HO
- Startpagina HO
- Algemene info HO
- Graduaatsopleidingen
- HBO5 Verpleegkunde
- Professionele bachelor
- Academische bachelor
- Ba-na-Ba
- Master
- Ma-na-Ma
- Postgraduaat
- Schakelprogramma's
- Studierendement
- Zoeken via alfabet
- Zoeken via belangstelling
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via schoolvakken
- Zoeken via instelling
- Zoeken via campussen
- Zoeken via provincie
- Zoeken via trefwoorden
- Zoeken via onderwijstaal
- Keuzetrajecten HO
- Flexibel studeren
- Functiebeperking en HO
- Recht op vrijstellingen?
- Zelftests
- Keuzerooster
- Buiten Vlaanderen
- International students
- Instellingen HO
- Bacheloropleidingen
- Leerkrediet
- Studentenhuizen
- SID-in's
- Studievoortgang
- Stoppen in HO
- Veranderen in HO
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Deeltijds Kunstonderwijs
- Linken
- Downloads
- Moeilijke woorden

Verpleegkunde - Professionele bachelor
Algemene info
De opleiding bereidt je voor op het beroep van verpleegkundige.
Deze beroepsopleiding brengt je kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes bij, die als grondslag moeten dienen voor het zelfstandig vervullen van verpleegkundige taken in matig-complexe tot complexe situaties.
Je verwerft grondige wetenschappelijk kennis via hoorcolleges, groepswerk, zelfstudie, simulatie- en/of vaardigheidsonderwijs.
Zo verkrijg je de vereiste competenties en basisvaardigheden. Je krijgt o.a. een wetenschappelijke basis anatomie, fysiologie, pathologie, klinisch redeneren, farmacologie, …
Je verwerft competenties in 3 domeinen:
- zorg (zorg voor zieken en stervenden, individuele en collectieve preventie en GVO)
- organisatie van de zorg (zorgprogrammering, verpleegbeleid, werkbegeleiding, kwaliteitszorg)
- beroep (beroepsinnovatie, deskundigheidsbevordering).
Binnen ieder domein vervul je één of meerdere rollen: binnen het domein zorg is dit de rol van zorgverlener en regisseur; binnen het domein organisatie van de zorg de rol van ontwerper en coach en binnen het domein beroep tenslotte de rol van beroepsbeoefenaar.
Leren op de werkvloer is cruciaal in je opleiding tot verpleegkundige.
Daarom wordt er (minstens) 2300 uur stage in de zorgsector gepland.
Ook internationale stages zijn mogelijk.
Daarbij leer je in teamverband en door rechtstreeks contact met de patiënten de juiste zorg te plannen, verstrekken en beoordelen.
Je ervaart hoe de zorgsector georganiseerd wordt. Je leert als teamleider op te treden en bouwt de nodige competenties op om bijvoorbeeld gezondheidseducatie te geven aan individuen en/of groepen.
De opleiding leidt tot de erkende titel van Verantwoordelijk algemeen ziekenverple(e)g(st)er.
Sinds 2016-2017 omvat de opleiding 240 studiepunten (=4 jaar).
De Europese richtlijn vereist dat studenten tijdens de volledige opleiding 2300 u stage lopen waarvan 800u in de het 4e jaar onder de vorm van een contractstage.
Deze contractstage bestaat uit 2 stages van elk 400 uur gespreid over het academiejaar waarbij je werkt als verpleegkundige-in-opleiding. Je werkt bij 1 of 2 werkgevers.
De 1e contractstages zullen doorgaan vanaf het academiejaar 2019-2020.
Er wordt momenteel nog bekeken of er een vergoeding kan worden geregeld, zodat studenten het studentenstatuut kunnen behouden en het bv. geen impact heeft op het kindergeld.
Je krijgt tijdens die stages de bijhorende verantwoordelijkheid voor patiënten. De stage kan (indien gewenst) ook plaatsvinden in het buitenland.
Je stageplek in het 3e jaar, je keuzevakken in het 4e jaar en het onderwerp van je bachelorproef bepalen in welk domein jij je kennis verbreedt en wil toepassen. Dankzij je brede basisopleiding kan je in alle domeinen aan de slag.
Voor wie?
Specifieke voorkennis is niet vereist.
