De vorming bestaat uit twee componenten: • een communicatieve component met een praktische kennis van het Nederlands, Frans en Engels in functie van de bovenvermelde beroepscontext • een bedrijfsgerichte component met een specifieke juridische vorming en een gerichte administratieve organisatie, ondersteund door een grondige studie van specifieke softwarepakketten en bureauticatoepassingen.
Doorheen de hele opleiding is er permanent aandacht voor attitudes zoals vlotheid in de omgang, discretie,accuraatheid en stressbestendigheid. Je loopt ook stages. Administratie vrije beroepen leidt je op om te werken in de sector van de vrije beroepen of in bedrijfsdiensten met sterke bindingen met deze sector. Vrije beroepen zijn o.a. advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bedrijfsrevisoren, verzekeringsmakelaars en zakenkantoren.
Het taalonderricht wil uw woordenschat uitbreiden, rekening houdend met de soms erg verschillende vooropleidingen. Bovendien maak je kennis met de specifieke juridische woordenschat van de sector. Hierbij worden begrijpend lezen, luisteren en schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheid benadrukt. De taalvakken worden in de mate van het mogelijke aangevuld met gesimuleerde werksituaties waarin het taalgebruik geoefend wordt.
De stage is een essentieel onderdeel van de opleiding. Ze gaat door in advocaten-, notarissen-, gerechtsdeurwaarderskantoren, … Je leert er taken uit te voeren zoals in een dagelijkse bedrijfsrealiteit en maakt er kennis met de apparatuur (fax, scanner, tapestreamer, …). Op die wijze verkrijg je betere inzichten en vaardigheden voor het werken binnen deze sector. Het programma Toegepaste economie wordt opgebouwd aan de hand van een aantal cases. Na een algemene situering van juridische beroepen en zakenkantoren, worden eerst twee of drie cases in de juridische sfeer behandeld en vervolgens enkele gevalstudies uit de dienstverlenende sector. Je maakt kennis met de administratieve organisatie van de vrije beroepen. De link tussen de juridische theorieën en de dagelijkse praktijk komt hier aan bod. Zowel de taakomschrijving van de advocaat, de notaris, de gerechtsdeurwaarder als die van een zakenkantoor worden toegelicht. Men bouwt er aan een praktische bagage die de leerlingen toelaat vlot te functioneren in hun toekomstige werksituatie. Daarnaast worden meer juridische aspecten behandeld. Je moet voldoende vertrouwd raken met het juridisch vakjargon. Volgende onderwerpen komen hierbij aan bod: soorten rechtshulp, bevoegdheden van de rechtbanken, gerechtelijke procedures, kosten, taken van een gerechtsdeurwaarder, notariaatsactiviteiten, vennootschappen, verzekeringen … Verder bouwend op de informaticakennis die je in je vooropleiding reeds verwierf, wordt de nadruk gelegd op het zelfstandig verwerken van opdrachten omtrent tekstverwerking, gegevensbeheer en elektronisch rekenblad. Je leert tevens werken met juridische softwarepakketten. In briefwisseling wordt gestreefd naar vertrouwdheid met het juridisch en het verzekeringsjargon. |