Artistieke opleiding - Derde graad - KSO

Studierichting "Artistieke opleiding"

Hoewel leerlingen in het kunstonderwijs steeds individueel worden begeleid, gebeurt dit binnen de studierichting ‘Artistieke Opleiding’ zo mogelijk nog meer.

Je wordt intensief begeleid door de leerkrachten die rekening houden met je artistieke voorkeur(en).
De artistieke en creatieve leertrajecten die je doorloopt worden op jouw maat uitgetekend. Binnen het studiegebied beeldende kunsten krijg je het minst aantal uren theorie.

Een belangrijke pijler van de opleiding is waarnemingstekenen.
Je leert waarnemen met al je zintuigen.
Je leert je creatieve ideeën voorstellen, rekening houdend met kleur, vorm en compositie….

In sommige scholen kan je, naargelang je interesse in 1 of meer artistieke activiteiten, kiezen tussen:

  • Toegepaste Kunsten: audiovisuele vorming, grafische vormgeving (fotografie, zeefdruk, beletteringstechnieken, grafisch computergebruik, etsen, lino- en houtsnede …) en ruimtelijke vormgeving (juweelontwerp, etalage- en decorelementen, interieur…) en
  • Vrije Kunsten: audiovisuele vorming, beeldhouwen, schilderen, vrije grafiek.

In het ‘open atelier’ worden deze kunstvormen bestudeerd, geïnterpreteerd en toegepast.
De realisatie kan gebeuren via zeer uiteenlopende technieken zoals hout, metaal, karton, klei, gips…
Creatieve ideeën kunnen verder uitgewerkt worden met de computer …

Als je wilt starten met een kunstopleiding moet je in sommige studierichtingen en/of scholen eerst een gesprek met de vakleerkracht hebben of een ingangsproef afleggen.
Op basis hiervan kan de school je advies geven in verband met je geschiktheid om de opleiding te volgen.
In sommige studierichtingen en/of scholen ben je verplicht inhaallessen waarnemingstekenen te volgen.

Deze opleiding wordt momenteel nergens ingericht! Deze opleiding wordt momenteel nergens ingericht!

Artistieke opleiding - Derde graad - KSO

 
Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK
Klik op de foto om te vergroten
 

Hoewel leerlingen in het kunstonderwijs steeds individueel worden begeleid, gebeurt dit binnen de studierichting ‘Artistieke Opleiding’ zo mogelijk nog meer.

Je wordt intensief begeleid door de leerkrachten die rekening houden met je artistieke voorkeur(en).
De artistieke en creatieve leertrajecten die je doorloopt worden op jouw maat uitgetekend. Binnen het studiegebied beeldende kunsten krijg je het minst aantal uren theorie.

Een belangrijke pijler van de opleiding is waarnemingstekenen.
Je leert waarnemen met al je zintuigen.
Je leert je creatieve ideeën voorstellen, rekening houdend met kleur, vorm en compositie….

In sommige scholen kan je, naargelang je interesse in 1 of meer artistieke activiteiten, kiezen tussen:

  • Toegepaste Kunsten: audiovisuele vorming, grafische vormgeving (fotografie, zeefdruk, beletteringstechnieken, grafisch computergebruik, etsen, lino- en houtsnede …) en ruimtelijke vormgeving (juweelontwerp, etalage- en decorelementen, interieur…) en
  • Vrije Kunsten: audiovisuele vorming, beeldhouwen, schilderen, vrije grafiek.

In het ‘open atelier’ worden deze kunstvormen bestudeerd, geïnterpreteerd en toegepast.
De realisatie kan gebeuren via zeer uiteenlopende technieken zoals hout, metaal, karton, klei, gips…
Creatieve ideeën kunnen verder uitgewerkt worden met de computer …

Als je wilt starten met een kunstopleiding moet je in sommige studierichtingen en/of scholen eerst een gesprek met de vakleerkracht hebben of een ingangsproef afleggen.
Op basis hiervan kan de school je advies geven in verband met je geschiktheid om de opleiding te volgen.
In sommige studierichtingen en/of scholen ben je verplicht inhaallessen waarnemingstekenen te volgen.

Welke lessen krijg ik in "Artistieke opleiding" ?

De lesinhouden (lessenroosters) verschillen van school tot school. Scholen hebben een grote vrijheid om het lessenpakket te organiseren. Daarom vermelden we geen lessenroosters meer.
Je kan ervan uitgaan dat de lessen bestaan uit:

  • basisvorming die hetzelfde is voor elke leerling in hetzelfde leerjaar in een studierichting met dezelfde finaliteit +
  • vorming die typisch is voor de studierichting +
  • enkele uurtjes die de school vrij mag invullen

Gedetailleerde informatie vind je op de websites van de scholen.

Meer informatie over de inhoud, competenties en doelstellingen lees je in het curriculumdossier.

Waar kan ik "Artistieke opleiding" volgen ?

  Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net:
   
Filteren op methodeschool:
Filteren op schooleigenschap:
 
   
Aantal instellingen gerangschikt per postcode:

Wie wordt toegelaten tot "Artistieke opleiding" ?

Eerste leerjaar derde graad

Je kunt starten in het 1ste leerjaar van de 3de graad (5 KSO) als je ofwel:

  • geslaagd (A- of B-attest) bent in het 2de leerjaar van de 2de graad ASO, TSO of KSO.
    Ingeval van een B-attest word je niet toegelaten tot bepaalde studierichtingen.
  • geslaagd (A- of B-attest) bent in het 2de leerjaar van de 3de graad BSO én de toelatingsklassenraad van 5 KSO akkoord gaat.
    Ingeval van een B-attest word je niet toegelaten tot bepaalde studierichtingen.
  • een getuigschrift van de 2de graad ASO, TSO of KSO hebt, uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap én de toelatingsklassenraad akkoord gaat met de keuze van je studierichting.
  • uit het BUSO komt én mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad. In afwachting van deze beslissing wordt de leerling onder ontbindende voorwaarde ingeschreven.
De toelatingsklassenraad kan, onder bepaalde voorwaarden,  de gevolgen van een behaald B- of C-attest ongedaan maken.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt (Opleidingsvorm 1, 2, 3) kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO/2012/01 (10.1.5.4.)

Voor de studierichtingen ballet, modern ballet, dans, muziek, woordkunst-drama kàn de school bovendien (zo ze wil) eisen dat je slaagt in een door de school georganiseerde geschiktheidsproef.
De proef, die je slechts 1 maal dient af te leggen, geldt voor de duur van de hele opleiding en gaat na of je er voldoende artistieke aanleg voor hebt.
Wanneer je in een onderliggend leerjaar deze proef reeds hebt afgelegd is dit geen voorwaarde meer.

Kom je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit leerjaar.
Dit moet beslist worden binnen de 25 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.

Je mag secundair onderwijs volgen tot het einde van het schooljaar waarin je 25 wordt.  

Meer info: omzendbrief SO 64.

Extra

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Kan ik overzitten?

Behaald attest in het 5e leerjaar SO:

 

 

A-attest

Je kan overzitten in een andere studierichting, rekening houdend met de toelatingsvoorwaarden.

B-attest

Overzitten in dezelfde of in een andere studierichting is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad, behalve bij uitsluiting van minstens alle studierichtingen van 3 onderwijsvormen (aso, bso, tso, kso) of  alle studierichtingen van 2 finaliteiten. Dan is geen advies van de klassenraad nodig.

C-attest

Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht.

 

 

Tweede leerjaar derde graad

Je kunt starten in het 2de leerjaar van de 3de graad (6 KSO) als je ofwel:

  • geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad KSO in dezelfde studierichting.
  • geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad KSO in een andere studierichting van hetzelfde studiegebied én de toelatingsklassenraad akkoord gaat.
  • geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad ASO, TSO of KSO in een studierichting van een ander studiegebied én de toelatingsklassenraad akkoord gaat na kennisname van het advies van de delibererende klassenraad van de studierichting waarin je geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad.
    Deze gunstige beslissing is gebaseerd op ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen.
  • een ‘attest van regelmatige lesbijwoning over het 1ste leerjaar van de 3de graad’ hebt behaald én overgaat naar het 2de leerjaar van die graad binnen een school die het systeem toepast van ‘uitstel van deliberatie tot het einde van de graad’.
    De inrichtende macht van een school kan immers beslissen dit systeem toe te passen.
  • een ‘attest van regelmatige lesbijwoning over het 1ste leerjaar van de 3de graad’hebt behaald én overgaat met tekorten voor bepaalde vakken, naar het 2de leerjaar van die graad.
    Dit kan enkel binnen een school die het systeem toepast van ‘overgang met tekorten’.
    In dit systeem moeten de tekorten van het 1ste leerjaar in het 2de leerjaar worden weggewerkt, bv. via remediëring, bijkomende opdrachten,… .
    De voltallige toelatingsklassenraad moet akkoord gaan, na overleg met de delibererende klassenraad van het 1ste leerjaar van de 2de graad.
De toelatingsklassenraad kan, onder bepaalde voorwaarden,  de gevolgen van een behaald B- of C-attest ongedaan maken.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO/2012/01 (10.1.5.4.)