Interesse in hoe de mens lichamelijk, psychisch en sociaal functioneert, is wel een troef als je Verpleegkunde studeert.
Net zoals zorgzaam en geduldig omgaan met mensen. Maar vooral je motivatie en inzet verhogen je slaagkansen.
Je opleiding besteedt aandacht aan jou als persoon en aan de emotionele aspecten waarmee je in de opleiding verpleegkunde wordt geconfronteerd.
Je moet mensenkennis hebben, handig zijn in het uitvoeren van technische handelingen en beschikken over voldoende kennis en redeneervermogen om op elk moment de juiste beslissingen te kunnen nemen.
Tot slot moet je ook goede sociale vaardigheden hebben.
Studiepunten
240

Verpleegkunde - Professionele bachelor |
|
- Beschrijving
- Keuze-
trajecten - Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
De opleiding bereidt je voor op het beroep van verpleegkundige.
Deze beroepsopleiding brengt je kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes bij, die als grondslag moeten dienen voor het zelfstandig vervullen van verpleegkundige taken in matig-complexe tot complexe situaties.
Je verwerft grondige wetenschappelijk kennis via hoorcolleges, groepswerk, zelfstudie, simulatie- en/of vaardigheidsonderwijs.
Zo verkrijg je de vereiste competenties en basisvaardigheden. Je krijgt o.a. een wetenschappelijke basis anatomie, fysiologie, pathologie, klinisch redeneren, farmacologie, …
Je verwerft competenties in 3 domeinen:
- zorg (zorg voor zieken en stervenden, individuele en collectieve preventie en GVO)
- organisatie van de zorg (zorgprogrammering, verpleegbeleid, werkbegeleiding, kwaliteitszorg)
- beroep (beroepsinnovatie, deskundigheidsbevordering).
Binnen ieder domein vervul je één of meerdere rollen: binnen het domein zorg is dit de rol van zorgverlener en regisseur; binnen het domein organisatie van de zorg de rol van ontwerper en coach en binnen het domein beroep tenslotte de rol van beroepsbeoefenaar.
Leren op de werkvloer is cruciaal in je opleiding tot verpleegkundige.
Daarom wordt er (minstens) 2300 uur stage in de zorgsector gepland.
Ook internationale stages zijn mogelijk.
Daarbij leer je in teamverband en door rechtstreeks contact met de patiënten de juiste zorg te plannen, verstrekken en beoordelen.
Je ervaart hoe de zorgsector georganiseerd wordt. Je leert als teamleider op te treden en bouwt de nodige competenties op om bijvoorbeeld gezondheidseducatie te geven aan individuen en/of groepen.
De opleiding leidt tot de erkende titel van Verantwoordelijk algemeen ziekenverple(e)g(st)er.
Sinds 2016-2017 omvat de opleiding 240 studiepunten (=4 jaar).
De Europese richtlijn vereist dat studenten tijdens de volledige opleiding 2300 u stage lopen waarvan 800u in de het 4e jaar onder de vorm van een contractstage.
Deze contractstage bestaat uit 2 stages van elk 400 uur gespreid over het academiejaar waarbij je werkt als verpleegkundige-in-opleiding. Je werkt bij 1 of 2 werkgevers.
De 1e contractstages zullen doorgaan vanaf het academiejaar 2019-2020.
Er wordt momenteel nog bekeken of er een vergoeding kan worden geregeld, zodat studenten het studentenstatuut kunnen behouden en het bv. geen impact heeft op het kindergeld.
Je krijgt tijdens die stages de bijhorende verantwoordelijkheid voor patiënten. De stage kan (indien gewenst) ook plaatsvinden in het buitenland.
Je stageplek in het 3e jaar, je keuzevakken in het 4e jaar en het onderwerp van je bachelorproef bepalen in welk domein jij je kennis verbreedt en wil toepassen. Dankzij je brede basisopleiding kan je in alle domeinen aan de slag.
Voor wie?
Specifieke voorkennis is niet vereist.
Interesse in hoe de mens lichamelijk, psychisch en sociaal functioneert, is wel een troef als je Verpleegkunde studeert.
Net zoals zorgzaam en geduldig omgaan met mensen. Maar vooral je motivatie en inzet verhogen je slaagkansen.
Je opleiding besteedt aandacht aan jou als persoon en aan de emotionele aspecten waarmee je in de opleiding verpleegkunde wordt geconfronteerd.
Je moet mensenkennis hebben, handig zijn in het uitvoeren van technische handelingen en beschikken over voldoende kennis en redeneervermogen om op elk moment de juiste beslissingen te kunnen nemen.
Tot slot moet je ook goede sociale vaardigheden hebben.
Studiepunten
240
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Odisee - Campus Brussel - Terranova
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen - Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Verpleegkunde
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Gezondheidszorg
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Verzorging,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Dit is een verdere specialisatie, aansluitend op je basisopleiding en omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
Volgende Ba-na-Ba's sluiten aan op Verpleegkunde
Eventueel zijn er nog andere mogelijkheden op basis van uw gevolgd studietraject. Raadpleeg de hogeschool voor meer informatie.
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.
Een schakelprogramma geeft toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Verpleegkunde
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een specifieke lerarenopleiding
Als je leraar wilt worden kan je een specifieke lerarenopleiding volgen. Met dit diploma kan je les geven in de vakken die aansluiten bij je secundaire - of bachelor- of masteropleiding. De specifieke lerarenopleiding omvat 60 studiepunten waarvan 30 voor het theoretische gedeelte en 30 voor de praktijkcomponent. De SLO kan georganiseerd worden door een centrum voor volwassenenonderwijs, hogeschool of universiteit.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
Afstandsonderwijs
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Turnhout
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Lier
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Mechelen De Vest
Starten in februari
Werkstudententraject
UC Leuven-Limburg, Campus Gasthuisberg
Werkstudententraject
Hogeschool PXL, Campus Guffenslaan
VDAB-traject
Werkstudententraject
UC Leuven-Limburg, Campus LiZa
Werkstudententraject
Howest, Campus Rijselstraat
Starten in februari
Katholieke Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Hogeschool Gent, Campus Vesalius
Starten in februari
Arteveldehogeschool, Campus Kantienberg
Starten in februari
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Starten in februari
Instellingen
Blekerijstraat 23-29 bus 1 1000 Brussel
02 608 14 44![]()
![]()
Laarbeeklaan 121 1090 Jette
02 472 52 00![]()
![]()
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
03 220 55 00![]()
![]()
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
03 613 13 13![]()
![]()
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
014 80 61 01![]()
![]()
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
03 480 29 10![]()
![]()
Zandpoortvest 60 2800 Mechelen
015 36 91 00![]()
![]()
Herestraat 49 3000 Leuven
016 37 52 00![]()
![]()
Guffenslaan 39 3500 Hasselt
011 77 52 00![]()
![]()
Schiepse bos 5 3600 Genk
011 800 600![]()
![]()
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
050 30 51 00![]()
![]()
Rijselstraat 5 8200 Sint-Michiels
050 38 12 77![]()
![]()
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
056 26 41 40![]()
![]()
Wilgenstraat 32 8800 Roeselare
051 23 23 30![]()
![]()
Keramiekstraat 80 9000 Gent
09 243 23 30![]()
![]()
Voetweg 66 9000 Gent
09 234 70 00![]()
![]()
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
03 776 43 48![]()
![]()
Kwalestraat 154 9320 Nieuwerkerken
053 72 71 70![]()
![]()
Beroepsuitwegen
Een verpleegkundige verleent algemene en gespecialiseerde zorgen aan zieken, gewonden, bejaarden, gehandicapten, …
De concrete inhoud van de functie is verschillend naargelang de tewerkstellingsplaats (algemeen ziekenhuis, gespecialiseerde dienst, eenheid voor intensieve zorgen, operatiezaal, …).
De meest voorkomende taken zijn: inspuitingen geven, geneesmiddelen toedienen, verbanden aanbrengen, wondverzorging, temperatuur opnemen, ademhaling en polsslag controleren en daar de aantekeningen van bijhouden, wassen en voeden van de patiënten.
Dit alles gebeurt op een wetenschappelijk verantwoorde manier, systematisch en probleemgericht, met aandacht voor de begeleiding van de zieke mens.
Wat de zorgverlening betreft, heeft de verpleegkundige een coördinerende taak.
Hij heeft ook een taak als tussenpersoon tussen arts en patiënt (observatie van de zieke en rapportering aan de arts).
