SO
- Startpagina SO
- Structuur SO
- 1e graad SO
- 3e graad SO
- 7e jaren
- Scholenzoeker SO
- Scholen en infomomenten
- Duaal leren
- Leren & werken
- OKAN
- Zoek studierichting
- Zoeken via studiedomeinen
- Zoeken via finaliteiten
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via belangstelling
- Studierendement
- Examencommissie SO
- -18j + buiten Vlaanderen
- Internaten
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Privé-scholen
- Info voor schoolverlaters
- Keuzerooster
- Filmpjes
- Doorlichtingsverslagen
BuSO
Begeleider in de kinderopvang - Modulair - BSO
Studierichting "Begeleider in de kinderopvang" |
|
De modulaire opleiding komt overeen met het zevende jaar bso Kinderzorg (lineair). In het modulair beroepsonderwijs wordt een opleiding opgedeeld in een aantal modules. Als je voor deze opleiding kiest, moet je twee modules van 18 weken afwerken: Als je voor beide modules slaagt (en dus beide deelcertificaten verwerft), behaal je het certificaat van de opleiding Kinderzorg én het diploma secundair onderwijs.
|
|
Let op: Voor de studierichtingen waarin je rechtstreeks in contact komt met voeding moet je bijkomend een medisch attest hebben waaruit blijkt dat je medisch geschikt bent om met voedingswaren te werken! Meer info nodig? Contacteer je school of je CLB. |
Begeleider in de kinderopvang - Modulair - BSO |
- Wat
- Situering
- Scholen-
zoeker - Toelating
- Attest
- Overgang
- Wat na?
- Beroepen
- Links
- Studie-
rendement - Bachelor
behaald - Graduaat
behaald
De modulaire opleiding komt overeen met het zevende jaar bso Kinderzorg (lineair). In het modulair beroepsonderwijs wordt een opleiding opgedeeld in een aantal modules. Als je voor deze opleiding kiest, moet je twee modules van 18 weken afwerken: Als je voor beide modules slaagt (en dus beide deelcertificaten verwerft), behaal je het certificaat van de opleiding Kinderzorg én het diploma secundair onderwijs.
|
|
Let op: Voor de studierichtingen waarin je rechtstreeks in contact komt met voeding moet je bijkomend een medisch attest hebben waaruit blijkt dat je medisch geschikt bent om met voedingswaren te werken! Meer info nodig? Contacteer je school of je CLB. |
Modulaire studierichtingen BSO binnen studiegebied "Personenzorg" |
|
Waar kan ik "Begeleider in de kinderopvang" volgen ?
Wie wordt toegelaten tot "Begeleider in de kinderopvang" ?
In het modulair BSO kan het zijn dat je sommige modules in een bepaalde volgorde moet doorlopen.
Met andere woorden, ga vooraf steeds na in welke modules je eerst moet geslaagd zijn om je opleiding verder te kunnen zetten.
Goed om weten is dat:
- bij een overstap uit het 'gewone' systeem de delibererende klassenraad je kan clausuleren voor sommige modules;
- sommige modules kunnen aparte instapvereisten hebben;
- de toelatingsklassenraad kan specifieke toelatingsvoorwaarden tot modules vastleggen of je vrijstellen van bepaalde voorwaarden.
Informeer je dus goed.
Kom je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse school, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit leerjaar.
Dit moet beslist worden binnen de 25 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.
Mag ik tijdens het schooljaar nog veranderen ?
Veranderen van school tijdens het schooljaar is steeds mogelijk.
De school beslist over het veranderen van module en over de opeenvolging van de modules.
Overstappen van modulair BSO naar lineair BSO (bij het begin of in de loop van het schooljaar) is mogelijk in één van volgende situaties:
- je hebt reeds het getuigschrift van 2de graad secundair onderwijs (4 SO) of het studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad (6 SO) behaald.
- de (toelatings)klassenraad geeft je toestemming en motiveert haar beslissing.
Wat na "Begeleider in de kinderopvang" ?
Normalerwijze ga je na het BSO werken. Als je toch nog wilt verder studeren kan je je best informeren bij het CLB.
Er zijn, afhankelijk van het behaalde studiebewijs, zeker nog mogelijkheden: bv. in het Volwassenenonderwijs, bij VDAB, Syntra, Defensie,…
Met een diploma secundair mag je starten in het hoger ondewijs. Realiseer je echter dat deze overstap in de praktijk zeer moeilijk en dus weinig realistisch is. Je krijgt hieronder een overzicht van inhoudelijk verwante opleidingen na dit studiegebied.
7e jaar BSO gericht op arbeidsmarkt
Je wordt toegelaten tot alle 7e leerjaren bso gericht op de arbeidsmarkt van het studiegebied Personenzorg.
Dit betekent echter niet dat in de praktijk alle overgangen vanzelfsprekend zijn.
Als je een 7e leerjaar bso gericht op de arbeidsmarkt wilt volgen in een ander studiegebied moet je de toestemming hebben van de toelatingsklassenraad van de school.
Sommige studierichtingen worden in geen enkele school ingericht.
Dit kan jaarlijks wijzigen.
Als je slaagt in dit 7e leerjaar bso behaal je het diploma secundair onderwijs.
Dit geeft toegang tot verdere opleidingsmogelijkheden zoals een 7e leerjaar tso of kso en het hoger onderwijs.
Voor een aantal richtingen in het hoger onderwijs kan je een voorbereidend jaar volgen.
Dit zijn de mogelijkheden:
7e jaren TSO/KSO
Met je diploma secundair onderwijs op zak kan je starten in alle 7e leerjaren tso of kso van hetzelfde studiegebied waarin je je diploma hebt behaald. Dit betekent echter niet dat in de praktijk alle overgangen vanzelfsprekend zijn. Informeer je goed bij de scholen!
Een 7e leerjaar tso of kso volgen uit een ander studiegebied kan enkel mits akkoord van de toelatingsklassenraad van de school.
Dit zijn de 7e jaren van dit studiegebied:
7e jaren gericht op HO
In het aso, kso en bso zijn er 7e leerjaren die voorbereiden op het hoger onderwijs.
- In het aso gaat het om het 7e leerjaar Bijzonder wetenschappelijke vorming, dat tekorten in de vooropleiding wiskunde en wetenschappen wil bijwerken.
- In het kso zijn het jaren die voorbereiden op de artistieke toelatingsproeven van het hoger kunstonderwijs.
- Er is in het bso 1 7e leerjaar dat de leerlingen voorbereidt op het hoger onderwijs.
Meer info vind je hier.
Sommige voorbereidende jaren worden in geen enkele school ingericht. Dit kan jaarlijks wijzigen.
Graduaat
Graduaatsopleidingen maken deel uit van het hoger onderwijs en situeren zich qua niveau net onder de professionele bachelor (niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur. )
De graduaatsopleidingen bereiden voor op het uitoefenen van een beroep.
Let wel op: de toelatingsvoorwaarden zijn verschillend, maar met een diploma secundair onderwijs kan je altijd starten in elke graduaatsopleiding.
Hier kan je meer lezen over de graduaatsopleidingen.
Professionele Bachelors
Met een diploma secundair mag je starten in een professionele bacheloropleiding.
Na het tso is de overstap naar een inhoudelijk verwante richting meestal haalbaar.
Houd bij je keuze zeker rekening met je vooropleiding.
Na het bso is dit veel minder vanzelfsprekend omwille van de zwakkere theoretische vooropleiding. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Bespreek je keuze grondig vooraleer te beslissen.
Dit zijn de inhoudelijk aansluitende opleidingen:
Academische Bachelors
Met een diploma secundair mag je starten in de meeste academische bacheloropleidingen.
Voor enkele opleidingen gelden extra toelatingsvoorwaarden.
Let wel dat deze opleidingen sterk theoretisch zijn en dat een instap na tso, en vooral na bso, zeker niet vanzelfsprekend is.
Deze opleidingen worden meestal door een universiteit georganiseerd.
Uitzonderingen hierop zijn de opleidingen 'Nautische wetenschappen', georganiseerd door de Hogere Zeevaartschool en de kunstrichtingen in de studiegebieden 'Muziek en Podiumkunsten' en 'Audiovisuele en Beeldende Kunst', die door een School of Arts worden georganiseerd.
De academische opleidingen zijn voor de theorie een pak moeilijker dan de professionele bachelors. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Je doet er goed aan je keuze en je kansen op studiesucces vooraf grondig te bespreken met je ouders, leerkrachten, het CLB,...
Dit zijn de inhoudelijk aansluitende opleidingen:
Mogelijke beroepen
Hier een overzicht van beroepen die mogelijk zijn na deze opleiding. Enkel beroepen uit de beroependatabase van Onderwijskiezer zijn vermeld. Er kunnen dus steeds nog andere mogelijkheden zijn. Klik op een beroep voor meer informatie.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Professionele bachelor | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
onderwijs: kleuteronderwijs | 36 | 16,74 % | 61,9 % | 5 | 1 | 4 | 9 | 10 | 7 |
Per bachelor- en graduaatsopleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs (SO). De resultaten geven weer voor welk % van de opleiding de studenten slaagden in hun 1e jaar hoger onderwijs.
Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het 1e jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het 1e jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een bepaalde studierichting SO. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een bepaalde studierichting SO, zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor of graduaatsopleiding,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een VLAAMSE universiteit of hogeschool.
- Secundaire studierichting: de studierichting in het secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
- Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele bachelor, academische bachelor of graduaatsopleiding waarin men zich voor het eerst inschrijft na het secundair onderwijs.
- Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding of graduaatsopleiding van het hoger onderwijs.
- Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een bepaalde secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een zelfde secundaire studierichting voor een bepaalde opleiding hoger onderwijs kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Wanneer bachelordiploma behaald?
Bachelordiploma behaald | Geen bachelordiploma behaald | Bachelordiploma behaald | |||||
Professionele bachelor | Academische bachelor | ||||||
binnen vooropgestelde studieduur | vooropgestelde studieduur +1 | vooropgestelde studieduur +2 en meer | binnen vooropgestelde studieduur | vooropgestelde studieduur +1 | vooropgestelde studieduur +2 en meer | na vooropgestelde studieduur +2 en meer | na max vooropgestelde studieduur +2 |
15,38 % | 9,23 % | 1,54 % | 0,00 % | 0,00 % | 0,00 % | 73,85 % | 26,15 % |
Aantal studenten | 180 |
Aantal studenten rechtstreeks naar HO | 65 |
Participatiegraad | 36,1% |
Hoe dit interpreteren?
1 voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard bacheloropleiding heeft een studieomvang van 180 studiepunten en duurt dus meestal 3 academiejaren.
Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 3 jaar slaagt, heeft hij het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur*.
Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het bachelordiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 5 jaar studie, het bachelordiploma (nog) niet behaald hebben.
De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e bachelordiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar en meer. Het behalen van een bachelordiploma betekent dat de student geslaagd verklaard is voor het geheel van de bacheloropleiding.
In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in een academische of professionele bachelor inschrijven met een diplomacontract, aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2016-2017 tot en met 2022-2023.
Uitleg:
(nog) Geen bachelordiploma behaald:
Opgelet:
- Enkel het eerst behaalde bachelordiploma wordt meegeteld. Enkel als een student in hetzelfde academiejaar een eerste academische bachelor én een eerste professionele bachelor behaalt, worden beide diploma’s meegeteld.
- Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een bachelor, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
- Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een bachelordiploma.
* Vooropgestelde studieduur: wordt bepaald op het moment van afstuderen op basis van de studieomvang van de opleiding.
De vooropgestelde studieduur kan verschillen van opleiding tot opleiding.
- Vb. Voor een opleiding van 180 studiepunten betekent ‘binnen de vooropgestelde studieduur’ dat de student er maximum 3 jaar over doet om af te studeren. De ‘vooropgestelde studieduur +1’ komt overeen met 4 jaar; de ‘vooropgestelde studieduur + 2 en meer’ komt overeen met 5 jaar en meer.”
- Vb. De professionele bachelor Verpleegkunde heeft een studieomvang van 240 studiepunten en duurt bijgevolg 4 jaar. Als de student er in deze opleiding verpleegkunde slaagt binnen maximum 4 jaar, heeft hij ook het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Wanneer graduaatsdiploma behaald?
Graduaatsdiploma behaald? | |||||
binnen vooropgestelde studieduur | vooropgestelde studieduur +1j | vooropgestelde studieduur +2j en meer | diploma (nog) niet behaald | (nog) geen diploma vooropgestelde studieduur +1 | diploma behaald na max vooropgestelde duur +1j |
40,00 % | 0,00 % | 0,00 % | 60,00 % | 60,00 % | 40,00 % |
Aantal studenten | 51 |
Aantal studenten rechtstreeks naar HO | 5 |
Participatiegraad | 9,80% |
Hoe dit interpreteren?
Eén voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard graduaatsopleiding heeft een studieomvang van 120 studiepunten en duurt dus meestal 2 academiejaren.
Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 2 jaar slaagt, heeft hij het graduaatsdiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.
Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het graduaatsdiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 4 jaar studie, het graduaatsdiploma (nog) niet behaald hebben.
De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e graduaatsdiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar.
In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in graduaatsopleiding inschrijven aan hogeschool.
De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2019-2020 tot en met 2021-2022.
Uitleg:
(Nog) Geen graduaatsdiploma behaald:
Opgelet:
- Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een graduaatsopleiding, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
- Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een graduaatsdiploma.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming