HO
- Startpagina HO
- Algemene info HO
- Graduaatsopleidingen
- HBO5 Verpleegkunde
- Professionele bachelor
- Academische bachelor
- Ba-na-Ba
- Master
- Ma-na-Ma
- Postgraduaat
- Schakelprogramma's
- Studierendement
- Zoeken via alfabet
- Zoeken via belangstelling
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via schoolvakken
- Zoeken via instelling
- Zoeken via campussen
- Zoeken via provincie
- Zoeken via trefwoorden
- Zoeken via onderwijstaal
- Keuzetrajecten HO
- Flexibel studeren
- Functiebeperking en HO
- Recht op vrijstellingen?
- Zelftests
- Keuzerooster
- Buiten Vlaanderen
- International students
- Instellingen HO
- Bacheloropleidingen
- Leerkrediet
- Studentenhuizen
- SID-in's
- Studievoortgang
- Stoppen in HO
- Veranderen in HO
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Deeltijds Kunstonderwijs
- Linken
- Downloads
- Moeilijke woorden

Audiovisuele kunsten : Montage - Academische bachelor
Tijdens het eerste jaar van de bacheloropleiding ontdek je als student montage samen met de studenten schrijven, regie, productie, cinematografie en sound design de audiovisuele basisbegrippen. Je krijgt een bad van Kunst, Cultuur en Filmgeschiedenis; de eerste scenario-, regie- en productielessen en je hebt gezamenlijke praktijk fictie en reportage. Hier wordt de kiem gelegd voor de latere samenwerkingen, elk vanuit de eigen, steeds meer gespecialiseerde discipline. Er zijn ook al enkele specifieke vakken zoals Montagetechnieken en Montagevormen. Op het einde van het eerste jaar toon je een persoonlijk, geïnspireerd werk.
Vanaf het tweede jaar concentreert de richting montage zich op de storytelling binnen fictie en verhalen uit de realiteit. Analyse van film en documentaire zijn belangrijk. De kracht van muziek bij een audiovisueel verhaal wordt onderzocht. Een basis van visuele effecten en color grading wordt bijgebracht zodat dit een juiste plaats krijgt in de postproductie.
Je gaat creatief en zelfbewust om met het narratieve en dramatische aspect in het verhaal. Je doet voorstellen qua structuur, tempo, ritme, emotie, muziek en sound design. Als student werk je met studenten regie samen in de praktijk: fictie, human interest reportages en documentaire. Gaandeweg hanteer je hierin je eigen, creatieve stijl.
Aanvullende info:
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master)

Audiovisuele kunsten : Montage - Academische bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Tijdens het eerste jaar van de bacheloropleiding ontdek je als student montage samen met de studenten schrijven, regie, productie, cinematografie en sound design de audiovisuele basisbegrippen. Je krijgt een bad van Kunst, Cultuur en Filmgeschiedenis; de eerste scenario-, regie- en productielessen en je hebt gezamenlijke praktijk fictie en reportage. Hier wordt de kiem gelegd voor de latere samenwerkingen, elk vanuit de eigen, steeds meer gespecialiseerde discipline. Er zijn ook al enkele specifieke vakken zoals Montagetechnieken en Montagevormen. Op het einde van het eerste jaar toon je een persoonlijk, geïnspireerd werk.
Vanaf het tweede jaar concentreert de richting montage zich op de storytelling binnen fictie en verhalen uit de realiteit. Analyse van film en documentaire zijn belangrijk. De kracht van muziek bij een audiovisueel verhaal wordt onderzocht. Een basis van visuele effecten en color grading wordt bijgebracht zodat dit een juiste plaats krijgt in de postproductie.
Je gaat creatief en zelfbewust om met het narratieve en dramatische aspect in het verhaal. Je doet voorstellen qua structuur, tempo, ritme, emotie, muziek en sound design. Als student werk je met studenten regie samen in de praktijk: fictie, human interest reportages en documentaire. Gaandeweg hanteer je hierin je eigen, creatieve stijl.
Aanvullende info:
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master)
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Slagen in een artistieke toelatingsproef.
Je mag slechts één maal per academiejaar deelnemen aan de toelatingsproef voor eenzelfde afstudeerrichting.
Je kiest of je inschrijft voor de proef van juni of de proef van september.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzonderingen:
- Er is een toelatingsproef voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be);
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende toelatingsproef voor de bacheloropleidingen Ingenieurswetenschappen en Ingenieurswetenschappen-Architectuur en Diergeneeskunde.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een gesprek, een proef, ..).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Audiovisuele kunsten
Afstudeerrichting: Montage
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Arts
Studiegebied: Audiovisuele en Beeldende kunst
Belangstellingsdomeinen: Plastische kunsten, Techniek,
Schoolvakken SO: Audiovisuele vorming, Beeld- en mediacultuur, Communicatieve vaardigheden, Cultuurwetenschappen, Expressie, Fotografie,
Andere Afstudeerrichtingen
Audiovisuele kunsten :
Animatiefilm (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Cinematografie (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Communicatie- en multimediadesign (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Film (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Radio (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Regie (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Schrijven (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Televisie-film (Academische bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Verder studeren kan ook in een Ba-na-Ba. Dit is een verdere specialisatie, aansluitend op je basisopleiding en omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelatingsvoorwaarden kunnen verschillen per opleiding.
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Beroepsuitwegen
Mogelijke beroepen
Beeld- en geluidsmonteur
Productieverantwoordelijke podium/audiovisueel
Regisseur audiovisuele producties
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Audiovisuele vorming (KSO) | 109 | 13,99% | 73,26% | 3 | 4 | 16 | 36 | 50 | |
Economie-moderne talen (ASO) | 48 | 0,17% | 76,21% | 3 | 1 | 4 | 8 | 28 | 4 |
Humane wetenschappen (ASO) | 110 | 0,42% | 82,01% | 2 | 2 | 8 | 26 | 64 | 8 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 40 | 0,46% | 81,13% | 2 | 2 | 10 | 26 | ||
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 32 | 0,31% | 79,29% | 2 | 4 | 4 | 20 | 2 | |
Multimedia (TSO) | 40 | 2,63% | 53,76% | 8 | 5 | 2 | 16 | 8 | 1 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 31 | 0,13% | 64,86% | 3 | 3 | 3 | 9 | 12 | 1 |
Toegepaste beeldende kunst (KSO) | 57 | 4,19% | 77,93% | 10 | 15 | 29 | 3 | ||
Vrije beeldende kunst (KSO) | 38 | 3,40% | 82,07% | 2 | 3 | 5 | 27 | 1 | |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 38 | 0,10% | 76,71% | 1 | 1 | 2 | 15 | 18 | 1 |
Woordkunst-drama (KSO) | 35 | 3,41% | 81,66% | 2 | 1 | 9 | 20 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 27-02-2018 |