Buiten de ziekenhuizen hebben verpleegkundigen ofwel de verzorgings- en begeleidingstaak die zij ook in het ziekenhuis hebben (bv. thuisverpleging) ofwel een taak in diensten voor preventieve geneeskunde.
De uitwegen voor verpleegkundigen zijn zeer ruim.
Je kan terecht in: o.a. algemene en/of gespecialiseerde afdelingen van ziekenhuizen, poliklinieken, revalidatiecentra, woon- en zorgcentra, bejaardentehuizen, thuisverpleging (zelfstandig of in dienstverband), serviceflats, kraamklinieken, kinderdagverblijven, peutertuinen, MPI’s, psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, diensten voor geestelijke gezondheidszorg, ziekenfondsen, CLB’s, OCMW’s, Kind en Gezin, diensten voor arbeidsgeneeskunde, ...
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Geriatrisch verpleegkundige
Gespecialiseerd verpleegkundige anesthesie
Gespecialiseerd verpleegkundige kinderverzorging
Gespecialiseerd verpleegkundige operatiekwartier
( knelpuntberoep)
Hoofdverpleegkundige
( knelpuntberoep)
Sociaal verpleegkundige
Verpleegkundige
( knelpuntberoep)
Vlaamse Kwalificatiestructuur
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Biotechnische wetenschappen (TSO) | 55 | 3,99% | 79,12% | 2 | 5 | 4 | 10 | 32 | 2 |
Boekhouden - informatica (TSO) | 48 | 0,96% | 74,08% | 4 | 3 | 7 | 11 | 22 | 1 |
Chemie (TSO) | 30 | 2,15% | 78,04% | 3 | 1 | 8 | 15 | 3 | |
Economie-moderne talen (ASO) | 574 | 2,04% | 83,77% | 30 | 15 | 38 | 100 | 369 | 22 |
Economie-wetenschappen (ASO) | 53 | 2,06% | 94,45% | 1 | 1 | 3 | 45 | 3 | |
Economie-wiskunde (ASO) | 53 | 0,78% | 87,19% | 3 | 3 | 1 | 4 | 39 | 3 |
Farmaceutisch-technisch assistent (TSO) | 89 | 10,74% | 68,48% | 10 | 4 | 14 | 16 | 39 | 6 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 1338 | 20,93% | 76,50% | 91 | 78 | 120 | 264 | 755 | 30 |
Handel (TSO) | 234 | 1,70% | 59,03% | 29 | 26 | 38 | 60 | 67 | 14 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1325 | 5,09% | 85,00% | 47 | 34 | 84 | 221 | 885 | 54 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 271 | 8,68% | 60,29% | 42 | 31 | 31 | 68 | 91 | 8 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 81 | 0,91% | 23,46% | 36 | 14 | 5 | 7 | 7 | 12 |
Kinderzorg (BSO) | 162 | 2,97% | 36,31% | 46 | 24 | 36 | 17 | 23 | 16 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 128 | 1,47% | 89,50% | 3 | 3 | 1 | 27 | 87 | 7 |
Latijn-wetenschappen (ASO) | 81 | 1,22% | 93,95% | 1 | 2 | 5 | 68 | 5 | |
Latijn-wiskunde (ASO) | 44 | 0,38% | 93,72% | 1 | 2 | 5 | 35 | 1 | |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 383 | 5,49% | 60,40% | 55 | 45 | 45 | 78 | 130 | 30 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 322 | 3,12% | 91,37% | 4 | 6 | 11 | 31 | 263 | 7 |
Onthaal en public relations (TSO) | 35 | 1,89% | 42,72% | 12 | 4 | 3 | 9 | 7 | |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 181 | 5,50% | 61,06% | 30 | 15 | 24 | 38 | 62 | 12 |
Secretariaat-talen (TSO) | 101 | 2,03% | 52,70% | 14 | 13 | 17 | 25 | 21 | 11 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 2312 | 9,55% | 70,65% | 187 | 218 | 248 | 511 | 1072 | 76 |
Sportwetenschappen (ASO) | 86 | 2,85% | 86,64% | 3 | 1 | 6 | 11 | 62 | 3 |
Techniek-wetenschappen (TSO) | 152 | 3,42% | 84,14% | 1 | 7 | 12 | 29 | 101 | 2 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 581 | 6,55% | 41,68% | 149 | 96 | 88 | 106 | 94 | 48 |
Toerisme (TSO) | 35 | 1,63% | 52,58% | 8 | 2 | 6 | 7 | 6 | 6 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 324 | 0,88% | 91,66% | 8 | 2 | 9 | 37 | 259 | 9 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 10-12-2019 |

Verpleegkunde - Professionele bachelor |
|
- Beschrijving
- Keuze-
trajecten - Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
De opleiding bereidt je voor op het beroep van verpleegkundige.
