Sociale en technische wetenschappen - Derde graad - TSO

Studierichting "Sociale en technische wetenschappen"

In deze studierichting is, naast een sterk algemene vorming, vooral een menswetenschappelijke en een natuurwetenschappelijke vorming belangrijk.

Biologie, chemie en fysica worden in het laboratorium praktisch toegepast.
Deze vakken krijgen hun toepassing in wat met het leefmilieu en de voeding te maken heeft.
De mens zelf, zijn arbeid en zijn leefomgeving vormen het onderwerp van een doorgedreven studie: gezin en samenleving, hygiëne en gezondheid, economie en recht, welzijn en ontwikkeling, voedsel- en andere levensbehoeften, communicatie en samenwerking, marktgebeuren en verkoop.
De opleiding biedt een brede algemene vorming en leert je hoe de mens functioneert in de samenleving.
Je leert sociale activiteiten organiseren aangepast aan verschillende doelgroepen en contexten.
Ook voor de materiële ondersteuning leer je instaan.
Het technisch aspect uit zich in de praktijk rond voeding gesteund op wetenschappelijke inzichten.

In Sociale Wetenschappen staat de mens en zijn gedrag centraal.
Je verwerft vaardigheden en inzichten in communicatie, verschillende vormen van expressie…
Je leert over sociale contexten en diversiteit binnen de samenleving, leerprocessen (waarneming, geheugen, intelligentie…).
In Sociale Natuurwetenschappen leer je o.a.:
- het schema ‘mens-gedrag en beïnvloedende factoren’ (interne en externe) verduidelijken;
- onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt;
- de samenhang van elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen;
- de factoren die het gedrag beïnvloeden in kaart te brengen;
- hoe men als mens deel uitmaakt van de samenleving;
- zijn eigen mogelijkheden verkennen.
In Natuurwetenschappen verwerf je inzichten en vaardigheden via experimenten en praktische opdrachten, gesteund op de theorie.
De basiskennis vertrekt vanuit 3 pijlers: mens (biologie en chemie), milieu (fysica, biologie en chemie) en voeding (biologie en chemie). In natuurwetenschappen komen volgende thema’s aan bod:
- stofwisseling (de cel en weefsel, stofwisseling tussen cellen en milieu);
- koolstofchemie (bindingsmogelijkheden, molecuulstructuur, stofklassen, isomeren …);
- elektrodynamica (elektrische stroom, geleiders en isolators, spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen …);
- biochemie (voedingsmiddelen, fotosynthese, opbouw- en afbraakreacties, aminozuren, structuur van eiwitten, vitamines …);
- elektromagnetisme (magnetische krachten, magnetisch veld, magnetiseerbare en niet-magnetiseerbare stoffen, veldlijnenspectra …);
- homeostase en afweer (hematocrietwaarde, bloeddrukregeling, bloedsuikerspiegel, resussysteem, immuniteit …);
- voortplanting en erfelijkheidsleer (celdeling, voortplanting bij de mens, mendelwetten …);
- evolutieleer (evolutietheorieën, biologische evolutie van de mens …);
- mechanica (rust en beweging, snelheid, versnelling, actie en reactie, energie …);
- geluid en licht (trillingen, golven, spectrum …);
- kernfysica (kernsplijting, kernfusie, isotopen …).

In laboratoriumproeven worden eenvoudige proeven en toepassingen toegelicht.
Je leert de computer en bijhorende software hanteren voor het verwerven van informatie en het verwerken van gegevens.

Let op: Voor de studierichtingen waarin leerlingen met voeding in aanraking komen moeten de leerlingen medisch geschikt zijn bevonden.
Daartoe dient een arts, aangesteld door de onderwijsinstelling, vóór 1 oktober van het betrokken schooljaar of onmiddellijk indien de inschrijving op een later tijdstip plaats vindt, een verklaring van lichamelijke geschiktheid uit te reiken.
Deze verklaring geldt voor de ganse duur van de secundaire studies, tenzij er een aanleiding is (bv. na ziekte) om de geschiktheid te herevalueren.
Voor STW geldt deze verplichting normalerwijze niet, maar het hangt af van de school.
Meer info nodig? Contacteer je school of je CLB!

Sociale en technische wetenschappen - Derde graad - TSO

 
Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK
Klik op de foto om te vergroten
 

In deze studierichting is, naast een sterk algemene vorming, vooral een menswetenschappelijke en een natuurwetenschappelijke vorming belangrijk.

Biologie, chemie en fysica worden in het laboratorium praktisch toegepast.
Deze vakken krijgen hun toepassing in wat met het leefmilieu en de voeding te maken heeft.
De mens zelf, zijn arbeid en zijn leefomgeving vormen het onderwerp van een doorgedreven studie: gezin en samenleving, hygiëne en gezondheid, economie en recht, welzijn en ontwikkeling, voedsel- en andere levensbehoeften, communicatie en samenwerking, marktgebeuren en verkoop.
De opleiding biedt een brede algemene vorming en leert je hoe de mens functioneert in de samenleving.
Je leert sociale activiteiten organiseren aangepast aan verschillende doelgroepen en contexten.
Ook voor de materiële ondersteuning leer je instaan.
Het technisch aspect uit zich in de praktijk rond voeding gesteund op wetenschappelijke inzichten.

In Sociale Wetenschappen staat de mens en zijn gedrag centraal.
Je verwerft vaardigheden en inzichten in communicatie, verschillende vormen van expressie…
Je leert over sociale contexten en diversiteit binnen de samenleving, leerprocessen (waarneming, geheugen, intelligentie…).
In Sociale Natuurwetenschappen leer je o.a.:
- het schema ‘mens-gedrag en beïnvloedende factoren’ (interne en externe) verduidelijken;
- onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt;
- de samenhang van elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen;
- de factoren die het gedrag beïnvloeden in kaart te brengen;
- hoe men als mens deel uitmaakt van de samenleving;
- zijn eigen mogelijkheden verkennen.
In Natuurwetenschappen verwerf je inzichten en vaardigheden via experimenten en praktische opdrachten, gesteund op de theorie.
De basiskennis vertrekt vanuit 3 pijlers: mens (biologie en chemie), milieu (fysica, biologie en chemie) en voeding (biologie en chemie). In natuurwetenschappen komen volgende thema’s aan bod:
- stofwisseling (de cel en weefsel, stofwisseling tussen cellen en milieu);
- koolstofchemie (bindingsmogelijkheden, molecuulstructuur, stofklassen, isomeren …);
- elektrodynamica (elektrische stroom, geleiders en isolators, spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen …);
- biochemie (voedingsmiddelen, fotosynthese, opbouw- en afbraakreacties, aminozuren, structuur van eiwitten, vitamines …);
- elektromagnetisme (magnetische krachten, magnetisch veld, magnetiseerbare en niet-magnetiseerbare stoffen, veldlijnenspectra …);
- homeostase en afweer (hematocrietwaarde, bloeddrukregeling, bloedsuikerspiegel, resussysteem, immuniteit …);
- voortplanting en erfelijkheidsleer (celdeling, voortplanting bij de mens, mendelwetten …);
- evolutieleer (evolutietheorieën, biologische evolutie van de mens …);
- mechanica (rust en beweging, snelheid, versnelling, actie en reactie, energie …);
- geluid en licht (trillingen, golven, spectrum …);
- kernfysica (kernsplijting, kernfusie, isotopen …).

In laboratoriumproeven worden eenvoudige proeven en toepassingen toegelicht.
Je leert de computer en bijhorende software hanteren voor het verwerven van informatie en het verwerken van gegevens.

Let op: Voor de studierichtingen waarin leerlingen met voeding in aanraking komen moeten de leerlingen medisch geschikt zijn bevonden.
Daartoe dient een arts, aangesteld door de onderwijsinstelling, vóór 1 oktober van het betrokken schooljaar of onmiddellijk indien de inschrijving op een later tijdstip plaats vindt, een verklaring van lichamelijke geschiktheid uit te reiken.
Deze verklaring geldt voor de ganse duur van de secundaire studies, tenzij er een aanleiding is (bv. na ziekte) om de geschiktheid te herevalueren.
Voor STW geldt deze verplichting normalerwijze niet, maar het hangt af van de school.
Meer info nodig? Contacteer je school of je CLB!