Kom je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit leerjaar.
Dit moet beslist worden binnen de 25 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.


Je mag secundair onderwijs volgen tot het einde van het schooljaar waarin je 25 wordt.  

Meer info: omzendbrief SO 64.

Extra

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Kan ik overzitten?

Behaald attest in het 6e leerjaar SO:

 

 

A-attest

Je kan overzitten in een andere studierichting, rekening houdend met de toelatingsvoorwaarden.

B-attest

Overzitten in dezelfde of in een andere studierichting is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad, behalve bij uitsluiting van minstens alle studierichtingen van 3 onderwijsvormen (aso, bso, tso, kso) of  alle studierichtingen van 2 finaliteiten. Dan is geen advies van de klassenraad nodig.

C-attest

Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht.

 

 




Mag ik tijdens het schooljaar nog veranderen ?


Eerste leerjaar derde graad

Veranderen van school mag altijd.

Je mag in het 5e jaar van onderwijsvorm en/of studierichting veranderen tot en met 15 januari van het lopende schooljaar.

De toelatingsklassenraad beslist of ze na 15 januari een overgang naar een andere studierichting en/of onderwijsvorm toestaat. Zie regelgeving: SO 64 9.2.10.2

Tweede leerjaar derde graad

Veranderen van school mag altijd.
Veranderen van richting is niet toegelaten.
In uitzonderlijke gevallen* kan de toelatingsklassenraad een overgang toestaan.

* Wanneer een overgang van studierichting en/of onderwijsvorm echt aangewezen is voor een individuele leerling, kan de toelatingsklassenraad een overgang toestaan. Zie SO 64.9.2.14.2

Het is onmogelijk een limitatieve lijst van ‘uitzonderlijke gevallen’ voor op te stellen. Na kennisname van het advies van de begeleidende klassenraad van de studierichting die de leerling tot dan toe volgt, beslist de toelatingsklassenraad of er ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen zijn. 
Zo kunnen bv. een verhuis naar een regio waar de tot dan toe gevolgde studierichting niet bestaat, psychische problemen die verband houden met een foute studiekeuze, studieverandering omwille van de aansluiting met een studiekeuze hoger onderwijs  of een allergie aan producten die eigen zijn aan de opleiding… geldige redenen zijn.

 

Wat na "Artistieke opleiding" ?

Na deze richting kan je gaan werken.
Raadpleeg hieronder de rubriek 'mogelijke beroepen' om een beeld te krijgen van concrete mogelijkheden.

Je kan ook verder studeren.
Heel wat leerlingen kiezen voor een opleiding die in het verlengde ligt van hetgeen ze eerder hebben gevolgd. Natuurlijk kan je ook een andere richting inslaan en voor een totaal andere vervolgstudie kiezen.
Je dient je echter te realiseren dat verder studeren in studierichtingen in het hoger onderwijs met een belangrijke theoretische component moeilijker wordt aangezien je een kleiner pakket algemene vakken hebt gekregen dan in de andere studierichtingen binnen dit studiegebied.
Motivatie, studiehouding, vooropleiding en talent bepalen mee je succes.

7e jaren TSO/KSO

Je wordt toegelaten tot alle 7e leerjaren tso of kso uit hetzelfde studiegebied.
Dit betekent niet dat in de praktijk alle overgangen haalbaar of vanzelfsprekend zijn.
Als je kiest voor een 7e leerjaar uit een ander studiegebied dan Beeldende kunsten, heb je de toestemming nodig van de toelatingsklassenraad.
Realiseer je vooraf dat niet alle overgangen evident zijn.

