aan de slag in een ziekenhuis, waar je in een multidisciplinair team samenwerkt met artsen. Je komt terecht in de verloskamer, op de kraamafdeling of op de dienst neonatologie, fertiliteit of gynaecologie. Of je kiest voor het statuut van zelfstandige en begeleidt jonge ouders bij hen thuis voor, tijdens en na de geboorte.
Is deze opleiding iets voor jou?
Verantwoordelijkheidszin, sociale vaardigheden en psychologisch inzicht zijn kenmerkend voor jou. Je werkt graag met mensen en hebt aandacht voor hun lichamelijke en psychosociale welzijn. Je communiceert en rapporteert efficiënt aan andere leden van je team. Ook als het minder goed loopt, ben je alert en stressbestendig. jJezelf voortdurend bijscholen vind je belangrijk. Nieuw leven fascineert je, net als het prille ouderschap. Je kijkt ernaar uit om ouders in spe te begeleiden tijdens hun zwangerschap, het geboorteproces en de kraamperiode.
Aanvullende info:
Studiepunten
180
Vroedkunde - Professionele bachelor |
Algemene info
De professionele bachelor Vroedkunde bereidt je voor om jonge ouders te begeleiden voor, tijdens en na de geboorte, in het ziekenhuis of bij hen thuis.
- Tijdens het eerste opleidingsjaar van de professionele bachelor Vroedkunde leer je alles over fysiologie, de wetenschap die zich focust op de normale werking van het lichaam. Je gaat dieper in op de kenmerken van een gezonde zwangerschap, bevalling en kraamperiode tot een jaar na de geboorte.
- Vanaf het tweede jaar richt je je op pathologie. Die wetenschap geeft je inzicht in problemen en verwikkelingen die optreden tijdens de zwangerschap, de bevalling of de weken daarna.
- In het laatste jaar ligt je focus op bijzondere aspecten van de menselijke voortplanting: hoogrisicozwangerschappen, intensieve neonatologie, fertiliteitsproblematiek, echografie en prenatale diagnostiek. Je bachelorproef is het sluitstuk van je opleiding.
Naast de vakken vroedkunde die de kern vormen van je studierichting, verdiep je je ook in ondersteunende disciplines zoals biomedische en sociale wetenschappen.
Theorie en praktijk nemen elk de helft van je programma in beslag.
Dankzij simulatieonderwijs vertrek je goed voorbereid naar het werkveld. Van reanimatie op een pasgeborene tot een acute bevalling: je kan je technieken en vaardigheden oefenen op hightech robots in een realistisch ingericht skillslab. Die oefensituaties leren je om samen te werken en klinisch te redeneren.
Om kennis te maken met alle domeinen waar je als vroedkundige actief kunt zijn, loop je ieder jaar stage. Hoe verder je vordert in de opleiding, hoe langer de duur.
Als afgestudeerde vroedkundige kan je aan de slag in een ziekenhuis, waar je in een multidisciplinair team samenwerkt met artsen. Je komt terecht in de verloskamer, op de kraamafdeling of op de dienst neonatologie, fertiliteit of gynaecologie. Of je kiest voor het statuut van zelfstandige en begeleidt jonge ouders bij hen thuis voor, tijdens en na de geboorte.
Is deze opleiding iets voor jou?
Verantwoordelijkheidszin, sociale vaardigheden en psychologisch inzicht zijn kenmerkend voor jou. Je werkt graag met mensen en hebt aandacht voor hun lichamelijke en psychosociale welzijn. Je communiceert en rapporteert efficiënt aan andere leden van je team. Ook als het minder goed loopt, ben je alert en stressbestendig. jJezelf voortdurend bijscholen vind je belangrijk. Nieuw leven fascineert je, net als het prille ouderschap. Je kijkt ernaar uit om ouders in spe te begeleiden tijdens hun zwangerschap, het geboorteproces en de kraamperiode.
Studiepunten
180
Instellingen:
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Vroedkunde
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Gezondheidszorg
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Biologie, Verzorging,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Turnhout
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Lier
Starten in februari
Hogeschool UCLL, Campus Gasthuisberg
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Genk
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Instellingen
Laarbeeklaan 121 1090 Jette
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
Herestraat 49 3000 Leuven
Guffenslaan 39 3500 Hasselt
Schiepse bos 5 3600 Genk
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
Voetweg 66 9000 Gent
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
Beroepsuitwegen
De taak van de vroedvrouw bestaat erin om als medische professional op te treden tijdens de reproductieve periode.
De vroedvrouw treedt begeleidend en adviserend op tijdens de zwangerschap, tijdens de geboorte en in de periode daarbij aansluitend.
Zij kan op eigen verantwoordelijkheid de normale geboorte leiden en alle handelingen stellen die daarbij vereist zijn.
Zij verleent de neonatale zorgen van de pasgeborene en de kraamverzorging aan de moeder.
Bij afwezigheid van de geneesheer verleent zij de eerste hulp.
Ze neemt in functie van haar specifieke taak de nodige preventieve maatregelen.
Ze spoort eventuele afwijkingen op bij moeder en kind.
Bepaalde verpleegkundige handelingen zijn voorbehouden voor vroedvrouwen.
Wat de tewerkstellingsmogelijkheden betreft maken we een onderscheid tussen de eerste en tweede lijn.
In de eerste lijn werk je als vroedvrouw buiten het ziekenhuis, in een zelfstandige praktijk, een geboortecentrum, bij Kind en Gezin …
De tweede lijn vindt plaats in het ziekenhuis, met ook hier meerdere mogelijkheden zoals de kraam- of verlosafdeling, prematurenafdeling, raadpleging,...
Ook het onderwijs behoort tot de mogelijkheden, mits een lerarenopleiding.
De beroepspraktijk is echter steeds in evolutie.
Om kwaliteitsvolle zorg te kunnen blijven aanbieden, is het heel belangrijk dat je je als vroedvrouw levenslang bijschoolt.
Wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk denken zijn hierbij essentieel.
Beide vormen de leidraad in de praktische uitvoering van je beroep.
Volg hieronder de link naar nog meer informatie over het beroep met rechtstreekse links naar vacatures.
Mogelijke beroepen
Vlaamse Kwalificatiestructuur
-
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Economie-moderne talen (ASO) | 195 | 0,72 | 74,1 | 11 | 19 | 21 | 38 | 95 | 11 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 321 | 5,00 | 59,5 | 36 | 50 | 42 | 73 | 101 | 19 |
Handel (TSO) | 78 | 0,60 | 55,1 | 11 | 15 | 10 | 15 | 20 | 7 |
Humane wetenschappen (ASO) | 428 | 1,56 | 74,8 | 34 | 28 | 39 | 83 | 218 | 26 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 67 | 2,60 | 43,3 | 11 | 12 | 18 | 11 | 10 | 5 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 47 | 0,58 | 17,3 | 18 | 10 | 7 | 1 | 1 | 10 |
Kinderzorg (BSO) | 145 | 2,90 | 22,3 | 58 | 32 | 15 | 11 | 8 | 21 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 34 | 0,52 | 82,4 | 1 | 1 | 3 | 7 | 22 | 0 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 62 | 0,79 | 60,0 | 11 | 7 | 8 | 12 | 23 | 1 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 79 | 0,81 | 85,9 | 2 | 0 | 7 | 14 | 50 | 6 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 72 | 2,78 | 41,8 | 17 | 16 | 7 | 16 | 9 | 7 |
Secretariaat-talen (TSO) | 30 | 0,74 | 32,7 | 8 | 8 | 3 | 1 | 4 | 6 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 754 | 2,89 | 56,7 | 97 | 125 | 121 | 163 | 212 | 36 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 127 | 1,47 | 17,0 | 62 | 28 | 12 | 8 | 4 | 13 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 140 | 0,33 | 90,7 | 7 | 3 | 3 | 16 | 108 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 04-06-2024 |
Vroedkunde - Professionele bachelor |
Algemene info
De professionele bachelor Vroedkunde bereidt je voor om jonge ouders te begeleiden voor, tijdens en na de geboorte, in het ziekenhuis of bij hen thuis.
- Tijdens het eerste opleidingsjaar van de professionele bachelor Vroedkunde leer je alles over fysiologie, de wetenschap die zich focust op de normale werking van het lichaam. Je gaat dieper in op de kenmerken van een gezonde zwangerschap, bevalling en kraamperiode tot een jaar na de geboorte.
- Vanaf het tweede jaar richt je je op pathologie. Die wetenschap geeft je inzicht in problemen en verwikkelingen die optreden tijdens de zwangerschap, de bevalling of de weken daarna.
- In het laatste jaar ligt je focus op bijzondere aspecten van de menselijke voortplanting: hoogrisicozwangerschappen, intensieve neonatologie, fertiliteitsproblematiek, echografie en prenatale diagnostiek. Je bachelorproef is het sluitstuk van je opleiding.
Naast de vakken vroedkunde die de kern vormen van je studierichting, verdiep je je ook in ondersteunende disciplines zoals biomedische en sociale wetenschappen.
Theorie en praktijk nemen elk de helft van je programma in beslag.
Dankzij simulatieonderwijs vertrek je goed voorbereid naar het werkveld. Van reanimatie op een pasgeborene tot een acute bevalling: je kan je technieken en vaardigheden oefenen op hightech robots in een realistisch ingericht skillslab. Die oefensituaties leren je om samen te werken en klinisch te redeneren.
Om kennis te maken met alle domeinen waar je als vroedkundige actief kunt zijn, loop je ieder jaar stage. Hoe verder je vordert in de opleiding, hoe langer de duur.
Als afgestudeerde vroedkundige kan je aan de slag in een ziekenhuis, waar je in een multidisciplinair team samenwerkt met artsen. Je komt terecht in de verloskamer, op de kraamafdeling of op de dienst neonatologie, fertiliteit of gynaecologie. Of je kiest voor het statuut van zelfstandige en begeleidt jonge ouders bij hen thuis voor, tijdens en na de geboorte.
Is deze opleiding iets voor jou?
Verantwoordelijkheidszin, sociale vaardigheden en psychologisch inzicht zijn kenmerkend voor jou. Je werkt graag met mensen en hebt aandacht voor hun lichamelijke en psychosociale welzijn. Je communiceert en rapporteert efficiënt aan andere leden van je team. Ook als het minder goed loopt, ben je alert en stressbestendig. jJezelf voortdurend bijscholen vind je belangrijk. Nieuw leven fascineert je, net als het prille ouderschap. Je kijkt ernaar uit om ouders in spe te begeleiden tijdens hun zwangerschap, het geboorteproces en de kraamperiode.
Studiepunten
180
Instellingen:
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Vroedkunde
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Gezondheidszorg
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Biologie, Verzorging,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Turnhout
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Lier
Starten in februari
Hogeschool UCLL, Campus Gasthuisberg
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Genk
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Instellingen
Laarbeeklaan 121 1090 Jette
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
Herestraat 49 3000 Leuven
Guffenslaan 39 3500 Hasselt
Schiepse bos 5 3600 Genk
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
Voetweg 66 9000 Gent
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
Beroepsuitwegen
De taak van de vroedvrouw bestaat erin om als medische professional op te treden tijdens de reproductieve periode.
De vroedvrouw treedt begeleidend en adviserend op tijdens de zwangerschap, tijdens de geboorte en in de periode daarbij aansluitend.
Zij kan op eigen verantwoordelijkheid de normale geboorte leiden en alle handelingen stellen die daarbij vereist zijn.
Zij verleent de neonatale zorgen van de pasgeborene en de kraamverzorging aan de moeder.
Bij afwezigheid van de geneesheer verleent zij de eerste hulp.
Ze neemt in functie van haar specifieke taak de nodige preventieve maatregelen.
Ze spoort eventuele afwijkingen op bij moeder en kind.
Bepaalde verpleegkundige handelingen zijn voorbehouden voor vroedvrouwen.
Wat de tewerkstellingsmogelijkheden betreft maken we een onderscheid tussen de eerste en tweede lijn.
In de eerste lijn werk je als vroedvrouw buiten het ziekenhuis, in een zelfstandige praktijk, een geboortecentrum, bij Kind en Gezin …
De tweede lijn vindt plaats in het ziekenhuis, met ook hier meerdere mogelijkheden zoals de kraam- of verlosafdeling, prematurenafdeling, raadpleging,...
Ook het onderwijs behoort tot de mogelijkheden, mits een lerarenopleiding.
De beroepspraktijk is echter steeds in evolutie.
Om kwaliteitsvolle zorg te kunnen blijven aanbieden, is het heel belangrijk dat je je als vroedvrouw levenslang bijschoolt.
Wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk denken zijn hierbij essentieel.
Beide vormen de leidraad in de praktische uitvoering van je beroep.
Volg hieronder de link naar nog meer informatie over het beroep met rechtstreekse links naar vacatures.
Mogelijke beroepen
Vlaamse Kwalificatiestructuur
-
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Economie-moderne talen (ASO) | 195 | 0,72 | 74,1 | 11 | 19 | 21 | 38 | 95 | 11 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 321 | 5,00 | 59,5 | 36 | 50 | 42 | 73 | 101 | 19 |
Handel (TSO) | 78 | 0,60 | 55,1 | 11 | 15 | 10 | 15 | 20 | 7 |
Humane wetenschappen (ASO) | 428 | 1,56 | 74,8 | 34 | 28 | 39 | 83 | 218 | 26 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 67 | 2,60 | 43,3 | 11 | 12 | 18 | 11 | 10 | 5 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 47 | 0,58 | 17,3 | 18 | 10 | 7 | 1 | 1 | 10 |
Kinderzorg (BSO) | 145 | 2,90 | 22,3 | 58 | 32 | 15 | 11 | 8 | 21 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 34 | 0,52 | 82,4 | 1 | 1 | 3 | 7 | 22 | 0 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 62 | 0,79 | 60,0 | 11 | 7 | 8 | 12 | 23 | 1 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 79 | 0,81 | 85,9 | 2 | 0 | 7 | 14 | 50 | 6 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 72 | 2,78 | 41,8 | 17 | 16 | 7 | 16 | 9 | 7 |
Secretariaat-talen (TSO) | 30 | 0,74 | 32,7 | 8 | 8 | 3 | 1 | 4 | 6 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 754 | 2,89 | 56,7 | 97 | 125 | 121 | 163 | 212 | 36 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 127 | 1,47 | 17,0 | 62 | 28 | 12 | 8 | 4 | 13 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 140 | 0,33 | 90,7 | 7 | 3 | 3 | 16 | 108 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 04-06-2024 |