Audiovisuele kunsten : Montage - Academische bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Tijdens het eerste jaar van de bacheloropleiding ontdek je als student montage samen met de studenten schrijven, regie, productie, cinematografie en sound design de audiovisuele basisbegrippen. Je krijgt een bad van Kunst, Cultuur en Filmgeschiedenis; de eerste scenario-, regie- en productielessen en je hebt gezamenlijke praktijk fictie en reportage. Hier wordt de kiem gelegd voor de latere samenwerkingen, elk vanuit de eigen, steeds meer gespecialiseerde discipline. Er zijn ook al enkele specifieke vakken zoals Montagetechnieken en Montagevormen. Op het einde van het eerste jaar toon je een persoonlijk, geïnspireerd werk.
Vanaf het tweede jaar concentreert de richting montage zich op de storytelling binnen fictie en verhalen uit de realiteit. Analyse van film en documentaire zijn belangrijk. De kracht van muziek bij een audiovisueel verhaal wordt onderzocht. Een basis van visuele effecten en color grading wordt bijgebracht zodat dit een juiste plaats krijgt in de postproductie.
Je gaat creatief en zelfbewust om met het narratieve en dramatische aspect in het verhaal. Je doet voorstellen qua structuur, tempo, ritme, emotie, muziek en sound design. Als student werk je met studenten regie samen in de praktijk: fictie, human interest reportages en documentaire. Gaandeweg hanteer je hierin je eigen, creatieve stijl.
Aanvullende info:
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master)
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Slagen in een artistieke toelatingsproef.
Je mag slechts één maal per academiejaar deelnemen aan de toelatingsproef voor eenzelfde afstudeerrichting.
Je kiest of je inschrijft voor de proef van juni of de proef van september.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzonderingen:
- Er is een toelatingsproef voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be);
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende toelatingsproef voor de bacheloropleidingen Ingenieurswetenschappen en Ingenieurswetenschappen-Architectuur en Diergeneeskunde.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een gesprek, een proef, ..).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Audiovisuele kunsten
Afstudeerrichting: Montage
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Arts
Studiegebied: Audiovisuele en Beeldende kunst
Belangstellingsdomeinen: Plastische kunsten, Techniek,
Schoolvakken SO: Audiovisuele vorming, Beeld- en mediacultuur, Communicatieve vaardigheden, Cultuurwetenschappen, Expressie, Fotografie,
Andere Afstudeerrichtingen
Audiovisuele kunsten :
Animatiefilm (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Cinematografie (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Communicatie- en multimediadesign (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Film (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Radio (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Regie (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Schrijven (Academische bachelor - HO)
Audiovisuele kunsten :
Televisie-film (Academische bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Verder studeren kan ook in een Ba-na-Ba. Dit is een verdere specialisatie, aansluitend op je basisopleiding en omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelatingsvoorwaarden kunnen verschillen per opleiding.
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Beroepsuitwegen
Mogelijke beroepen
Beeld- en geluidsmonteur
Productieverantwoordelijke podium/audiovisueel
Regisseur audiovisuele producties
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Audiovisuele vorming (KSO) | 109 | 13,99% | 73,26% | 3 | 4 | 16 | 36 | 50 | |
Economie-moderne talen (ASO) | 48 | 0,17% | 76,21% | 3 | 1 | 4 | 8 | 28 | 4 |
Humane wetenschappen (ASO) | 110 | 0,42% | 82,01% | 2 | 2 | 8 | 26 | 64 | 8 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 40 | 0,46% | 81,13% | 2 | 2 | 10 | 26 | ||
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 32 | 0,31% | 79,29% | 2 | 4 | 4 | 20 | 2 | |
Multimedia (TSO) | 40 | 2,63% | 53,76% | 8 | 5 | 2 | 16 | 8 | 1 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 31 | 0,13% | 64,86% | 3 | 3 | 3 | 9 | 12 | 1 |
Toegepaste beeldende kunst (KSO) | 57 | 4,19% | 77,93% | 10 | 15 | 29 | 3 | ||
Vrije beeldende kunst (KSO) | 38 | 3,40% | 82,07% | 2 | 3 | 5 | 27 | 1 | |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 38 | 0,10% | 76,71% | 1 | 1 | 2 | 15 | 18 | 1 |
Woordkunst-drama (KSO) | 35 | 3,41% | 81,66% | 2 | 1 | 9 | 20 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 27-02-2018 |