 

Voorbereidend jaar Se-n-Se Voorbereidend jaar

Se-n-Se
7de specialisatiejaar

6e leerjaar ASO

6e leerjaar TSO

6e leerjaar KSO

6e leerjaar BSO


Leertijd
Deeltijds BSO

5e leerjaar ASO

5e leerjaar TSO

5e leerjaar KSO

5e leerjaar BSO

 

Situering binnen studiegebied "Personenzorg"

 
Derde graad Se-n-Se / 7e jr. / Voorbereidend jr.

Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO)
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO)
Sociale en technische wetenschappen (TSO)
Organisatiehulp (BSO)
Verzorging (BSO)

Animatie in de ouderenzorg (TSO)
Internaatswerking (TSO)
Leefgroepenwerking (TSO)
Tandartsassistent duaal (TSO)
Tandartsassistent duaal (CDO) (TSO)
Tandartsassistentie (TSO)
Voedselbehandeling (TSO)
Kinderbegeleider duaal (BSO)
Kinderzorg (BSO)
Organisatie-assistentie (BSO)
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO)
Verzorgende/Zorgkundige duaal (BSO)

 

Welke lessen krijg ik in "Sociale en technische wetenschappen" ?

De lesinhouden (lessenroosters) verschillen van school tot school. Scholen hebben een grote vrijheid om het lessenpakket te organiseren. Daarom vermelden we geen lessenroosters meer.
Je kan ervan uitgaan dat de lessen bestaan uit:

  • basisvorming die hetzelfde is voor elke leerling in hetzelfde leerjaar in een studierichting met dezelfde finaliteit +
  • vorming die typisch is voor de studierichting +
  • enkele uurtjes die de school vrij mag invullen

Gedetailleerde informatie vind je op de websites van de scholen.

Meer informatie over de inhoud, competenties en doelstellingen lees je in het curriculumdossier.

Waar kan ik "Sociale en technische wetenschappen" volgen ?

  Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net:
   
Filteren op methodeschool:
Filteren op schooleigenschap:
 
   
Aantal instellingen gerangschikt per postcode:

Wie wordt toegelaten tot "Sociale en technische wetenschappen" ?

Eerste leerjaar derde graad

Je wordt toegelaten:

  • als je geslaagd bent in het 2de leerjaar van de 2de graad ASO, TSO of KSO (hou wel rekening met eventuele clausuleringen).
  • als je een getuigschrift van de 2de graad ASO, TSO of KSO behaald hebt via Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. In dit geval is er een gunstige beslissing nodig van de toelatingsklassenraad over de keuze van de studierichting.
  • als je geslaagd bent in het 2de leerjaar van de 3de graad BSO. In dit geval is een gunstige beslissing nodig van de toelatingsklassenraad.
  • als je leerling bent van het buitengewoon secundair onderwijs. In dit geval is er een gunstige beslissing nodig van de toelatingsklassenraad. In afwachting van deze beslissing wordt de leerling onder ontbindende voorwaarde ingeschreven.
De toelatingsklassenraad kan, onder bepaalde voorwaarden,  de gevolgen van een behaald B- of C-attest ongedaan maken.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO/2012/01 (10.1.5.4.)

Kom je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit leerjaar. Dit moet beslist worden binnen de 25 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.

Je mag secundair onderwijs volgen tot het einde van het schooljaar waarin je 25 wordt.  

Meer info: omzendbrief SO 64.

Extra

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Kan ik overzitten?

Behaald attest in het 5e leerjaar SO:

 

 

A-attest

Je kan overzitten in een andere studierichting, rekening houdend met de toelatingsvoorwaarden.

B-attest

Overzitten in dezelfde of in een andere studierichting is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad, behalve bij uitsluiting van minstens alle studierichtingen van 3 onderwijsvormen (aso, bso, tso, kso) of  alle studierichtingen van 2 finaliteiten. Dan is geen advies van de klassenraad nodig.

C-attest

Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht.

 

 



Tweede leerjaar derde graad

Je wordt toegelaten:

  • als je geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad TSO van dezelfde studierichting;
  • als je geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad TSO van een andere studierichting van hetzelfde studiegebied. In dit geval is een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad nodig.
  • als je geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 3de graad ASO, TSO of KSO in een studierichting van een ander studiegebied.
    In dit geval is een gunstige beslissing nodig van de toelatingsklassenraad na kennisname van advies delibererende klassenraad van studierichting die leerling in 1ste leerjaar van 3de graad met vrucht heeft gevolgd en deze beslissing is gebaseerd op ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen.
De toelatingsklassenraad kan, onder bepaalde voorwaarden,  de gevolgen van een behaald B- of C-attest ongedaan maken.

In afwijking van voorgaande voorwaarden kunnen leerlingen met tekorten voor bepaalde programmaonderdelen in het onderliggend leerjaar worden toegelaten.
In dit geval is een gunstige beslissing nodig van de toelatingsklassenraad van het structuuronderdeel waarvoor de leerling opteert na overleg met de delibererende klassenraad van het structuuronderdeel waaruit de leerling komt.
De inrichtende macht beslist of de school gebruik maakt van deze afwijkingsmogelijkheid.
De bedoeling is rekening te houden in individuele gevallen met specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten en meer individuele leertrajecten aan te bieden.
Als de school van die afwijking gebruik maakt gelden volgende uitzonderlijke modaliteiten:

  • de tekorten moeten weggewerkt zijn vóór het einde van het 2de leerjaar van de 3de graad (bv. via remediëring, bijkomende opdrachten, ...).
  • in het 1ste leerjaar wordt het oriënteringsattest vervangen door het attest regelmatige lesbijwoning
  • beslist de delibererende klassenraad van het 2de leerjaar van de 3de graad om een oriënteringsattest A van het 1ste leerjaar toe te kennen aan leerlingen die tekorten van het 1ste leerjaar hebben weggewerkt maar niet geslaagd zijn in het 2de leerjaar.


Leerlingen met een attest van regelmatige lesbijwoning over het 1ste leerjaar van de 3de graad, binnen het systeem van uitstel van de delibererende klassenraad tot het einde van desbetreffende graad, worden ook toegelaten.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO/2012/01 (10.1.5.4.)

Kom je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit leerjaar.
Dit moet beslist worden binnen de 25 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.

Je mag secundair onderwijs volgen tot het einde van het schooljaar waarin je 25 wordt.

Meer info: omzendbrief SO 64. 

Extra

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Kan ik overzitten?

Behaald attest in het 6e leerjaar SO:

 

 

A-attest

Je kan overzitten in een andere studierichting, rekening houdend met de toelatingsvoorwaarden.

B-attest

Overzitten in dezelfde of in een andere studierichting is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad, behalve bij uitsluiting van minstens alle studierichtingen van 3 onderwijsvormen (aso, bso, tso, kso) of  alle studierichtingen van 2 finaliteiten. Dan is geen advies van de klassenraad nodig.

C-attest

Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht.

 

 




Wat kan je behalen na "Sociale en technische wetenschappen" ?


Eerste leerjaar derde graad

Je kan één van volgende Oriënteringsattesten behalen: A, B of C:

  • een Oriënteringsattest A, als je GESLAAGD bent;
  • een Oriënteringsattest B, als je GESLAAGD bent MAAR niet verder TSO mag volgen (dus enkel BSO is mogelijk);
  • een Oriënteringsattest C, als je NIET GESLAAGD bent;
  • een Attest van regelmatige lesbijwoning.
    Indien een school werkt volgens ‘het systeem van uitstel van de delibererende klassenraad tot het einde van een graad’, krijg je hiermee toelating tot het 2de leerjaar van de 3de graad.

Tweede leerjaar derde graad

Je behaalt:

  • een Diploma Secundair Onderwijs, als je GESLAAGD bent.
  • een Oriënteringsattest C als je NIET GESLAAGD bent.
  • een getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer wanneer de delibererende klassenraad beslist dat je voldaan hebt voor het programma bedrijfsbeheer.
    Let wel: de mogelijkheid wordt voorzien om dit getuigschrift uit te reiken.
    Dit is geen verplichting!

Mag ik tijdens het schooljaar nog veranderen ?


Eerste leerjaar derde graad

Veranderen van school mag altijd.

Je mag in het 5e jaar van onderwijsvorm en/of studierichting veranderen tot en met 15 januari van het lopende schooljaar.

De toelatingsklassenraad beslist of ze na 15 januari een overgang naar een andere studierichting en/of onderwijsvorm toestaat. Zie regelgeving: SO 64 9.2.10.2

Tweede leerjaar derde graad

Veranderen van school mag altijd.
Veranderen van richting is niet toegelaten
In uitzonderlijke gevallen* kan de toelatingsklassenraad een overgang toestaan.

* Wanneer een overgang van studierichting en/of onderwijsvorm echt aangewezen is voor een individuele leerling, kan de toelatingsklassenraad een overgang toestaan. Zie SO 64.9.2.13.2

Het is onmogelijk een limitatieve lijst van ‘uitzonderlijke gevallen’ voor op te stellen. Na kennisname van het advies van de begeleidende klassenraad van de studierichting die de leerling tot dan toe volgt, beslist de toelatingsklassenraad of er ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen zijn. 
Zo kunnen bv. een verhuis naar een regio waar de tot dan toe gevolgde studierichting niet bestaat, psychische problemen die verband houden met een foute studiekeuze, studieverandering omwille van de aansluiting met een studiekeuze hoger onderwijs  of een allergie aan producten die eigen zijn aan de opleiding… geldige redenen zijn.

 

Wat na "Sociale en technische wetenschappen" ?

Na deze richting kan je gaan werken. Indien er beroepen aan deze richting zijn gekoppeld, kan je meer informatie vinden in de beroependatase.
Verder studeren kan ook. Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is een doorstroming naar het hoger onderwijs mogelijk. Je krijgt hier per onderwijsniveau een oplijsting van een aantal inhoudelijk verwante vervolgopleidingen. Let wel dat een inhoudelijke verwantschap van een richting niet wil niet zeggen dat die richting vlot haalbaar is.

Se-n-Se

Met je diploma secundair onderwijs op zak kan je starten in alle Se-n-Se-opleidingen van hetzelfde studiegebied waarin je je diploma hebt behaald. Dit betekent echter niet dat in de praktijk alle overgangen vanzelfsprekend zijn. Informeer je goed bij de scholen!
Een Se-n-Se-opleiding volgen uit een ander studiegebied kan enkel mits akkoord van de toelatingsklassenraad van de school.

Dit zijn de Se-n-Se-jaren van dit studiegebied:


Internaatswerking (TSO - Se-n-Se)

Leefgroepenwerking (TSO - Se-n-Se)

Tandartsassistentie (TSO - Se-n-Se)

Voorbereidend jaar

In het aso en het kso worden 7de jaren ingericht als voorbereidend jaar op het hoger onderwijs.
In het aso gaat het om een jaar dat tekorten in de vooropleiding wiskunde en wetenschappen wil bijwerken.
In het kso bereiden deze jaren voor op de artistieke toelatingsproeven van het hoger onderwijs.
Sommige voorbereidende jaren worden in geen enkele school ingericht.
Dit kan jaarlijks wijzigen. 

Professionele Bachelors

Met een diploma secundair mag je starten in een professionele bacheloropleiding.
Na het tso is de overstap naar een inhoudelijk verwante richting meestal haalbaar.
Houd bij je keuze zeker rekening met je vooropleiding.
Na het bso is dit veel minder vanzelfsprekend owv de zwakkere theoretische vooropleiding. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Bespreek je keuze grondig vooraleer te beslissen.

Dit zijn de inhoudelijk aansluitende opleidingen:




































Academische Bachelors

Met een diploma secundair mag je starten in de meeste academische bacheloropleidingen.
Voor enkele opleidingen gelden extra toelatingsvoorwaarden.
Let wel dat deze opleidingen sterk theoretisch zijn en dat een instap na tso, en vooral na bso, zeker niet vanzelfsprekend is.
Deze opleidingen worden meestal door een universiteit georganiseerd.  
Uitzonderingen hierop zijn de opleidingen 'Nautische wetenschappen', georganiseerd door de Hogere Zeevaartschool en de kunstrichtingen in de studiegebieden 'Muziek en Podiumkunsten' en 'Audiovisuele en Beeldende Kunst', die door een School of Arts worden georganiseerd.
De academische opleidingen zijn voor de theorie een pak moeilijker dan de professionele bachelors. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Je doet er goed aan je keuze en je kansen op studiesucces vooraf grondig te bespreken met je ouders, leerkrachten, het CLB,...

HBO

Deze opleidingen positioneren zich op niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur. Ze maken deel uit van het hoger onderwijs en situeren zich qua niveau net onder de professionele bachelor. 
De graduaatsopleidingen bereiden voor op het uitoefenen van een beroep. 
Let wel op: de toelatingsvoorwaarden zijn verschillend, maar met een diploma secundair onderwijs kan je altijd starten in elke graduaatsopleiding. 

Via deze link kan je meer lezen over de graduaatsopleidingen, het aanbod, ….

7de specialisatiejaren BSO

Je wordt toegelaten tot alle 7de specialisatiejaren bso van het studiegebied Personenzorg. 
Dit betekent echter niet dat in de praktijk alle overgangen vanzelfsprekend zijn.
Als je een specialisatiejaar wilt volgen in een ander studiegebied moet je de toestemming hebben van de toelatingsklassenraad van de school.
Sommige studierichtingen worden in geen enkele school ingericht.
Dit kan jaarlijks wijzigen. 
Als je slaagt in dit specialisatiejaar behaal je het diploma secundair onderwijs.
Dit geeft toegang tot verdere opleidingsmogelijkheden zoals het Se-n-Se en het hoger onderwijs.
Voor een aantal richtingen in het hoger onderwijs kan je een voorbereidend jaar volgen.

Er is één 7de jaar dat zich specifiek richt op doorstroming naar het hoger onderwijs. Meer info vind je hier

Dit zijn de mogelijkheden:

Begeleider in de kinderopvang (BSO - Modulair jaar)

Kinderbegeleider duaal (BSO - Derde leerjaar)

Kinderzorg (BSO - Derde leerjaar)

Organisatie-assistentie (BSO - Derde leerjaar)


Verzorgende/Zorgkundige duaal (BSO - Derde leerjaar)

 

Uiteraard zijn nog andere keuzes mogelijk.
Er zijn ook opleidingsmogelijkheden in het Volwassenenonderwijs, bij Syntra, bij VDAB, bij Defensie, Politie, ...

Mogelijke beroepen

Hier een overzicht van beroepen die mogelijk zijn na deze opleiding. Enkel beroepen uit de beroependatabase van Onderwijskiezer zijn vermeld. Er kunnen dus steeds nog andere mogelijkheden zijn. Klik op een beroep voor meer informatie.


Verzorgende ( knelpuntberoep)

