HO
- Startpagina HO
- Algemene info HO
- Graduaatsopleidingen
- HBO5 Verpleegkunde
- Professionele bachelor
- Academische bachelor
- Ba-na-Ba
- Master
- Ma-na-Ma
- Postgraduaat
- Schakelprogramma's
- Studierendement
- Zoeken via alfabet
- Zoeken via belangstelling
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via schoolvakken
- Zoeken via instelling
- Zoeken via campussen
- Zoeken via provincie
- Zoeken via trefwoorden
- Zoeken via onderwijstaal
- Keuzetrajecten HO
- Flexibel studeren
- Functiebeperking en HO
- Recht op vrijstellingen?
- Zelftests
- Keuzerooster
- Buiten Vlaanderen
- International students
- Bacheloropleidingen
- Leerkrediet
- Studentenhuizen
- SID-in's
- Studievoortgang
- Stoppen in HO
- Veranderen in HO
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Deeltijds Kunstonderwijs
- Linken
- Downloads
- Moeilijke woorden

Educatieve opleiding: Lager onderwijs - Professionele bachelor
De opleiding is een combinatie van theoretische cursussen en stages. Beide opleidingscomponenten zijn nauw verwant omdat de theorie zo veel mogelijk wordt gekoppeld aan concrete ervaringen in de klas.
Alle lerarenopleidingen zijn gebaseerd op eenzelfde beroepsprofiel en dezelfde set van basiscompetenties die elke leerkracht moet bezitten. Het gaat om een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die belangrijk zijn bij de beroepsuitoefening. Deze basiscompetenties leggen de nadruk op hedendaagse uitdagingen in het lerarenberoep (bv. zorg, grootstedelijke context, taalvaardigheid in het Nederlands, meertaligheid, diversificatie van het onderwijsgebeuren).
In de opleiding vind je vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psychopedagogische vaardigheden, levensbeschouwing, ICT. Daarnaast is er een gedeelte specifiek toegespitst op het lager onderwijs met accent op Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding en wiskunde. In het totale opleidingspakket zijn verschillende stages vervat. De hogescholen organiseren deze stages als een zogenaamde preservice training, waarin je wordt begeleid door een stagebegeleider van de hogeschool zelf én door een personeelslid van de instelling waar de stage doorgaat.
De praktijkervaring wordt gaandeweg opgebouwd met het vorderen van de opleiding en is een zeer belangrijk onderdeel van de totale opleiding. In het 1ste jaar begin je met een observatiestage, om dan al snel beginnend te participeren aan het klasgebeuren om je zo verder te initiëren in de rol van onderwijzer. Dit wordt aangevuld met demonstratielessen door ervaren leerkrachten en via inoefenen van deelvaardigheden in didactische ateliers. Meestal sta je in het 1ste jaar nog samen met een collega-student voor de klas om in wederzijdse ondersteuning via waarneming en participatie de leerprocessen van de kinderen te observeren. Vanaf het 2de jaar ga je zelfstandig aan de slag in de klas en leer je complexere werkvormen te hanteren. In het 3de jaar omvat de stage de helft van het schooljaar. De stages zullen zich situeren over de verschillende leerjaren van het lager onderwijs en via keuzestages kan je je ervaringen uitbreiden naar het buitengewoon onderwijs, het methodeonderwijs, begeleidende diensten, concentratiescholen.
Doorheen de opleiding wordt veel belang gehecht aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de toekomstige onderwijzer, waarbij de maatschappelijke betrokkenheid, de zorgverbredende instelling, de communicatieve vaardigheden, het werken in teamverband en zelfreflectie zeer belangrijk zijn. In alle educatieve opleidingen zal je beter leren omgaan met meertaligheid, grootstedelijkheid en diversiteit in de klas.
Voor wie?
- Je hebt een diploma secundair onderwijs
- Je wilt lesgeven aan zes- tot twaalfjarigen en hen begeleiden.
- Je hebt een groot inlevingsvermogen, bent communicatief, creatief en alert.
Aanvullende info:
Studiepunten
180

Educatieve opleiding: Lager onderwijs - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Links
- Studie-
rendement
Algemene info
De opleiding is een combinatie van theoretische cursussen en stages. Beide opleidingscomponenten zijn nauw verwant omdat de theorie zo veel mogelijk wordt gekoppeld aan concrete ervaringen in de klas.
Alle lerarenopleidingen zijn gebaseerd op eenzelfde beroepsprofiel en dezelfde set van basiscompetenties die elke leerkracht moet bezitten. Het gaat om een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die belangrijk zijn bij de beroepsuitoefening. Deze basiscompetenties leggen de nadruk op hedendaagse uitdagingen in het lerarenberoep (bv. zorg, grootstedelijke context, taalvaardigheid in het Nederlands, meertaligheid, diversificatie van het onderwijsgebeuren).
In de opleiding vind je vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psychopedagogische vaardigheden, levensbeschouwing, ICT. Daarnaast is er een gedeelte specifiek toegespitst op het lager onderwijs met accent op Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding en wiskunde. In het totale opleidingspakket zijn verschillende stages vervat. De hogescholen organiseren deze stages als een zogenaamde preservice training, waarin je wordt begeleid door een stagebegeleider van de hogeschool zelf én door een personeelslid van de instelling waar de stage doorgaat.
De praktijkervaring wordt gaandeweg opgebouwd met het vorderen van de opleiding en is een zeer belangrijk onderdeel van de totale opleiding. In het 1ste jaar begin je met een observatiestage, om dan al snel beginnend te participeren aan het klasgebeuren om je zo verder te initiëren in de rol van onderwijzer. Dit wordt aangevuld met demonstratielessen door ervaren leerkrachten en via inoefenen van deelvaardigheden in didactische ateliers. Meestal sta je in het 1ste jaar nog samen met een collega-student voor de klas om in wederzijdse ondersteuning via waarneming en participatie de leerprocessen van de kinderen te observeren. Vanaf het 2de jaar ga je zelfstandig aan de slag in de klas en leer je complexere werkvormen te hanteren. In het 3de jaar omvat de stage de helft van het schooljaar. De stages zullen zich situeren over de verschillende leerjaren van het lager onderwijs en via keuzestages kan je je ervaringen uitbreiden naar het buitengewoon onderwijs, het methodeonderwijs, begeleidende diensten, concentratiescholen.
Doorheen de opleiding wordt veel belang gehecht aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de toekomstige onderwijzer, waarbij de maatschappelijke betrokkenheid, de zorgverbredende instelling, de communicatieve vaardigheden, het werken in teamverband en zelfreflectie zeer belangrijk zijn. In alle educatieve opleidingen zal je beter leren omgaan met meertaligheid, grootstedelijkheid en diversiteit in de klas.
Voor wie?
- Je hebt een diploma secundair onderwijs
- Je wilt lesgeven aan zes- tot twaalfjarigen en hen begeleiden.
- Je hebt een groot inlevingsvermogen, bent communicatief, creatief en alert.
Studiepunten
180
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Vanaf het academiejaar 2017-2018 is er een verplichte niet-bindende instaptoets voor de lerarenopleiding. Deze toets wil je een indicatie geven over je vaardigheden in bepaalde startcompetenties voor de opleiding.
Er wordt op de eerste plaats ingezet op talige competenties, omdat die in alle lerarenopleidingen uiteraard van groot belang zijn.
De toets bestaat uit:
- Nederlands (45 min.)
- Motivatie- en studievaardighedentest (15 min.)
- Frans (75 min.)
- Wiskunde (45 min.)
De startende studenten worden door middel van de instaptoetsen geconfronteerd met hun eigen talenten en vooral hun eigen werkpunten waarbij ze de kans krijgen om deze te remediëren.
