Muziekinstrumentenbouw - Derde graad

Studierichting "Muziekinstrumentenbouw"

Deze opleiding start pas in de 3de graad en is zeer praktisch opgevat.
Om een deskundig bouwer-hersteller te worden van strijk- en tokkelinstrumenten volg je deze opleiding best gedurende 3 leerjaren + een bijkomend restauratiejaar.

Een goed gehoor, een fijne handvaardigheid en interesse voor muziekinstrumenten zijn absoluut noodzakelijk.
Een muziekinstrumentenbouwer heeft ook andere vaardigheden nodig.

Zo leer je luisteren naar muziek. Je leert over snaartrillingen, toonschalen, resonantie, klanktimbres,... Maar ook notenleer, zang en (samen) musiceren kunnen op het programma staan.
Tot je lesprogramma behoren ook muziekgeschiedenis en bezoeken van kunst- en muziekhappenings.

Basistechnieken van zowel handmatig technisch tekenen als van het tekenen met de computer worden aangeleerd.
Elk jaar maak je een eigen instrument. Geduld, zin voor precisie en esthetiek zijn belangrijk.

Je leert:

  • goed klinkende en bespeelbare muziekinstrumenten ontwerpen, maken en herstellen 
  • materialen, gereedschappen en technieken (vb. manuele hotbewerking) die gebruikt kunnen worden, kennen
  • muziekinstrumenten onderhouden en reinigen en geeft hierover advies aan je klanten
  • over de bouwstijlen van strijk- en tokkelinstrumenten
  • je resultaat evalueren en bijsturen


Later kies je ofwel voor de optie strijkinstrumenten(viool, altviool, cello) of voor de optie tokkelinstrumenten (gitaar, barok- of renaissancegitaar, luit).
De instrumenten worden, op het einde van je opleiding, samen met een theoretisch eindwerk, beoordeeld door een externe jury.

In de opleiding zijn stages bij gevestigde bouwers opgenomen.

Muziekinstrumentenbouw               


Beschrijving

Deze opleiding start pas in de 3de graad en is zeer praktisch opgevat.
Om een deskundig bouwer-hersteller te worden van strijk- en tokkelinstrumenten volg je deze opleiding best gedurende 3 leerjaren + een bijkomend restauratiejaar.

Een goed gehoor, een fijne handvaardigheid en interesse voor muziekinstrumenten zijn absoluut noodzakelijk.
Een muziekinstrumentenbouwer heeft ook andere vaardigheden nodig.

Zo leer je luisteren naar muziek. Je leert over snaartrillingen, toonschalen, resonantie, klanktimbres,... Maar ook notenleer, zang en (samen) musiceren kunnen op het programma staan.
Tot je lesprogramma behoren ook muziekgeschiedenis en bezoeken van kunst- en muziekhappenings.

Basistechnieken van zowel handmatig technisch tekenen als van het tekenen met de computer worden aangeleerd.
Elk jaar maak je een eigen instrument. Geduld, zin voor precisie en esthetiek zijn belangrijk.

Je leert:

  • goed klinkende en bespeelbare muziekinstrumenten ontwerpen, maken en herstellen 
  • materialen, gereedschappen en technieken (vb. manuele hotbewerking) die gebruikt kunnen worden, kennen
  • muziekinstrumenten onderhouden en reinigen en geeft hierover advies aan je klanten
  • over de bouwstijlen van strijk- en tokkelinstrumenten
  • je resultaat evalueren en bijsturen


Later kies je ofwel voor de optie strijkinstrumenten(viool, altviool, cello) of voor de optie tokkelinstrumenten (gitaar, barok- of renaissancegitaar, luit).
De instrumenten worden, op het einde van je opleiding, samen met een theoretisch eindwerk, beoordeeld door een externe jury.

In de opleiding zijn stages bij gevestigde bouwers opgenomen.

Situering binnen het studiedomein: Kunst en creatie

2e graad

3e graad

Architecturale en beeldende kunsten     
Architecturale en beeldende vorming      
Artistiek-creatieve bewerkingen      
Ballet     
Beeldende en audiovisuele kunsten     
Beeldende en audiovisuele vorming      
Creatie en mode     
Dans      
Decor en etalage      
Diamantbewerking      
Fotografie     
Grafische technieken     
Muziek      
Woordkunst-drama      
Architecturale vorming      
Architectuur en interieur     
Audiovisuele vorming      
Ballet     
Beeldende kunst     
Beeldende vorming      
Crossmedia     
Dans      
Decor, etalage en publiciteit      
Diamantbewerking      
Fotografie     
Goud en juwelen      
Grafimedia     
Mode     
Muziek      
Muziekinstrumentenbouw      
Uurwerkmaken      
Woordkunst-drama      

Welke lessen krijg je?

De lesinhouden (lessenroosters) verschillen van school tot school. Scholen hebben een grote vrijheid om het lessenpakket te organiseren. Daarom vermelden we geen lessenroosters meer.
Je kan ervan uitgaan dat de lessen bestaan uit:

  • basisvorming die hetzelfde is voor elke leerling in hetzelfde leerjaar in een studierichting met dezelfde finaliteit +
  • vorming die typisch is voor de studierichting +
  • enkele uurtjes die de school vrij mag invullen

Gedetailleerde informatie vind je op de websites van de scholen.

Meer informatie over de inhoud, competenties en doelstellingen lees je in het curriculumdossier.

Waar kan ik "Muziekinstrumentenbouw" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Toelatingsvoorwaarden

Je kan starten in het 5e leerjaar SO van de arbeidsfinaliteit als je:

  • geslaagd (*) bent in het 2e leerjaar van de 2e graad in de doorstroomfinaliteit, de dubbele finaliteit of de arbeidsmarktfinaliteit
  • geslaagd zijn in BuSO opleidingsvorm 3 met getuigschrift onderwijskwalificatie 2 (gelijk aan 2e graad BSO)

(*) geslaagd zijn betekent dat je een A-attest of een B-attest hebt behaald. In geval van een B-attest dien je rekening te houden met de clausuleringen (beperkingen) die de klassenraad heeft opgelegd.

Regelmatige leerlingen uit het buitengewoon secundair onderwijs (Opleidingsvorm 1, 2, 3) worden toegelaten mits een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad. In afwachting van deze beslissing wordt de leerling onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO 64 9.1.12
 
Een leerling die rechtstreeks overkomt uit een niet-Vlaamse school (buitenlandse school, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers, kan toegelaten worden onder de volgende voorwaarde: gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad, waarin alle leraars van het betrokken structuuronderdeel zijn opgenomen. De beslissing van de toelatingsklassenraad wordt genomen uiterlijk 35 kalenderdagen na aanvang van de effectieve regelmatige lesbijwoning door de leerling.
 

Voor elke opleiding bestaat een curriculumdossier. Voor bepaalde studierichtingen zijn specifieke toelatingsvoorwaarden van toepassing (medisch, veiligheid, topsportstatuut, ...). De toelatingsvoorwaarden voor jouw richting kan je hier opzoeken. Kies je opleiding en volg de link naar het curriculumdossier.


Extra

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.


Veranderen tijdens schooljaar

Veranderen van studierichting is mogelijk tot 15/01.

Voor uitzonderlijke gevallen kan de toelatingsklassenraad afwijken van deze datum. 
Daarna is verandering alleen toegestaan wegens een ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige reden en op voorwaarde van een gunstige beslissing van de klassenraad, na advies van de klassenraad van het structuuronderdeel waaruit de leerling overstapt.


Meer info: zie regelgeving SO

Attest

Na het 1e leerjaar van de 3e graad (= 5SO) kan je volgende oriënteringsattesten behalen:

A-attest

Als je geslaagd bent.

 

 

C-attest

Als je niet geslaagd bent.

Attest van regelmatige lesbijwoning (enkel finaliteit arbeidsmarkt)

Als de school werkt volgens ‘het systeem van uitstel van de delibererende klassenraad tot het einde van een graad’ (zie omzendbrief SO 64 10.1.2)
Hiermee krijg je toelating tot 5 SO.

Wat na Muziekinstrumentenbouw ?

Na het 5e leerjaar volg je in principe dezelfde studierichting. Onder bepaalde voorwaarden kan je nog naar een andere studierichting. Lees daarom de toelatingsvoorwaarden bij die studierichting. 

Na het 6e leerjaar gaan de leerlingen uit de arbeidsfinaliteit werken of soms nog verder studeren.  

Om een goede keuze te maken ga best eerst heel breed te kijken, om nadien een aantal mogelijkheden te filteren die je meer in detail verkent.

Je wil gaan werken

  • Welke beroepen zouden bij mij kunnen passen? Neem een kijkje op de beroepenpagina waar je op verschillende manieren kan je via verschillende ingangen verkennen welke beroepen er zoal zijn.
  • Of doe de test met Oriënt van VDAB.
  • Neem ook eens de info door op onze schoolverlaterspagina. 

Je wil verder studeren

Er zijn verschillende mogelijkheden na het 6e jaar:

  • Graduaatsopleidingen
  • 7e leerjaar bso (gericht op de arbeidsmarkt, vroegere specialisatiejaar)
  • 7e leerjaar bso gericht op het hoger onderwijs. Indien men slaagt heeft men toegang tot:

            Professionele bachelors 
            Academische bachelors 

Je kan deze bachelors o.a. verkennen via verschillende ingangen:

Enkele vragen die je kunnen helpen bij het kiezen van een opleiding in het hoger onderwijs:

  • Wat doe ik graag? De vragenlijst I-Prefer kan je hierbij helpen.
  • Welke opleidingen zouden mij kunnen boeien? Ontdek het met Explore.
  • Hoe zit het met mijn studiemotivatie en studiemethode? Bekijk het even met de vragenlijst I-Study.
  • Wat met de toelatingsvoorwaarden en de ijkingstoetsen?
  • Hoe zit het met mijn voorkennis voor bepaalde studierichtingen? Zelftests kunnen je daar wat info over geven.
  •  

Uiteraard zijn nog andere keuzes mogelijk.
Er zijn andere opleidingsmogelijkheden bij SyntraVDABDefensie, Politie, ... 

Leg zeker ook je oor eens te luisteren bij je ouders, familie, vrienden, leerkrachten, CLB, ... Zij kunnen je allicht ook zinvolle feedback geven over de keuze die je overweegt.

Visuele voorstelling van de mogelijkheden na het 6e jaar arbeidsmarktgerichte finaliteit