Studierendement

Professionele bachelor Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
agro- en biotechnologie 424 1,62 % 52,8 % 66 72 52 99 102 33
audiovisuele technieken: fotografie 52 0,20 % 63,5 % 5 7 3 16 18 3
autotechnologie 47 0,18 % 43,4 % 8 8 12 6 7 6
bedrijfsmanagement 1963 7,52 % 50,6 % 280 358 308 451 412 154
biomedische laboratoriumtechnologie 720 2,76 % 42,9 % 135 116 127 125 102 115
bouw 40 0,15 % 50,2 % 5 9 4 12 7 3
chemie 176 0,67 % 33,8 % 33 41 31 24 12 35
communicatiemanagement 374 1,43 % 68,1 % 21 36 48 107 138 24
digital arts en entertainment 41 0,16 % 35,1 % 10 10 5 11 2 3
elektronica-ICT 41 0,16 % 32,7 % 11 5 7 3 4 11
ergotherapie 943 3,61 % 71,6 % 43 97 113 229 421 40
facilitair management 56 0,21 % 84,2 % 1 2 3 15 33 2
gezinswetenschappen 39 0,15 % 92,5 % 1 1 0 2 33 2
grafische en digitale media 166 0,64 % 60,0 % 10 29 22 35 51 19
hotelmanagement 49 0,19 % 67,7 % 4 5 4 14 21 1
integrale veiligheid 54 0,21 % 52,4 % 8 9 6 8 16 7
interieurvormgeving 285 1,09 % 78,9 % 15 20 20 42 163 25
journalistiek 136 0,52 % 70,4 % 9 8 12 41 53 13
logopedie en de audiologie 365 1,40 % 48,2 % 58 73 57 76 75 26
maatschappelijke veiligheid 117 0,45 % 59,7 % 15 11 20 28 38 5
media en entertainment business 113 0,43 % 85,1 % 5 4 2 19 76 7
medische beeldvorming 52 0,20 % 41,7 % 5 15 9 7 8 8
mondzorg 100 0,38 % 46,6 % 13 17 21 24 15 10
multimedia en de communicatietechnologie 60 0,23 % 56,1 % 9 5 13 9 19 5
office management 547 2,09 % 63,1 % 56 51 76 150 178 36
onderwijs: kleuteronderwijs 1392 5,33 % 78,9 % 63 93 121 275 789 51
onderwijs: lager onderwijs 2228 8,53 % 65,8 % 133 260 287 579 849 120
onderwijs: secundair onderwijs 1461 5,60 % 59,6 % 158 204 186 367 443 103
optiek en de optometrie 33 0,13 % 51,8 % 4 5 6 11 5 2
orthopedagogie 2190 8,39 % 70,2 % 122 242 241 511 1007 67
orthopedie 41 0,16 % 61,2 % 6 5 5 9 15 1
pedagogie van het jonge kind 203 0,78 % 74,5 % 14 13 25 40 96 15
podologie 35 0,13 % 66,7 % 1 4 6 5 18 1
sociaal werk 1807 6,92 % 64,9 % 202 183 223 396 697 106
sociale readaptatiewetenschappen 435 1,67 % 69,4 % 27 39 50 119 182 18
sport en bewegen 133 0,51 % 60,3 % 17 19 16 26 51 4
toegepaste architectuur 62 0,24 % 66,8 % 4 13 1 13 27 4
toegepaste gezondheidswetenschappen 43 0,16 % 82,9 % 2 0 4 6 30 1
toegepaste informatica 147 0,56 % 25,7 % 49 31 11 12 9 35
toegepaste informatica 139 0,53 % 41,0 % 32 26 23 23 23 12
toegepaste psychologie 1268 4,86 % 66,0 % 86 158 179 252 549 44
toerisme en het recreatiemanagement 148 0,57 % 56,2 % 20 19 19 38 39 13
vastgoed 254 0,97 % 51,4 % 47 41 30 60 59 17
verpleegkunde 2092 8,01 % 71,5 % 234 162 179 408 1027 82
voedings- en dieetkunde 415 1,59 % 54,7 % 52 62 82 84 107 28
vroedkunde 754 2,89 % 56,7 % 97 125 121 163 212 36
wellbeing- en vitaliteitsmanagement 33 0,13 % 90,3 % 0 0 1 4 23 5


Graduaatsopleiding Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
accounting administration 47 0,18 % 64,2 % 2 8 5 13 17 2
informatica 30 0,11 % 47,4 % 9 5 2 6 6 2
maatschappelijk werk 128 0,49 % 72,5 % 19 9 6 20 66 8
marketing- en de communicatiesupport 76 0,29 % 74,0 % 8 8 4 7 46 3
orthopedagogie 279 1,07 % 72,3 % 38 5 31 51 143 11
programmeren 39 0,15 % 45,8 % 10 5 4 9 6 5


Academische bachelor Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
architectuur 52 0,20 % 39,0 % 11 15 2 16 6 2
beeldende kunsten 65 0,25 % 70,7 % 4 8 5 9 37 2
biologie 32 0,12 % 17,7 % 9 6 5 1 0 11
biomedische wetenschappen 83 0,32 % 16,7 % 29 17 14 3 1 19
communicatiewetenschappen 42 0,16 % 28,3 % 15 6 9 6 2 4
criminologische wetenschappen 205 0,79 % 26,8 % 92 30 21 31 18 13
farmaceutische wetenschappen 46 0,18 % 11,5 % 12 19 3 0 1 11
geschiedenis 76 0,29 % 34,6 % 25 13 9 13 8 8
interieurarchitectuur 109 0,42 % 72,0 % 9 4 12 27 47 10
politieke wetenschappen en de sociologie 47 0,18 % 31,7 % 12 9 12 8 3 3
psychologie 352 1,35 % 31,1 % 124 67 51 39 48 23
revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie 231 0,88 % 29,8 % 64 59 30 34 15 29
taal- en letterkunde 45 0,17 % 23,2 % 15 11 5 9 1 4
toegepaste taalkunde: combinatie van ten minste twee talen 48 0,18 % 28,9 % 10 14 10 3 5 6

