Orthopedagogische begeleiding - Graduaatsopleiding
Algemeen
De opleiding Orthopedagogische begeleiding leidt tot het beroep van opvoeder-begeleider.
Jij wordt opvoeder-begeleider en biedt ondersteuning aan kinderen, jongeren en volwassenen die gedurende korte of langere tijd begeleiding nodig hebben in hun woon- en leefsituatie of in hun dagbesteding. Die nood aan begeleiding kan het gevolg zijn van verschillende factoren:
- handicap en ziekte;
- opvoedings-, ontwikkelings-, of gedragsproblemen;
- en/of emotionele moeilijkheden die het zelfstandig functioneren bemoeilijken.
Op je programma staan vakken als:
- communicatieve vaardigheden,
- orthopedagogiek,
- werken in en met groepen,
- psychopathologie,
- werken in team en organisatie en
- ethisch en deontologisch handelen.
Minstens een 1/3 van je opleiding is gericht op het ontwikkelen en toepassen van kennis en vaardigheden in de praktijk. Deze praktijkervaringen die je opbouwt via werkplekleren, authentieke opdrachten en praktijkprojecten geven je ervaring met het werken met verschillende doelgroepen en stomen je klaar voor het beroep van orthopedagogisch begeleider. Dit in instellingen voor jongeren, MPI (medisch pedagogisch instituut), centrum voor begeleid wonen, dagcentra, ...
De organisatie van de opleiding verschilt van hogeschool tot hogeschool (vb. werken met semesterssyteem, theorie en werkplekleren al dan niet laten afwisselen, ...). Informeer je daarover bij de instellingen.
De graduaatsopleiding kan afgesloten worden met een graduaatsproef.
Afhankelijk van je situatie kan je een flexibel traject (vb. avondonderwijs, deeltijds onderwijs, starten in februari, ...) of vrijstellingen voor bepaalde vakken aanvragen.
Iets voor jou?
Je bent sociaal bewogen.
Je wil je inzetten voor mensen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
Een specifieke vooropleiding is niet nodig.
Studiepunten
120
Orthopedagogische begeleiding - Graduaatsopleiding |
Algemene info
Algemeen
De opleiding Orthopedagogische begeleiding leidt tot het beroep van opvoeder-begeleider.
Jij wordt opvoeder-begeleider en biedt ondersteuning aan kinderen, jongeren en volwassenen die gedurende korte of langere tijd begeleiding nodig hebben in hun woon- en leefsituatie of in hun dagbesteding. Die nood aan begeleiding kan het gevolg zijn van verschillende factoren:
- handicap en ziekte;
- opvoedings-, ontwikkelings-, of gedragsproblemen;
- en/of emotionele moeilijkheden die het zelfstandig functioneren bemoeilijken.
Op je programma staan vakken als:
- communicatieve vaardigheden,
- orthopedagogiek,
- werken in en met groepen,
- psychopathologie,
- werken in team en organisatie en
- ethisch en deontologisch handelen.
Minstens een 1/3 van je opleiding is gericht op het ontwikkelen en toepassen van kennis en vaardigheden in de praktijk. Deze praktijkervaringen die je opbouwt via werkplekleren, authentieke opdrachten en praktijkprojecten geven je ervaring met het werken met verschillende doelgroepen en stomen je klaar voor het beroep van orthopedagogisch begeleider. Dit in instellingen voor jongeren, MPI (medisch pedagogisch instituut), centrum voor begeleid wonen, dagcentra, ...
De organisatie van de opleiding verschilt van hogeschool tot hogeschool (vb. werken met semesterssyteem, theorie en werkplekleren al dan niet laten afwisselen, ...). Informeer je daarover bij de instellingen.
De graduaatsopleiding kan afgesloten worden met een graduaatsproef.
Afhankelijk van je situatie kan je een flexibel traject (vb. avondonderwijs, deeltijds onderwijs, starten in februari, ...) of vrijstellingen voor bepaalde vakken aanvragen.
Iets voor jou?
Je bent sociaal bewogen.
Je wil je inzetten voor mensen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
Een specifieke vooropleiding is niet nodig.
Studiepunten
120
Instellingen:
Je moet:
- voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht (=18 jaar of ouder vóór 31/12);
- Belg zijn of voldoen aan de bepalingen van het ‘wettig verblijf’ .