Het ‘bewijs van deelname’, dat je downloadt nadat je alle toetsonderdelen hebt afgelegd, heb je nodig om je te kunnen inschrijven bij de hogeschool van jouw keuze. Weet dat je niet verplicht bent het resultaat mee te delen bij inschrijving. Je moet enkel bewijzen dat je de proef hebt afgelegd.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Educatieve opleiding: Lager onderwijs
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Onderwijs
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon,
Schoolvakken SO: Psychologie,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Educatieve opleiding: Lager onderwijs
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
Afstandsonderwijs
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
VDAB-traject
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Mechelen Kruidtuin
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Hertogstraat
Starten in februari
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Clenardus
Starten in februari
Hogeschool PXL, Campus Vildersstraat
Avondonderwijs
VDAB-traject
Werkplekleren
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Diepenbeek
Avondonderwijs
Howest, Campus Brugge Centrum
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Brugge Xaverianenstraat
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Werkplekleren
HOGENT, Campus Ledeganck
Starten in februari
Werkplekleren
Arteveldehogeschool, Campus Kattenberg
Starten in februari
Werkstudententraject
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Odisee, Campus Aalst
Afstandsonderwijs
Instellingen
Warmoesberg 26 1000 Brussel
02 210 12 11![]()
![]()
Slotstraat 28 1000 Brussel
02 899 71 01![]()
![]()
Zespenningenstraat 70 1000 Brussel
02 213 61 10![]()
![]()
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
03 220 55 00![]()
![]()
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
03 613 13 13![]()
![]()
Lepelstraat 2 2290 Vorselaar
014 50 81 60![]()
![]()
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
014 80 61 01![]()
![]()
Lange Ridderstraat 44 2800 Mechelen
015 36 92 20![]()
![]()
Hertogstraat 178 3001 Heverlee
016 37 56 00![]()
![]()
Weerstandsplein 2 3290 Diest
016 37 54 00![]()
![]()
Vildersstraat 5 3500 Hasselt
011 77 53 04![]()
![]()
Agoralaan Gebouw B bus 1 3590 Diepenbeek
011 18 00 00![]()
![]()
Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge
050 33 32 68![]()
![]()
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
050 30 51 00![]()
![]()
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
056 26 41 60![]()
![]()
Sint-Jozefstraat 1 8820 Torhout
050 23 10 30![]()
![]()
K.L. Ledeganckstraat 8 9000 Gent
09 243 30 00![]()
![]()
Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent
09 234 81 00![]()
![]()
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
03 776 43 48![]()
![]()
Kwalestraat 154 9320 Nieuwerkerken
053 72 71 70![]()
![]()
Beroepsuitwegen
De onderwijzer begeleidt het leerproces bij kinderen van 6 tot 12 jaar, maar is ook een opvoeder die zorgverbredend werkt met alle kinderen.
Dit aspect is zeer belangrijk gezien de onderwijskundige en maatschappelijke trends naar inclusief onderwijs en kansenbevordering.
Afgestudeerden komen als leerkracht vooral terecht in het lager onderwijs, zowel gewoon als buitengewoon. Men kan zijn onderwijsbevoegdheden uitbreiden (bijvoorbeeld naar het kleuter- of secundair onderwijs) door het volgen van een vervolgopleiding.
Sommige afgestudeerden gaan werken als opvoeder in een MPI of als studiemeester-opvoeder in het secundair onderwijs.
De onderwijzer moet in principe alle vakken kunnen onderwijzen waardoor hij moet beschikken over een brede algemene belangstelling en bedreven moet zijn in specifieke didactische werkmethodes.
Het beroep van onderwijzer en de inhoud van de taken evolueert sterk.
Zo is er naast een trend tot specialisatie (bv. leerkracht lichamelijke opvoeding, godsdienstleerkracht, taakleerkracht) ook een aanbod van nieuwe functies (bv. zorgcoördinator, beleidsondersteuner).
Naast de gewone lestaken wordt de onderwijzer ook vaak ingeschakeld voor allerlei nevenactiviteiten: socio-culturele activiteiten, bewaking, sneeuw- of bosklassen.
De onderwijzer is naast leerkracht ook de manager van al wat gebeurt in de klas en moet over organisatorische vaardigheden beschikken om met verschillende niveaugroepen van kinderen te kunnen werken.
Vlotte communicatieve vaardigheden om te overleggen en samen te werken met collega's, ouders en begeleidende diensten zijn vanzelfsprekend.
Bij de start van de loopbaan kunnen door de schoolgemeenschappen mentoren worden aangesteld om de beginnende leerkrachten bij te staan.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Directeur-Directrice kleuterschool en lagere school
Leerkracht buitengewoon secundair onderwijs
Leerkracht kleuter- of lager onderwijs
( knelpuntberoep)
Zorgleerkracht- Zorgcoördinator
Vlaamse Kwalificatiestructuur
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Boekhouden - informatica (TSO) | 125 | 2,62 | 57,33 | 15 | 14 | 24 | 31 | 32 | 9 |
Economie-moderne talen (ASO) | 797 | 2,90 | 83,75 | 25 | 33 | 55 | 113 | 542 | 29 |
Economie-wetenschappen (ASO) | 51 | 1,56 | 85,69 | 1 | 1 | 5 | 7 | 36 | 1 |
Economie-wiskunde (ASO) | 89 | 1,33 | 91,86 | 0 | 1 | 3 | 10 | 71 | 4 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 531 | 8,18 | 64,33 | 28 | 64 | 77 | 153 | 178 | 31 |
Handel (TSO) | 486 | 3,58 | 58,73 | 44 | 67 | 81 | 137 | 134 | 23 |
Hotel (TSO) | 31 | 2,18 | 49,81 | 7 | 7 | 0 | 7 | 8 | 2 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1693 | 6,49 | 84,38 | 34 | 71 | 110 | 271 | 1 139 | 68 |
Informaticabeheer (TSO) | 39 | 1,02 | 43,51 | 4 | 13 | 4 | 10 | 5 | 3 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 205 | 6,84 | 57,16 | 19 | 28 | 36 | 49 | 55 | 18 |
Kinderzorg (BSO) | 108 | 1,99 | 32,20 | 31 | 18 | 17 | 18 | 7 | 17 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 114 | 1,48 | 86,83 | 7 | 2 | 2 | 24 | 76 | 3 |
Latijn-wetenschappen (ASO) | 50 | 0,79 | 94,76 | 0 | 0 | 0 | 5 | 42 | 3 |
Latijn-wiskunde (ASO) | 33 | 0,29 | 94,85 | 1 | 0 | 1 | 1 | 29 | 1 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 255 | 3,59 | 48,29 | 49 | 51 | 30 | 48 | 58 | 19 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 228 | 2,25 | 89,64 | 4 | 6 | 10 | 25 | 172 | 11 |
Onthaal en public relations (TSO) | 97 | 5,60 | 47,91 | 16 | 22 | 11 | 18 | 23 | 7 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 98 | 3,40 | 45,96 | 16 | 23 | 12 | 21 | 17 | 9 |
Secretariaat-talen (TSO) | 241 | 5,32 | 61,75 | 23 | 27 | 38 | 61 | 70 | 22 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 2516 | 10,10 | 66,14 | 149 | 268 | 358 | 652 | 966 | 123 |
Sportwetenschappen (ASO) | 54 | 1,73 | 79,39 | 5 | 2 | 2 | 12 | 30 | 3 |
Techniek-wetenschappen (TSO) | 66 | 1,44 | 71,60 | 1 | 4 | 15 | 13 | 30 | 3 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 40 | 0,43 | 38,52 | 8 | 10 | 8 | 5 | 6 | 3 |
Toegepaste beeldende kunst (KSO) | 31 | 2,20 | 52,64 | 2 | 9 | 3 | 8 | 6 | 3 |
Toerisme (TSO) | 94 | 4,53 | 43,59 | 13 | 20 | 18 | 16 | 17 | 10 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 236 | 0,61 | 92,77 | 2 | 2 | 7 | 24 | 194 | 7 |
Woordkunst-drama (KSO) | 59 | 5,61 | 62,33 | 10 | 5 | 8 | 10 | 23 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 13-02-2022 |

Educatieve opleiding: Lager onderwijs - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Links
- Studie-
rendement
Algemene info
De opleiding is een combinatie van theoretische cursussen en stages. Beide opleidingscomponenten zijn nauw verwant omdat de theorie zo veel mogelijk wordt gekoppeld aan concrete ervaringen in de klas.