Deze beroepsopleiding brengt je kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes bij, die als grondslag moeten dienen voor het zelfstandig vervullen van verpleegkundige taken in matig-complexe tot complexe situaties.
Je verwerft grondige wetenschappelijk kennis via hoorcolleges, groepswerk, zelfstudie, simulatie- en/of vaardigheidsonderwijs.
Zo verkrijg je de vereiste competenties en basisvaardigheden. Je krijgt o.a. een wetenschappelijke basis anatomie, fysiologie, pathologie, klinisch redeneren, farmacologie, …
Je verwerft competenties in 3 domeinen:
- zorg (zorg voor zieken en stervenden, individuele en collectieve preventie en GVO)
- organisatie van de zorg (zorgprogrammering, verpleegbeleid, werkbegeleiding, kwaliteitszorg)
- beroep (beroepsinnovatie, deskundigheidsbevordering).
Binnen ieder domein vervul je één of meerdere rollen: binnen het domein zorg is dit de rol van zorgverlener en regisseur; binnen het domein organisatie van de zorg de rol van ontwerper en coach en binnen het domein beroep tenslotte de rol van beroepsbeoefenaar.
Leren op de werkvloer is cruciaal in je opleiding tot verpleegkundige.
Daarom wordt er (minstens) 2300 uur stage in de zorgsector gepland.
Ook internationale stages zijn mogelijk.
Daarbij leer je in teamverband en door rechtstreeks contact met de patiënten de juiste zorg te plannen, verstrekken en beoordelen.
Je ervaart hoe de zorgsector georganiseerd wordt. Je leert als teamleider op te treden en bouwt de nodige competenties op om bijvoorbeeld gezondheidseducatie te geven aan individuen en/of groepen.
De opleiding leidt tot de erkende titel van Verantwoordelijk algemeen ziekenverple(e)g(st)er.
Sinds 2016-2017 omvat de opleiding 240 studiepunten (=4 jaar).
De Europese richtlijn vereist dat studenten tijdens de volledige opleiding 2300 u stage lopen waarvan 800u in de het 4e jaar onder de vorm van een contractstage.
Deze contractstage bestaat uit 2 stages van elk 400 uur gespreid over het academiejaar waarbij je werkt als verpleegkundige-in-opleiding. Je werkt bij 1 of 2 werkgevers.
De 1e contractstages zullen doorgaan vanaf het academiejaar 2019-2020.
Er wordt momenteel nog bekeken of er een vergoeding kan worden geregeld, zodat studenten het studentenstatuut kunnen behouden en het bv. geen impact heeft op het kindergeld.
Je krijgt tijdens die stages de bijhorende verantwoordelijkheid voor patiënten. De stage kan (indien gewenst) ook plaatsvinden in het buitenland.
Je stageplek in het 3e jaar, je keuzevakken in het 4e jaar en het onderwerp van je bachelorproef bepalen in welk domein jij je kennis verbreedt en wil toepassen. Dankzij je brede basisopleiding kan je in alle domeinen aan de slag.
Voor wie?
Specifieke voorkennis is niet vereist.
Interesse in hoe de mens lichamelijk, psychisch en sociaal functioneert, is wel een troef als je Verpleegkunde studeert.
Net zoals zorgzaam en geduldig omgaan met mensen. Maar vooral je motivatie en inzet verhogen je slaagkansen.
Je opleiding besteedt aandacht aan jou als persoon en aan de emotionele aspecten waarmee je in de opleiding verpleegkunde wordt geconfronteerd.
Je moet mensenkennis hebben, handig zijn in het uitvoeren van technische handelingen en beschikken over voldoende kennis en redeneervermogen om op elk moment de juiste beslissingen te kunnen nemen.
Tot slot moet je ook goede sociale vaardigheden hebben.
Studiepunten
240
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Odisee - Campus Brussel - Terranova
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen - Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Verpleegkunde
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Gezondheidszorg
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Verzorging,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Dit is een verdere specialisatie, aansluitend op je basisopleiding en omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
Volgende Ba-na-Ba's sluiten aan op Verpleegkunde
Eventueel zijn er nog andere mogelijkheden op basis van uw gevolgd studietraject. Raadpleeg de hogeschool voor meer informatie.
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.
Een schakelprogramma geeft toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Verpleegkunde
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een specifieke lerarenopleiding
Als je leraar wilt worden kan je een specifieke lerarenopleiding volgen. Met dit diploma kan je les geven in de vakken die aansluiten bij je secundaire - of bachelor- of masteropleiding. De specifieke lerarenopleiding omvat 60 studiepunten waarvan 30 voor het theoretische gedeelte en 30 voor de praktijkcomponent. De SLO kan georganiseerd worden door een centrum voor volwassenenonderwijs, hogeschool of universiteit.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
Afstandsonderwijs
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Turnhout
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Lier
Starten in februari
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Mechelen De Vest
Starten in februari
Werkstudententraject
UC Leuven-Limburg, Campus Gasthuisberg
Werkstudententraject
Hogeschool PXL, Campus Guffenslaan
VDAB-traject
Werkstudententraject
UC Leuven-Limburg, Campus LiZa
Werkstudententraject
Howest, Campus Rijselstraat
Starten in februari
Katholieke Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Hogeschool Gent, Campus Vesalius
Starten in februari
Arteveldehogeschool, Campus Kantienberg
Starten in februari
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Starten in februari
Instellingen
Blekerijstraat 23-29 bus 1 1000 Brussel
02 608 14 44![]()
![]()
Laarbeeklaan 121 1090 Jette
02 472 52 00![]()
![]()
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
03 220 55 00![]()
![]()
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
03 613 13 13![]()
![]()
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
014 80 61 01![]()
![]()
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
03 480 29 10![]()
![]()
Zandpoortvest 60 2800 Mechelen
015 36 91 00![]()
![]()
Herestraat 49 3000 Leuven
016 37 52 00![]()
![]()
Guffenslaan 39 3500 Hasselt
011 77 52 00![]()
![]()
Schiepse bos 5 3600 Genk
011 800 600![]()
![]()
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
050 30 51 00![]()
![]()
Rijselstraat 5 8200 Sint-Michiels
050 38 12 77![]()
![]()
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
056 26 41 40![]()
![]()
Wilgenstraat 32 8800 Roeselare
051 23 23 30![]()
![]()
Keramiekstraat 80 9000 Gent
09 243 23 30![]()
![]()
Voetweg 66 9000 Gent
09 234 70 00![]()
![]()
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
03 776 43 48![]()
![]()
Kwalestraat 154 9320 Nieuwerkerken
053 72 71 70![]()
![]()
Beroepsuitwegen
Een verpleegkundige verleent algemene en gespecialiseerde zorgen aan zieken, gewonden, bejaarden, gehandicapten, …
De concrete inhoud van de functie is verschillend naargelang de tewerkstellingsplaats (algemeen ziekenhuis, gespecialiseerde dienst, eenheid voor intensieve zorgen, operatiezaal, …).
De meest voorkomende taken zijn: inspuitingen geven, geneesmiddelen toedienen, verbanden aanbrengen, wondverzorging, temperatuur opnemen, ademhaling en polsslag controleren en daar de aantekeningen van bijhouden, wassen en voeden van de patiënten.
Dit alles gebeurt op een wetenschappelijk verantwoorde manier, systematisch en probleemgericht, met aandacht voor de begeleiding van de zieke mens.
Wat de zorgverlening betreft, heeft de verpleegkundige een coördinerende taak.
Hij heeft ook een taak als tussenpersoon tussen arts en patiënt (observatie van de zieke en rapportering aan de arts).
Buiten de ziekenhuizen hebben verpleegkundigen ofwel de verzorgings- en begeleidingstaak die zij ook in het ziekenhuis hebben (bv. thuisverpleging) ofwel een taak in diensten voor preventieve geneeskunde.
De uitwegen voor verpleegkundigen zijn zeer ruim.
Je kan terecht in: o.a. algemene en/of gespecialiseerde afdelingen van ziekenhuizen, poliklinieken, revalidatiecentra, woon- en zorgcentra, bejaardentehuizen, thuisverpleging (zelfstandig of in dienstverband), serviceflats, kraamklinieken, kinderdagverblijven, peutertuinen, MPI’s, psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, diensten voor geestelijke gezondheidszorg, ziekenfondsen, CLB’s, OCMW’s, Kind en Gezin, diensten voor arbeidsgeneeskunde, ...
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Geriatrisch verpleegkundige
Gespecialiseerd verpleegkundige anesthesie
Gespecialiseerd verpleegkundige kinderverzorging
Gespecialiseerd verpleegkundige operatiekwartier
( knelpuntberoep)
Hoofdverpleegkundige
( knelpuntberoep)
Sociaal verpleegkundige
Verpleegkundige
( knelpuntberoep)
Vlaamse Kwalificatiestructuur
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Biotechnische wetenschappen (TSO) | 55 | 3,99% | 79,12% | 2 | 5 | 4 | 10 | 32 | 2 |
Boekhouden - informatica (TSO) | 48 | 0,96% | 74,08% | 4 | 3 | 7 | 11 | 22 | 1 |
Chemie (TSO) | 30 | 2,15% | 78,04% | 3 | 1 | 8 | 15 | 3 | |
Economie-moderne talen (ASO) | 574 | 2,04% | 83,77% | 30 | 15 | 38 | 100 | 369 | 22 |
Economie-wetenschappen (ASO) | 53 | 2,06% | 94,45% | 1 | 1 | 3 | 45 | 3 | |
Economie-wiskunde (ASO) | 53 | 0,78% | 87,19% | 3 | 3 | 1 | 4 | 39 | 3 |
Farmaceutisch-technisch assistent (TSO) | 89 | 10,74% | 68,48% | 10 | 4 | 14 | 16 | 39 | 6 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 1338 | 20,93% | 76,50% | 91 | 78 | 120 | 264 | 755 | 30 |
Handel (TSO) | 234 | 1,70% | 59,03% | 29 | 26 | 38 | 60 | 67 | 14 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1325 | 5,09% | 85,00% | 47 | 34 | 84 | 221 | 885 | 54 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 271 | 8,68% | 60,29% | 42 | 31 | 31 | 68 | 91 | 8 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 81 | 0,91% | 23,46% | 36 | 14 | 5 | 7 | 7 | 12 |
Kinderzorg (BSO) | 162 | 2,97% | 36,31% | 46 | 24 | 36 | 17 | 23 | 16 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 128 | 1,47% | 89,50% | 3 | 3 | 1 | 27 | 87 | 7 |
Latijn-wetenschappen (ASO) | 81 | 1,22% | 93,95% | 1 | 2 | 5 | 68 | 5 | |
Latijn-wiskunde (ASO) | 44 | 0,38% | 93,72% | 1 | 2 | 5 | 35 | 1 | |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 383 | 5,49% | 60,40% | 55 | 45 | 45 | 78 | 130 | 30 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 322 | 3,12% | 91,37% | 4 | 6 | 11 | 31 | 263 | 7 |
Onthaal en public relations (TSO) | 35 | 1,89% | 42,72% | 12 | 4 | 3 | 9 | 7 | |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 181 | 5,50% | 61,06% | 30 | 15 | 24 | 38 | 62 | 12 |
Secretariaat-talen (TSO) | 101 | 2,03% | 52,70% | 14 | 13 | 17 | 25 | 21 | 11 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 2312 | 9,55% | 70,65% | 187 | 218 | 248 | 511 | 1072 | 76 |
Sportwetenschappen (ASO) | 86 | 2,85% | 86,64% | 3 | 1 | 6 | 11 | 62 | 3 |
Techniek-wetenschappen (TSO) | 152 | 3,42% | 84,14% | 1 | 7 | 12 | 29 | 101 | 2 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 581 | 6,55% | 41,68% | 149 | 96 | 88 | 106 | 94 | 48 |
Toerisme (TSO) | 35 | 1,63% | 52,58% | 8 | 2 | 6 | 7 | 6 | 6 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 324 | 0,88% | 91,66% | 8 | 2 | 9 | 37 | 259 | 9 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 10-12-2019 |