Immobiliënbeheer leidt je op tot bediende in de vastgoedsector. Je moet mee kunnen instaan voor het verhuren, verkopen en beheren van onroerende goederen: woonhuizen, handelshuizen, bedrijfsgebouwen. Scholen kunnen eigen accenten leggen in een programma (bv.via werkplekleren, taalkeuze ...). Algemeen kunnen we de klemtonen als volgt samenvatten:
Talen / Communicatieve vaardigheden Het taalonderricht wil je woordenschat uitbreiden. Bovendien maak je kennis met de specifieke woordenschat van de immobiliënsector. Hierbij worden begrijpend lezen, luisteren en schriftelijke en mondelinge communicatie benadrukt. De taalvakken (Nederlands, Frans, Engels en eventueel Duits) worden in de mate van het mogelijke gestoffeerd met gesimuleerde werksituaties waarin het taalgebruik geoefend wordt.
Beheer onroerende goederen Dit vak geeft je inzicht in de deeltaken van de vastgoedmakelaar. Je leert hoe de waarde van onroerende goederen wordt bepaald, wat een expertiseverslag is en welke personen betrokken kunnen zijn bij beheer of transacties van onroerend goed: de notaris, de rentmeester, de syndicus, de promotor, de verkavelaar. Er wordt ook ingegaan op het belang van een beroepsvereniging. Deontologische, juridische (bv. erfrecht) en fiscale aspecten van onroerend goed komen aan bod.
Marktstudie en verkoop De marktwaarde van een onroerend goed wordt bestudeerd. Vastgoed wordt als belegging vergeleken met andere beleggingsvormen. Factoren die de marktwaarde kunnen beïnvloeden, zoals toeristische vraag en aanbod, wetgeving op ruimtelijke ordening en marketing komen aan bod. De verkoopmethodes worden toegelicht aan de hand van concrete voorbeelden. Hierbij leert men een verkoopsituatie juist in te schatten, om te gaan met weerstand en de juiste hulpmiddelen aan te wenden om een verkoopgesprek in goede banen te leiden.
De stage is een essentieel onderdeel van de opleiding. Je leert er o.a. volgende taken uitvoeren: contact met klanten (persoonlijk, telefonisch, schriftelijk) in verschillende talen, administratieve taken (postbehandeling, opmaken en uittypen van verslagen, gebruik van de kantoorcomputertoepassingen met inbegrip van specifieke immobiliënsoftware), invullen en klasseren van documenten, berekening en verwerking van gemeenschappelijke kosten bij bewoning.
Toegepaste informatica Je leert software gebruiken in verband met tekstverwerking, gegevensbeheer, elektronisch rekenblad en boekhoudkundige programmatuur. Hierbij wordt ook gewerkt met sectorgerichte geïntegreerde oefeningen.
Wetgeving Zowel burgerlijk als handelsrecht komen aan bod. De klemtoon ligt op het contractenrecht, het huwelijkscontract, het huurcontract en de juridische gevolgen van eigendom en mede-eigendom. Daarnaast is het belangrijk dat je een goed inzicht verwerft in de juridische situatie van de handelaar. Aan de hand van concrete rechtspraak leer je de toepassing van de wet kennen. |