Dit zijn de 7e jaren van dit studiegebied:

Architecturale vormgeving (KSO - Se-n-Se)

Audiovisuele vormgeving (KSO - Se-n-Se)

Grafische vormgeving (KSO - Se-n-Se)

Industriële vormgeving (KSO - Se-n-Se)

Ruimtelijke vormgeving (KSO - Se-n-Se)

7e jaren gericht op HO

In het aso, kso en bso zijn er 7e leerjaren die voorbereiden op het hoger onderwijs.

  • In het aso gaat het om het 7e leerjaar Bijzonder wetenschappelijke vorming, dat tekorten in de vooropleiding wiskunde en wetenschappen wil bijwerken.
  • In het kso zijn het jaren die voorbereiden op de artistieke toelatingsproeven van het hoger kunstonderwijs.
  • Er is in het bso 1 7e leerjaar bso dat de leerlingen voorbereidt op het hoger onderwijs.
    Meer info vind je hier

Professionele Bachelors

Je mag starten in het professioneel hoger onderwijs.
Uiteraard ben je het best voorbereid op studierichtingen die een beroep doen op je specifieke vooropleiding. Natuurlijk kan je ook voor een totaal andere vervolgstudie kiezen.
Niet alle opleidingen zijn even vlot haalbaar. Motivatie, studiehouding, vooropleiding en talent bepalen mee je succes.
Bespreek de keuze grondig vooraleer te beslissen.
Volgende opleidingen hebben een kunstzinnig karakter en/of liggen in het verlengde van het studiegebied Beeldende Kunsten.
Dit betekent niet dat alle hieronder vermelde opleidingen even haalbaar zijn of je goed zullen liggen. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.

Academische Bachelors

Je mag starten in de meeste academische bacheloropleidingen, doch voor enkele opleidingen gelden extra toelatingsvoorwaarden.
De academische opleidingen aan de universiteit zijn sterk theoretisch en hier is een instap na kso verre van vanzelfsprekend.
De academische opleidingen aan een school of arts zijn een voortzetting van het kunstonderwijs en hier ligt meer accent op het artistieke dan op het theoretische. Je moet voor deze richtingen een artistieke toelatingsproef doen. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Je doet er goed aan je keuze en je kansen op studiesucces vooraf grondig te bespreken met je ouders, leerkrachten, het CLB,...

Dit zijn de inhoudelijk aansluitende opleidingen:


























Graduaat

Graduaatsopleidingen maken deel uit van het hoger onderwijs en situeren zich qua niveau net onder de professionele bachelor (niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur). 
De graduaatsopleidingen bereiden voor op het uitoefenen van een beroep. 
Let wel op: de toelatingsvoorwaarden zijn verschillend, maar met een diploma secundair onderwijs kan je altijd starten in elke graduaatsopleiding. 

Hier kan je meer lezen over de graduaatsopleidingen.

7e jaar BSO gericht op arbeidsmarkt

Als de toelatingsklassenraad van de school het toelaat kan je kiezen voor een 7de leerjaar bso gericht op de arbeidsmarkt in een ander studiegebied, omdat er in dit studiegebied geen 7e leerjaar bso bestaat. 

Dit zijn de mogelijkheden:

Grafische opmaaksystemen (BSO - Derde leerjaar)

 

Er zijn ook nog opleidingsmogelijkheden in het Volwassenenonderwijs, bij Syntra, VDAB, Defensie, Politie, ...

Mogelijke beroepen

Hier een overzicht van beroepen die mogelijk zijn na deze opleiding. Enkel beroepen uit de beroependatabase van Onderwijskiezer zijn vermeld. Er kunnen dus steeds nog andere mogelijkheden zijn. Klik op een beroep voor meer informatie.





Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.





Academische bachelor Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
beeldende kunsten 204 39,08 % 68,8 % 13 26 21 35 101 8

Per bachelor- en graduaatsopleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs (SO). De resultaten geven weer voor welk % van de opleiding de studenten slaagden in hun 1e jaar hoger onderwijs.
Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het 1e jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het 1e jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een bepaalde studierichting SO. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.

De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een bepaalde studierichting SO, zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor of graduaatsopleiding,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een VLAAMSE universiteit of hogeschool.

  • Secundaire studierichting: de studierichting in het secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
  • Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele bachelor, academische bachelor of graduaatsopleiding waarin men zich voor het eerst inschrijft na het secundair onderwijs.
  • Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding of graduaatsopleiding van het hoger onderwijs.
  • Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een bepaalde secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een zelfde secundaire studierichting voor een bepaalde opleiding hoger onderwijs kiest, worden de cijfers weergegeven.

Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement


bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming

Wanneer bachelordiploma behaald?

Bachelordiploma behaald Geen bachelordiploma behaald Bachelordiploma behaald
Professionele bachelor Academische bachelor
binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1 vooropgestelde studieduur +2 en meer binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1 vooropgestelde studieduur +2 en meer na vooropgestelde studieduur +2 en meer na max vooropgestelde studieduur +2
6,41 % 8,01 % 5,03 % 8,92 % 9,38 % 5,26 % 56,98 % 43,02 %

Aantal studenten 575
Aantal studenten rechtstreeks naar HO 437
Participatiegraad 76,0%

Hoe dit interpreteren?

1 voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard bacheloropleiding heeft een studieomvang van 180 studiepunten en duurt dus meestal 3 academiejaren. Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 3 jaar slaagt, heeft hij het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur*.

Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het bachelordiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 5 jaar studie, het bachelordiploma (nog) niet behaald hebben.

De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e bachelordiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar en meer. Het behalen van een bachelordiploma betekent dat de student geslaagd verklaard is voor het geheel van de bacheloropleiding.

In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in een academische of professionele bachelor inschrijven met een diplomacontract, aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2016-2017 tot en met 2022-2023.


Uitleg:

6,41 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting secundair onderwijs (SO) gestart zijn in een bacheloropleiding (professionele of academische bachelor), behaalt na de vooropgestelde studieduur een diploma van professionele bachelor.

(nog) Geen bachelordiploma behaald:

56,98 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting SO gestart zijn in hetzij een professionele hetzij een academische bachelor, behaalde (nog) geen diploma binnen de vooropgestelde studieduur+ 2 jaar.

Opgelet:

  • Enkel het eerst behaalde bachelordiploma wordt meegeteld. Enkel als een student in hetzelfde academiejaar een eerste academische bachelor én een eerste professionele bachelor behaalt, worden beide diploma’s meegeteld.
  • Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een bachelor, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
  • Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een bachelordiploma.

* Vooropgestelde studieduur: wordt bepaald op het moment van afstuderen op basis van de studieomvang van de opleiding.
De vooropgestelde studieduur kan verschillen van opleiding tot opleiding.

  • Vb. Voor een opleiding van 180 studiepunten betekent ‘binnen de vooropgestelde studieduur’ dat de student er maximum 3 jaar over doet om af te studeren. De ‘vooropgestelde studieduur +1’ komt overeen met 4 jaar; de ‘vooropgestelde studieduur + 2 en meer’ komt overeen met 5 jaar en meer.”
  • Vb. De professionele bachelor Verpleegkunde heeft een studieomvang van 240 studiepunten en duurt bijgevolg 4 jaar. Als de student er in deze opleiding verpleegkunde slaagt binnen maximum 4 jaar, heeft hij ook het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.

bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming

Wanneer graduaatsdiploma behaald?

Graduaatsdiploma behaald?
binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1j vooropgestelde studieduur +2j en meer diploma (nog) niet behaald (nog) geen diploma vooropgestelde studieduur +1 diploma behaald na max vooropgestelde duur +1j
0,00 % 33,33 % 33,33 % 33,33 % 66,67 % 33,33 %

Aantal studenten 225
Aantal studenten rechtstreeks naar HO 3
Participatiegraad 1,33%

Hoe dit interpreteren?

Eén voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard graduaatsopleiding heeft een studieomvang van 120 studiepunten en duurt dus meestal 2 academiejaren.
Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 2 jaar slaagt, heeft hij het graduaatsdiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.
Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het graduaatsdiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 4 jaar studie, het graduaatsdiploma (nog) niet behaald hebben.

De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e graduaatsdiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar.

In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in graduaatsopleiding inschrijven aan hogeschool.

De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2019-2020 tot en met 2021-2022.


Uitleg:

0,00 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting secundair onderwijs (SO) gestart zijn in een graduaatsopleiding, behaalt na de vooropgestelde studieduur een diploma van professionele bachelor.

(Nog) Geen graduaatsdiploma behaald:

66,67 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting SO gestart zijn in een graduaatsopleiding behaalde (nog) geen diploma binnen de vooropgestelde studieduur+ 1 jaar.

Opgelet:

  • Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een graduaatsopleiding, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
  • Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een graduaatsdiploma.

bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming