Muziek - Tweede graad

Studierichting "Muziek"

Passie voor muziek, muzikaal talent, veel inzet, een goede studiemethode en -discipline zijn nodig om deze pre-professionele artistieke opleiding aan te vatten.
Je moet immers niet alleen bereid zijn om, naast het ontwikkelen van je muzikaal talent, ook een ruim aantal algemene vakken onder de knie te krijgen.
Bovendien vereist deze studierichting de wil om elke dag te trainen en meermaals op te treden binnen en buiten de school.

Deze studierichting vertrekt van een muzikale voorkennis gelijk aan minstens 3 jaar algemene muzikale vorming en instrument van het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO). De opleiding start daar vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Je kan ook privé-onderwijs volgen als voorbereiding.
Bovendien is het aangewezen reeds muziek te volgen in het 2e leerjaar van de 1e graad van het secundair onderwijs.

In de praktijkvakken oefen je je in het bespelen van 2 muziekinstrumenten.
Voor zowel je 1e als je 2e instrument krijg je individuele lessen. Voor het 1e instrument is voorkennis onontbeerlijk.
Een van beide instrumenten moet steeds piano zijn.
Veel aandacht gaat naar de speeltechnische aspecten, inzicht in de partituur, geheugen, stijlgevoel, interpretatie.

Notenleer, gehoorvorming en intonatievaardigheid komen aan bod in Algemene Muziekleer.
Het muzikale dictee leert je analyseren en noteren wat je hoort.

In koorzang en samenspel oefen je verschillende repertoires uit verschillende stijlperiodes in groep.
Dit is de ideale voorbereiding op latere optredens.

Je leert ook improviseren, variëren en wie weet componeren door samen te musiceren op het gehoor.
Naast zang en traditionele muziekinstrumenten leer je de computer, muzieksoftware en geluidstechniek gebruiken.

Ook met taal ga je creatief aan de slag.
Je wordt verbaal gevormd door dictie, ademhalings- en spreekoefeningen, oefeningen op geluid, toon, tempo en volume.

Tenslotte staat kunstbeschouwing (kunstgeschiedenis, kijken en luisteren naar kunst) op jouw programma.

  Let op:
de school kan (dus geen verplichting) een geschiktheidsproef organiseren die door de toelatingsklassenraad wordt beoordeeld.
De geschiktheidsproef is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding.
De proef peilt naar je artistieke aanleg.
Bij een negatieve evaluatie heb je, enkel in het eerste leerjaar van de graad, recht op 1 herkansing.

Muziek               


Passie voor muziek, muzikaal talent, veel inzet, een goede studiemethode en -discipline zijn nodig om deze pre-professionele artistieke opleiding aan te vatten.
Je moet immers niet alleen bereid zijn om, naast het ontwikkelen van je muzikaal talent, ook een ruim aantal algemene vakken onder de knie te krijgen.
Bovendien vereist deze studierichting de wil om elke dag te trainen en meermaals op te treden binnen en buiten de school.

Deze studierichting vertrekt van een muzikale voorkennis gelijk aan minstens 3 jaar algemene muzikale vorming en instrument van het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO). De opleiding start daar vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Je kan ook privé-onderwijs volgen als voorbereiding.
Bovendien is het aangewezen reeds muziek te volgen in het 2e leerjaar van de 1e graad van het secundair onderwijs.

In de praktijkvakken oefen je je in het bespelen van 2 muziekinstrumenten.
Voor zowel je 1e als je 2e instrument krijg je individuele lessen. Voor het 1e instrument is voorkennis onontbeerlijk.
Een van beide instrumenten moet steeds piano zijn.
Veel aandacht gaat naar de speeltechnische aspecten, inzicht in de partituur, geheugen, stijlgevoel, interpretatie.

Notenleer, gehoorvorming en intonatievaardigheid komen aan bod in Algemene Muziekleer.
Het muzikale dictee leert je analyseren en noteren wat je hoort.

In koorzang en samenspel oefen je verschillende repertoires uit verschillende stijlperiodes in groep.
Dit is de ideale voorbereiding op latere optredens.

Je leert ook improviseren, variëren en wie weet componeren door samen te musiceren op het gehoor.
Naast zang en traditionele muziekinstrumenten leer je de computer, muzieksoftware en geluidstechniek gebruiken.

Ook met taal ga je creatief aan de slag.
Je wordt verbaal gevormd door dictie, ademhalings- en spreekoefeningen, oefeningen op geluid, toon, tempo en volume.

Tenslotte staat kunstbeschouwing (kunstgeschiedenis, kijken en luisteren naar kunst) op jouw programma.

  Let op:
de school kan (dus geen verplichting) een geschiktheidsproef organiseren die door de toelatingsklassenraad wordt beoordeeld.
De geschiktheidsproef is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding.
De proef peilt naar je artistieke aanleg.
Bij een negatieve evaluatie heb je, enkel in het eerste leerjaar van de graad, recht op 1 herkansing.

De lesinhouden (lessenroosters) verschillen van school tot school. Scholen hebben een grote vrijheid om het lessenpakket te organiseren. Daarom vermelden we geen lessenroosters meer.
Je kan ervan uitgaan dat de lessen bestaan uit:

  • basisvorming die hetzelfde is voor elke leerling in hetzelfde leerjaar in een studierichting met dezelfde finaliteit +
  • vorming die typisch is voor de studierichting +
  • enkele uurtjes die de school vrij mag invullen

Gedetailleerde informatie vind je op de websites van de scholen.

Meer informatie over de inhoud, competenties en doelstellingen lees je in het curriculumdossier.

Waar kan ik "Muziek" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Na het 3e leerjaar van het secundair onderwijs kan je in 4 SO je studie verderzetten in

  • dezelfde studierichting
  • een andere studierichting uit hetzelfde ‘studiedomein’
  • een studierichting uit een ander studiedomein

De meeste leerlingen kiezen voor de verderzetting van hun studies in dezelfde studierichting (met dezelfde finaliteit = einddoel, voorbereiding op hoger onderwijs, arbeidsmarkt of beide).
Soms kiezen jongeren voor een ander traject. Bijvoorbeeld voor een vergelijkbare studierichting in 4 SO maar met een andere finaliteit.

 Als je kiest voor een andere studierichting, ga dan na of je voldoende basis hebt voor die richting en hoe je een eventuele achterstand kan inhalen.
Studierichtingen uit hetzelfde studiedomein hebben deels dezelfde inhoud maar kunnen:

  • in verschillende interessegebieden (/studiedomeinen)  liggen en/of
  • een andere finaliteit hebben

Met andere woorden: binnen hetzelfde studiedomein kan je soms studierichtingen vinden die meer/minder aansluitend zijn of meer/minder theoretisch. 

Het is ook mogelijk om over te stappen naar een 4e SO uit een ander studiedomein.

Overstappen zijn soms aangewezen maar doe je best niet onvoorbereid. Elke switch van studierichting, finaliteit of studiedomein wordt best vooraf goed besproken.  Het is niet omdat bepaalde overstappen mogelijk zijn, dat ze daarom vlot haalbaar zijn!