én beschikken over één van volgende studiebewijzen:
- studiegetuigschrift 2e leerjaar 3e graad SO (6BSO), minstens 3 jr. geleden behaald;
- diploma secundair onderwijs;
- certificaat van een opleiding secundair onderwijs voor sociale promotie of van het secundair volwassenenonderwijs van minimum 900 lestijden;
- certificaat van het hoger beroepsonderwijs;
- diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie of van het hoger beroepsonderwijs;
- diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of van bachelor of master;
- studiebewijs dat wordt erkend als gelijkwaardig met een van de voorgaande diploma's.
Ook als je niet aan de diplomavoorwaarden voldoet, is het mogelijk om toelating te krijgen tot een graduaatsopleiding.
Als je voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde (minstens 18 jaar zijn op uiterlijk 31/12) én de Nederlandse taalvoorwaarde, kan je toch starten met een graduaatsopleiding als je slaagt voor de Vlaanderenbrede toelatingsproef. Dit is een initiatief van de vijf Vlaamse associaties met steun van de Vlaamse Overheid. De proef wordt op dezelfde manier afgenomen voor alle kandidaat-studenten bij alle hogescholen in Vlaanderen.
Het doel ervan is testen of je voldoende basiskennis en -vaardigheden hebt om een graduaatsopleiding te starten.
De toelatingsproef is een digitale test op de computer die op de campussen van de hogescholen wordt afgenomen. De deelname is gratis en inschrijving is verplicht. De test neemt in totaal maximaal honderd minuten in beslag en bestaat uit vier delen:
- Woordenschat
- Begrijpend lezen
- Rekenen (met rekenmachine)
- Numeriek redeneren (met rekenmachine)
Je kan een infobundel raadplegen op https://www.toelatingsonderzoek.be/
Extra taalvoorwaarden voor studenten met een buitenlands diploma.
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Orthopedagogische begeleiding
Studieniveau: Graduaatsopleiding - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Communicatieve vaardigheden, Gedragswetenschappen, Opvoedkunde, Psychologie, Sociale wetenschappen,
Vervolgopleidingen
Met een graduaatsdiploma Maatschappelijk werk kan je meestal via een verkort traject / vervolgtraject doorstromen naar een inhoudelijk verwante professionele bachelor. Het exact aantal studiepunten dat zo’n aanvultraject omvat verschilt al naargelang je vooropleiding en mogelijks ook per hogeschool. Hogescholen kunnen bijkomende eisen stellen, bv. een bepaald resultaat behaald hebben in het HBO of je graduaatsdiploma behaald hebben in hetzelfde samenwerkingsverband. Voorbeelden van aanvullende professionele bachelors zijn bijvoorbeeld Sociaal werk, Ortopedagogie, Sociale readaptatiewetenschappen, Pedagogie van het jonge kind,...
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Noorderplaats)
Avondonderwijs
Starten in februari
VDAB-traject
Thomas More, Campus Sanderus
Afstandsonderwijs
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Viaduct)
VDAB-traject
Werkplekleren
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Blairon
VDAB-traject
Werkplekleren
Thomas More, Campus Geel
Starten in februari
VDAB-traject
Thomas More, Campus Lier
Starten in februari
VDAB-traject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Dodoens
Avondonderwijs
VDAB-traject
Hogeschool UCLL, Campus Sociale School
VDAB-traject
Werkstudententraject
Howest, Campus Brugge Centrum
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Arteveldehogeschool, Campus Zwijnaardsesteenweg
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Instellingen
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
Molenstraat 8 2018 Antwerpen
Ellermanstraat 71 2060 Antwerpen
Campus Blairon 555 2300 Turnhout
Kleinhoefstraat 4 2440 Geel
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
Leopoldstraat 42 2800 Mechelen
Groeneweg 151 3001 Heverlee
Vildersstraat 5 3500 Hasselt
Oude Luikerbaan 79 3500 Hasselt
Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
Zwijnaardse steenweg 312-316 9000 Gent
Beroepsuitwegen
Mogelijke beroepen
Monitor begeleider in de sociale economie
( knelpuntberoep)
Opvoeder in onderwijsinstelling
Opvoeder-begeleider
( knelpuntberoep)
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 83 | 1,29 | 78,0 | 11 | 2 | 8 | 12 | 46 | 4 |
Humane wetenschappen (ASO) | 56 | 0,20 | 75,8 | 7 | 0 | 5 | 10 | 32 | 2 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 134 | 5,21 | 81,6 | 13 | 2 | 6 | 23 | 77 | 13 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 122 | 1,51 | 54,2 | 33 | 11 | 12 | 17 | 38 | 11 |
Kinderzorg (BSO) | 233 | 4,66 | 62,9 | 44 | 15 | 27 | 38 | 91 | 18 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 38 | 0,49 | 70,8 | 7 | 1 | 3 | 5 | 18 | 4 |
Organisatie-assistentie (BSO) | 40 | 3,03 | 45,1 | 6 | 10 | 5 | 8 | 8 | 3 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 36 | 1,39 | 66,5 | 5 | 2 | 3 | 8 | 14 | 4 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 279 | 1,07 | 72,3 | 38 | 5 | 31 | 51 | 143 | 11 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 285 | 3,30 | 65,5 | 58 | 20 | 20 | 54 | 117 | 16 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 41 | 2,26 | 53,2 | 11 | 4 | 5 | 3 | 16 | 2 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 23-02-2024 |
Orthopedagogische begeleiding - Graduaatsopleiding |
Algemene info
Algemeen
De opleiding Orthopedagogische begeleiding leidt tot het beroep van opvoeder-begeleider.
Jij wordt opvoeder-begeleider en biedt ondersteuning aan kinderen, jongeren en volwassenen die gedurende korte of langere tijd begeleiding nodig hebben in hun woon- en leefsituatie of in hun dagbesteding. Die nood aan begeleiding kan het gevolg zijn van verschillende factoren:
- handicap en ziekte;
- opvoedings-, ontwikkelings-, of gedragsproblemen;
- en/of emotionele moeilijkheden die het zelfstandig functioneren bemoeilijken.
Op je programma staan vakken als:
- communicatieve vaardigheden,
- orthopedagogiek,
- werken in en met groepen,
- psychopathologie,
- werken in team en organisatie en
- ethisch en deontologisch handelen.
Minstens een 1/3 van je opleiding is gericht op het ontwikkelen en toepassen van kennis en vaardigheden in de praktijk. Deze praktijkervaringen die je opbouwt via werkplekleren, authentieke opdrachten en praktijkprojecten geven je ervaring met het werken met verschillende doelgroepen en stomen je klaar voor het beroep van orthopedagogisch begeleider. Dit in instellingen voor jongeren, MPI (medisch pedagogisch instituut), centrum voor begeleid wonen, dagcentra, ...
De organisatie van de opleiding verschilt van hogeschool tot hogeschool (vb. werken met semesterssyteem, theorie en werkplekleren al dan niet laten afwisselen, ...). Informeer je daarover bij de instellingen.
De graduaatsopleiding kan afgesloten worden met een graduaatsproef.
Afhankelijk van je situatie kan je een flexibel traject (vb. avondonderwijs, deeltijds onderwijs, starten in februari, ...) of vrijstellingen voor bepaalde vakken aanvragen.
Iets voor jou?
Je bent sociaal bewogen.
Je wil je inzetten voor mensen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
Een specifieke vooropleiding is niet nodig.
Studiepunten
120
Instellingen:
Je moet:
- voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht (=18 jaar of ouder vóór 31/12);
- Belg zijn of voldoen aan de bepalingen van het ‘wettig verblijf’ .
én beschikken over één van volgende studiebewijzen:
- studiegetuigschrift 2e leerjaar 3e graad SO (6BSO), minstens 3 jr. geleden behaald;
- diploma secundair onderwijs;
- certificaat van een opleiding secundair onderwijs voor sociale promotie of van het secundair volwassenenonderwijs van minimum 900 lestijden;
- certificaat van het hoger beroepsonderwijs;
- diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie of van het hoger beroepsonderwijs;
- diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of van bachelor of master;
- studiebewijs dat wordt erkend als gelijkwaardig met een van de voorgaande diploma's.
Ook als je niet aan de diplomavoorwaarden voldoet, is het mogelijk om toelating te krijgen tot een graduaatsopleiding.
Als je voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde (minstens 18 jaar zijn op uiterlijk 31/12) én de Nederlandse taalvoorwaarde, kan je toch starten met een graduaatsopleiding als je slaagt voor de Vlaanderenbrede toelatingsproef. Dit is een initiatief van de vijf Vlaamse associaties met steun van de Vlaamse Overheid. De proef wordt op dezelfde manier afgenomen voor alle kandidaat-studenten bij alle hogescholen in Vlaanderen.
Het doel ervan is testen of je voldoende basiskennis en -vaardigheden hebt om een graduaatsopleiding te starten.
De toelatingsproef is een digitale test op de computer die op de campussen van de hogescholen wordt afgenomen. De deelname is gratis en inschrijving is verplicht. De test neemt in totaal maximaal honderd minuten in beslag en bestaat uit vier delen:
- Woordenschat
- Begrijpend lezen
- Rekenen (met rekenmachine)
- Numeriek redeneren (met rekenmachine)
Je kan een infobundel raadplegen op https://www.toelatingsonderzoek.be/
Extra taalvoorwaarden voor studenten met een buitenlands diploma.
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Orthopedagogische begeleiding
Studieniveau: Graduaatsopleiding - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Communicatieve vaardigheden, Gedragswetenschappen, Opvoedkunde, Psychologie, Sociale wetenschappen,
Vervolgopleidingen
Met een graduaatsdiploma Maatschappelijk werk kan je meestal via een verkort traject / vervolgtraject doorstromen naar een inhoudelijk verwante professionele bachelor. Het exact aantal studiepunten dat zo’n aanvultraject omvat verschilt al naargelang je vooropleiding en mogelijks ook per hogeschool. Hogescholen kunnen bijkomende eisen stellen, bv. een bepaald resultaat behaald hebben in het HBO of je graduaatsdiploma behaald hebben in hetzelfde samenwerkingsverband. Voorbeelden van aanvullende professionele bachelors zijn bijvoorbeeld Sociaal werk, Ortopedagogie, Sociale readaptatiewetenschappen, Pedagogie van het jonge kind,...
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Noorderplaats)
Avondonderwijs
Starten in februari
VDAB-traject
Thomas More, Campus Sanderus
Afstandsonderwijs
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Viaduct)
VDAB-traject
Werkplekleren
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Blairon
VDAB-traject
Werkplekleren
Thomas More, Campus Geel
Starten in februari
VDAB-traject
Thomas More, Campus Lier
Starten in februari
VDAB-traject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Dodoens
Avondonderwijs
VDAB-traject
Hogeschool UCLL, Campus Sociale School
VDAB-traject
Werkstudententraject
Howest, Campus Brugge Centrum
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Arteveldehogeschool, Campus Zwijnaardsesteenweg
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Instellingen
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
Molenstraat 8 2018 Antwerpen
Ellermanstraat 71 2060 Antwerpen
Campus Blairon 555 2300 Turnhout
Kleinhoefstraat 4 2440 Geel
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
Leopoldstraat 42 2800 Mechelen
Groeneweg 151 3001 Heverlee
Vildersstraat 5 3500 Hasselt
Oude Luikerbaan 79 3500 Hasselt
Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
Zwijnaardse steenweg 312-316 9000 Gent
Beroepsuitwegen
Mogelijke beroepen
Monitor begeleider in de sociale economie
( knelpuntberoep)
Opvoeder in onderwijsinstelling
Opvoeder-begeleider
( knelpuntberoep)
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 83 | 1,29 | 78,0 | 11 | 2 | 8 | 12 | 46 | 4 |
Humane wetenschappen (ASO) | 56 | 0,20 | 75,8 | 7 | 0 | 5 | 10 | 32 | 2 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 134 | 5,21 | 81,6 | 13 | 2 | 6 | 23 | 77 | 13 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 122 | 1,51 | 54,2 | 33 | 11 | 12 | 17 | 38 | 11 |
Kinderzorg (BSO) | 233 | 4,66 | 62,9 | 44 | 15 | 27 | 38 | 91 | 18 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 38 | 0,49 | 70,8 | 7 | 1 | 3 | 5 | 18 | 4 |
Organisatie-assistentie (BSO) | 40 | 3,03 | 45,1 | 6 | 10 | 5 | 8 | 8 | 3 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 36 | 1,39 | 66,5 | 5 | 2 | 3 | 8 | 14 | 4 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 279 | 1,07 | 72,3 | 38 | 5 | 31 | 51 | 143 | 11 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 285 | 3,30 | 65,5 | 58 | 20 | 20 | 54 | 117 | 16 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 41 | 2,26 | 53,2 | 11 | 4 | 5 | 3 | 16 | 2 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 23-02-2024 |