Alle lerarenopleidingen zijn gebaseerd op eenzelfde beroepsprofiel en dezelfde set van basiscompetenties die elke leerkracht moet bezitten. Het gaat om een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die belangrijk zijn bij de beroepsuitoefening. Deze basiscompetenties leggen de nadruk op hedendaagse uitdagingen in het lerarenberoep (bv. zorg, grootstedelijke context, taalvaardigheid in het Nederlands, meertaligheid, diversificatie van het onderwijsgebeuren).
In de opleiding vind je vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psychopedagogische vaardigheden, levensbeschouwing, ICT. Daarnaast is er een gedeelte specifiek toegespitst op het lager onderwijs met accent op Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding en wiskunde. In het totale opleidingspakket zijn verschillende stages vervat. De hogescholen organiseren deze stages als een zogenaamde preservice training, waarin je wordt begeleid door een stagebegeleider van de hogeschool zelf én door een personeelslid van de instelling waar de stage doorgaat.
De praktijkervaring wordt gaandeweg opgebouwd met het vorderen van de opleiding en is een zeer belangrijk onderdeel van de totale opleiding. In het 1ste jaar begin je met een observatiestage, om dan al snel beginnend te participeren aan het klasgebeuren om je zo verder te initiëren in de rol van onderwijzer. Dit wordt aangevuld met demonstratielessen door ervaren leerkrachten en via inoefenen van deelvaardigheden in didactische ateliers. Meestal sta je in het 1ste jaar nog samen met een collega-student voor de klas om in wederzijdse ondersteuning via waarneming en participatie de leerprocessen van de kinderen te observeren. Vanaf het 2de jaar ga je zelfstandig aan de slag in de klas en leer je complexere werkvormen te hanteren. In het 3de jaar omvat de stage de helft van het schooljaar. De stages zullen zich situeren over de verschillende leerjaren van het lager onderwijs en via keuzestages kan je je ervaringen uitbreiden naar het buitengewoon onderwijs, het methodeonderwijs, begeleidende diensten, concentratiescholen.
Doorheen de opleiding wordt veel belang gehecht aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de toekomstige onderwijzer, waarbij de maatschappelijke betrokkenheid, de zorgverbredende instelling, de communicatieve vaardigheden, het werken in teamverband en zelfreflectie zeer belangrijk zijn. In alle educatieve opleidingen zal je beter leren omgaan met meertaligheid, grootstedelijkheid en diversiteit in de klas.
Voor wie?
- Je hebt een diploma secundair onderwijs
- Je wilt lesgeven aan zes- tot twaalfjarigen en hen begeleiden.
- Je hebt een groot inlevingsvermogen, bent communicatief, creatief en alert.
Studiepunten
180
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Vanaf het academiejaar 2017-2018 is er een verplichte niet-bindende instaptoets voor de lerarenopleiding. Deze toets wil je een indicatie geven over je vaardigheden in bepaalde startcompetenties voor de opleiding.
Er wordt op de eerste plaats ingezet op talige competenties, omdat die in alle lerarenopleidingen uiteraard van groot belang zijn.
De toets bestaat uit:
- Nederlands (45 min.)
- Motivatie- en studievaardighedentest (15 min.)
- Frans (75 min.)
- Wiskunde (45 min.)
De startende studenten worden door middel van de instaptoetsen geconfronteerd met hun eigen talenten en vooral hun eigen werkpunten waarbij ze de kans krijgen om deze te remediëren.
Het ‘bewijs van deelname’, dat je downloadt nadat je alle toetsonderdelen hebt afgelegd, heb je nodig om je te kunnen inschrijven bij de hogeschool van jouw keuze. Weet dat je niet verplicht bent het resultaat mee te delen bij inschrijving. Je moet enkel bewijzen dat je de proef hebt afgelegd.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Educatieve opleiding: Lager onderwijs
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Onderwijs
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon,
Schoolvakken SO: Psychologie,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Educatieve opleiding: Lager onderwijs
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
Afstandsonderwijs
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
VDAB-traject
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Mechelen Kruidtuin
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Hertogstraat
Starten in februari
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Clenardus
Starten in februari
Hogeschool PXL, Campus Vildersstraat
Avondonderwijs
VDAB-traject
Werkplekleren
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Diepenbeek
Avondonderwijs
Howest, Campus Brugge Centrum
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Brugge Xaverianenstraat
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Werkplekleren
HOGENT, Campus Ledeganck
Starten in februari
Werkplekleren
Arteveldehogeschool, Campus Kattenberg
Starten in februari
Werkstudententraject
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Odisee, Campus Aalst
Afstandsonderwijs
Instellingen
Warmoesberg 26 1000 Brussel
02 210 12 11![]()
![]()
Slotstraat 28 1000 Brussel
02 899 71 01![]()
![]()
Zespenningenstraat 70 1000 Brussel
02 213 61 10![]()
![]()
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
03 220 55 00![]()
![]()
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
03 613 13 13![]()
![]()
Lepelstraat 2 2290 Vorselaar
014 50 81 60![]()
![]()
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
014 80 61 01![]()
![]()
Lange Ridderstraat 44 2800 Mechelen
015 36 92 20![]()
![]()
Hertogstraat 178 3001 Heverlee
016 37 56 00![]()
![]()
Weerstandsplein 2 3290 Diest
016 37 54 00![]()
![]()
Vildersstraat 5 3500 Hasselt
011 77 53 04![]()
![]()
Agoralaan Gebouw B bus 1 3590 Diepenbeek
011 18 00 00![]()
![]()
Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge
050 33 32 68![]()
![]()
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
050 30 51 00![]()
![]()
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
056 26 41 60![]()
![]()
Sint-Jozefstraat 1 8820 Torhout
050 23 10 30![]()
![]()
K.L. Ledeganckstraat 8 9000 Gent
09 243 30 00![]()
![]()
Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent
09 234 81 00![]()
![]()
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
03 776 43 48![]()
![]()
Kwalestraat 154 9320 Nieuwerkerken
053 72 71 70![]()
![]()
Beroepsuitwegen
De onderwijzer begeleidt het leerproces bij kinderen van 6 tot 12 jaar, maar is ook een opvoeder die zorgverbredend werkt met alle kinderen.
Dit aspect is zeer belangrijk gezien de onderwijskundige en maatschappelijke trends naar inclusief onderwijs en kansenbevordering.
Afgestudeerden komen als leerkracht vooral terecht in het lager onderwijs, zowel gewoon als buitengewoon. Men kan zijn onderwijsbevoegdheden uitbreiden (bijvoorbeeld naar het kleuter- of secundair onderwijs) door het volgen van een vervolgopleiding.
Sommige afgestudeerden gaan werken als opvoeder in een MPI of als studiemeester-opvoeder in het secundair onderwijs.
De onderwijzer moet in principe alle vakken kunnen onderwijzen waardoor hij moet beschikken over een brede algemene belangstelling en bedreven moet zijn in specifieke didactische werkmethodes.
Het beroep van onderwijzer en de inhoud van de taken evolueert sterk.
Zo is er naast een trend tot specialisatie (bv. leerkracht lichamelijke opvoeding, godsdienstleerkracht, taakleerkracht) ook een aanbod van nieuwe functies (bv. zorgcoördinator, beleidsondersteuner).
Naast de gewone lestaken wordt de onderwijzer ook vaak ingeschakeld voor allerlei nevenactiviteiten: socio-culturele activiteiten, bewaking, sneeuw- of bosklassen.
De onderwijzer is naast leerkracht ook de manager van al wat gebeurt in de klas en moet over organisatorische vaardigheden beschikken om met verschillende niveaugroepen van kinderen te kunnen werken.
Vlotte communicatieve vaardigheden om te overleggen en samen te werken met collega's, ouders en begeleidende diensten zijn vanzelfsprekend.
Bij de start van de loopbaan kunnen door de schoolgemeenschappen mentoren worden aangesteld om de beginnende leerkrachten bij te staan.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Directeur-Directrice kleuterschool en lagere school
Leerkracht buitengewoon secundair onderwijs
Leerkracht kleuter- of lager onderwijs
( knelpuntberoep)
Zorgleerkracht- Zorgcoördinator
Vlaamse Kwalificatiestructuur
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Boekhouden - informatica (TSO) | 125 | 2,62 | 57,33 | 15 | 14 | 24 | 31 | 32 | 9 |
Economie-moderne talen (ASO) | 797 | 2,90 | 83,75 | 25 | 33 | 55 | 113 | 542 | 29 |
Economie-wetenschappen (ASO) | 51 | 1,56 | 85,69 | 1 | 1 | 5 | 7 | 36 | 1 |
Economie-wiskunde (ASO) | 89 | 1,33 | 91,86 | 0 | 1 | 3 | 10 | 71 | 4 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 531 | 8,18 | 64,33 | 28 | 64 | 77 | 153 | 178 | 31 |
Handel (TSO) | 486 | 3,58 | 58,73 | 44 | 67 | 81 | 137 | 134 | 23 |
Hotel (TSO) | 31 | 2,18 | 49,81 | 7 | 7 | 0 | 7 | 8 | 2 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1693 | 6,49 | 84,38 | 34 | 71 | 110 | 271 | 1 139 | 68 |
Informaticabeheer (TSO) | 39 | 1,02 | 43,51 | 4 | 13 | 4 | 10 | 5 | 3 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 205 | 6,84 | 57,16 | 19 | 28 | 36 | 49 | 55 | 18 |
Kinderzorg (BSO) | 108 | 1,99 | 32,20 | 31 | 18 | 17 | 18 | 7 | 17 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 114 | 1,48 | 86,83 | 7 | 2 | 2 | 24 | 76 | 3 |
Latijn-wetenschappen (ASO) | 50 | 0,79 | 94,76 | 0 | 0 | 0 | 5 | 42 | 3 |
Latijn-wiskunde (ASO) | 33 | 0,29 | 94,85 | 1 | 0 | 1 | 1 | 29 | 1 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 255 | 3,59 | 48,29 | 49 | 51 | 30 | 48 | 58 | 19 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 228 | 2,25 | 89,64 | 4 | 6 | 10 | 25 | 172 | 11 |
Onthaal en public relations (TSO) | 97 | 5,60 | 47,91 | 16 | 22 | 11 | 18 | 23 | 7 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 98 | 3,40 | 45,96 | 16 | 23 | 12 | 21 | 17 | 9 |
Secretariaat-talen (TSO) | 241 | 5,32 | 61,75 | 23 | 27 | 38 | 61 | 70 | 22 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 2516 | 10,10 | 66,14 | 149 | 268 | 358 | 652 | 966 | 123 |
Sportwetenschappen (ASO) | 54 | 1,73 | 79,39 | 5 | 2 | 2 | 12 | 30 | 3 |
Techniek-wetenschappen (TSO) | 66 | 1,44 | 71,60 | 1 | 4 | 15 | 13 | 30 | 3 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 40 | 0,43 | 38,52 | 8 | 10 | 8 | 5 | 6 | 3 |
Toegepaste beeldende kunst (KSO) | 31 | 2,20 | 52,64 | 2 | 9 | 3 | 8 | 6 | 3 |
Toerisme (TSO) | 94 | 4,53 | 43,59 | 13 | 20 | 18 | 16 | 17 | 10 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 236 | 0,61 | 92,77 | 2 | 2 | 7 | 24 | 194 | 7 |
Woordkunst-drama (KSO) | 59 | 5,61 | 62,33 | 10 | 5 | 8 | 10 | 23 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 13-02-2022 |