Per bachelor- en graduaatsopleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs (SO). De resultaten geven weer voor welk % van de opleiding de studenten slaagden in hun 1e jaar hoger onderwijs.
Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het 1e jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het 1e jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een bepaalde studierichting SO. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.

De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een bepaalde studierichting SO, zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor of graduaatsopleiding,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een VLAAMSE universiteit of hogeschool.

  • Secundaire studierichting: de studierichting in het secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
  • Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele bachelor, academische bachelor of graduaatsopleiding waarin men zich voor het eerst inschrijft na het secundair onderwijs.
  • Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding of graduaatsopleiding van het hoger onderwijs.
  • Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een bepaalde secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een zelfde secundaire studierichting voor een bepaalde opleiding hoger onderwijs kiest, worden de cijfers weergegeven.

Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement


bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming

Wanneer bachelordiploma behaald?

Bachelordiploma behaald Geen bachelordiploma behaald
Professionele bachelor Academische bachelor
binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1 vooropgestelde studieduur +2 en meer binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1 vooropgestelde studieduur +2 en meer na vooropgestelde studieduur +2 en meer
40,97 % 32,01 % 15,57 % 0,66 % 1,04 % 0,64 % 9,11 %

Aantal studenten
Aantal studenten rechtstreeks naar HO 13725
Participatiegraad 56,6%

Hoe dit interpreteren?

1 voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard bacheloropleiding heeft een studieomvang van 180 studiepunten en duurt dus meestal 3 academiejaren. Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 3 jaar slaagt, heeft hij het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur*.

Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het bachelordiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 5 jaar studie, het bachelordiploma (nog) niet behaald hebben.

De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e bachelordiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar en meer. Het behalen van een bachelordiploma betekent dat de student geslaagd verklaard is voor het geheel van de bacheloropleiding.

In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in een academische of professionele bachelor inschrijven met een diplomacontract, aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2016-2017 tot en met 2021-2022.


Uitleg:

40,97 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting secundair onderwijs (SO) gestart zijn in een bacheloropleiding (professionele of academische bachelor), behaalt na de vooropgestelde studieduur een diploma van professionele bachelor.

(nog) Geen bachelordiploma behaald:

9,11 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting SO gestart zijn in hetzij een professionele hetzij een academische bachelor, behaalde (nog) geen diploma binnen de vooropgestelde studieduur+ 2 jaar.

Opgelet:

  • Enkel het eerst behaalde bachelordiploma wordt meegeteld. Enkel als een student in hetzelfde academiejaar een eerste academische bachelor én een eerste professionele bachelor behaalt, worden beide diploma’s meegeteld.
  • Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een bachelor, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
  • Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een bachelordiploma.

* Vooropgestelde studieduur: wordt bepaald op het moment van afstuderen op basis van de studieomvang van de opleiding.
De vooropgestelde studieduur kan verschillen van opleiding tot opleiding.

  • Vb. Voor een opleiding van 180 studiepunten betekent ‘binnen de vooropgestelde studieduur’ dat de student er maximum 3 jaar over doet om af te studeren. De ‘vooropgestelde studieduur +1’ komt overeen met 4 jaar; de ‘vooropgestelde studieduur + 2 en meer’ komt overeen met 5 jaar en meer.”
  • Vb. De professionele bachelor Verpleegkunde heeft een studieomvang van 240 studiepunten en duurt bijgevolg 4 jaar. Als de student er in deze opleiding verpleegkunde slaagt binnen maximum 4 jaar, heeft hij ook het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.

bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming