Opleidingsvormen in het Buitengewoon Secundair Onderwijs?

Wat is een opleidingsvorm?

Er zijn binnen het buitengewoon secundair onderwijs 4 opleidingsvormen (OV). Een opleidingsvorm zegt iets over wat je na het buitengewoon secundair onderwijs kan doen.

Een school voor buitengewoon secundair onderwijs kan 1 of meer opleidingsvormen aanbieden. 


Wat leer je?

Opleidingsvorm 1

Opleidingsvorm 2

Opleidingsvorm 3

Opleidingsvorm 4

  • Maatschappelijk functioneren in een omgeving met ondersteuning. 
  • Soms een voorbereiding op werken in een omgeving met ondersteuning.  
  • Sociale vorming om te leven en werken in een beschermd leef- en/of werkmilieu. 
  • Zelfredzaamheid, communicatie, de zintuigen en je beweging (= sensomotoriek).

Communicatie = spreekoefeningen, spreken met ondersteuning van gebaren, leesoefeningen, pictogrammen, communicatie via tekeningen en symbolen. 

Zelfredzaamheidstraining = je leert dingen zelfstandig doen

Handvaardigheidstraining = je leert dingen met je handen doen met creatieve technieken

Bewegingsopvoeding = luchtkussen, snoezelen, zwemmen, fietsen, paardrijden, ...

  • Maatschappelijk functioneren in een omgeving
  • Werken in een werkomgeving met ondersteuning? Je kan dan betaald werken in een werkomgeving die rekening houdt met wat je kan, graag wil en je ontwikkeling.


In de 1e fase

  • Sociale aanpassing
  • Arbeidsgeschiktmaking
  • Algemene en sociale vorming (ten minste vijftien wekelijkse periodes)


In de 2e fase

  • Arbeidsgeschiktmaking.
  • Algemene en sociale vorming (ten minste negen wekelijkse periodes)
  • Algemene vorming
  • Sociale vorming
  • Beroepsvorming

In een observatiefase leer je technieken die je voorbereiden op wat je zal leren in de opleidingsfase.

In de opleidingsfase kies je uit 13 basisopleidingen die behoren tot 1 van deze 5 studiedomeinen:

Je basisopleiding bevat alle competenties (= wat je moet kennen en kunnen) uit een breed basisopleidingsprofiel en bereidt je voor op een opleiding in de kwalificatiefase, welke school je ook kiest. 


In de kwalificatiefase kies je voor een meer specifieke opleiding uit hetzelfde of een ander studiedomein:

  • Minstens 10 lestijden algemene en sociale vorming en 19 lestijden beroepsgerichte vorming. De school kan nog een aantal lestijden zelf invullen, ook stages. Na de kwalificatiefase ben je niet meer leerplichtig.

In de integratiefase (= alternerende beroepsopleiding)

  • Vooral stages (minstens 24 lestijden). 
  • Je werkt 3 dagen in een bedrijf om het beroep te leren en te wennen aan het arbeidsritme en de nodige werkhouding. 
  • De overige 2 dagen (minstens 14 lestijden) volg je les: 1 halve dag algemene vorming en 3 halve dagen beroepsgerichte vorming
Interactief afstandsonderwijs in het secundair onderwijs

De school kan ervoor kiezen om voor een leerlingengroep (of uitzonderlijk voor individuele leerlingen) interactief afstandsonderwijs te organiseren.

Meer info

• De leerdoelen (= wat je moet kennen en kunnen) zijn aangepast aan je mogelijkheden en aan wat je nodig hebt om in de maatschappij te leven.

• Je volgt eenzelfde programma als in het gewoon secundair onderwijs.

In de 1e graad verken je waar je goed in bent en wat je graag doet.

In de 2e graad kies je een studierichting in een onderwijsvorm (aso, tso, kso, bso) met 1 finaliteit en 1 studiedomein (behalve aso: die studierichtingen zijn domeinoverschrijdend)

In het 1e leerjaar van de 3e graad kies je een studierichting in een onderwijsvorm (aso, tso, kso, bso) met 1 finaliteit en 1 studiedomein (behalve aso: die studierichtingen zijn domeinoverschrijdend.)

De studierichtingen in het 2e en 3e leerjaar van de 3e graad hebben een onderwijsvorm en een studiegebied. Dit wordt vanaf 2024-25 (het 2e leerjaar) en 2025-26 (3e leerjaar) een studiedomein in een finaliteit (behalve aso: die studierichtingen zijn domeinoverschrijdend.)

Het 3e leerjaar van de 3e graad is een voorbereiding op hoger onderwijs of een specialisatie. 

LET OP! Als je school loopt in OV4 Type 5, dan volg je ziekenhuisonderwijs. Lees er hier meer over.

Interactief afstandsonderwijs in het secundair onderwijs

De school kan ervoor kiezen om voor een leerlingengroep (of uitzonderlijk voor individuele leerlingen) interactief afstandsonderwijs te organiseren. 

Meer info


Hoe lang duurt je opleiding?

Opleidingsvorm 1

Opleidingsvorm 2

Opleidingsvorm 3

Opleidingsvorm 4

De klassenraad bepaalt met het CLB de duur van de opleiding voor elke leerling.

1e fase:

  • Minstens 2 leerjaren

2e fase:

  • Minstens 2 leerjaren

De klassenraad bepaalt met het CLB voor elke leerling hoe lang de opleiding duurt.

De observatiefase:

  • 1 schooljaar
  • Dit kan verkort of verlengd worden door gemotiveerde beslissing van de klassenraad.

De opleidingsfase:

  • 2 schooljaren
  • Dit kan verlengd worden door gemotiveerde beslissing van de klassenraad.

De kwalificatiefase:

  • 2 schooljaren
  • Dit kan verkort of verlengd worden door gemotiveerde beslissing van de klassenraad.

De integratiefase:

  • 1 schooljaar
  • Dit kan uitzonderlijk verlengd worden tot een 2e schooljaar door de klassenraad.

Er zijn 3 graden.

  • 1e graad: 2 leerjaren
  • 2e graad: 2 leerjaren
  • 3e graad: 2 leerjaren

Na het 2e jaar van de 3e graad kan volgen:

  • Een voorbereidend jaar hoger onderwijs (aso, kso) 
  • Een Se-n-Se (tso, kso)
  • Een 7e specialisatiejaar (bso) 

Heb je stage?

Opleidingsvorm 1

Opleidingsvorm 2

Opleidingsvorm 3

Opleidingsvorm 4

  • Vrijwillige leerlingenstage in groep of voor 1 leerling onder begeleiding van een leerkracht
  • Vanaf 15 jaar én als je niet meer voltijds leerplichtig bent
  • Hoogstens 30 dagen per schooljaar bij stage voor 1 leerling
  • Bij leerlingenstage in groep bepaalt de klassenraad hoe lang de stage duurt.
Meer info

1e fase:

  • Geen stages

2e fase:

  • Vrijwillige of verplichte leerlingenstage in groep of voor 1 leerling onder begeleiding van een leerkracht
  • Vanaf 15 jaar én als je niet meer voltijds leerplichtig bent
  • Hoogstens 30 dagen per schooljaar bij stage voor 1 leerling. Indien nodig kan de stage opgesplitst worden in halve dagen
  • Bij leerlingenstage in groep bepaalt de klassenraad hoe lang de stage duurt. Indien nodig kan de stage opgesplitst worden in halve dagen
  • In het laatste jaar kan de klassenraad samen met ouders en leerling beslissen dat je de stage wekelijks afwisselt met vorming op school. Uitzonderlijk kan de vorming op school of de werkervaring langer en zonder onderbreking georganiseerd worden (hoogstens 3 weken) op basis van wat de leerling nodig heeft.
Meer info

Leerlingenstages in groep onder begeleiding van een leerkracht, in blok of afwisselend:

  • Laatste jaar opleidingsfase en in de kwalificatiefase
  • Niet verplicht
  • Vanaf 15 jaar én als je niet meer voltijds leerplichtig bent
  • De klassenraad bepaalt hoe lang de stage duurt.
  • Indien nodig kan de stage opgesplitst worden in halve dagen

Leerlingenstages voor 1 leerling onder begeleiding van een leerkracht, in blok of afwisselend:

  • In de kwalificatiefase
  • Verplicht
  • Vanaf 15 jaar én als je niet meer voltijds leerplichtig bent
  • De stage duurt minstens 5 en hoogstens 15 werkdagen per schooljaar in de de kwalificatiefase, behalve in de verkorte kwalificatiefase en in het laatste jaar van de kwalificatiefase. Dan duurt de stage minstens 10 en hoogstens 30 werkdagen per schooljaar.
  • Indien nodig kan de stage opgesplitst worden in halve dagen

De werkervaring van de alternerende beroepsopleiding in de integratiefase wordt gelijkgesteld met een leerlingenstage:

  • 3 dagen werkervaring in een regulier bedrijf
  • Minstens 24 uren per week
  • Uitzonderlijk kan de vorming op school of de werkervaring langer en zonder onderbreking georganiseerd worden (hoogstens 3 weken) op basis van wat de leerling nodig heeft.

Meer info

Leerlingenstages in groep of voor 1 leerling, in blok of afwisselend: minstens 18 halve dagen per schooljaar verplicht vanaf de 3e graad tso-dubbele finaliteit, bso- arbeidsmarktfinaliteit en alle 7e leerjaren gericht op de arbeidsmarkt.*

Stages zijn mogelijk:

  • Vanaf de 2e graad, als je 15 jaar bent én als je niet meer voltijds leerplichtig bent
  • Er staat geen beperking op de stageperiode maar het goedgekeurde leerplan moet volledig afgewerkt worden
  • Binnen toegelaten stageperiodes (meer info)
  • In vakantie- of verlofperiodes

 Meer info


* In het 2e en 3e leerjaar van de 3e graad.

* Vanaf 01-09-2024 ook in het 1e leerjaar van de 3e graad



Welk studiebewijs of attest krijg je?

Opleidingsvorm 1

Opleidingsvorm 2

Opleidingsvorm 3

Opleidingsvorm 4

  • Een attest van gevolgde vorming
  • Een attest van gevolgde vorming

Opleidingsfase

  • Een bewijs van competenties waarop staat welke competenties je hebt behaald. Dit is geen toelatingsvoorwaarde voo de kwalificatiefase. De klassenraad beoordeelt de overgang naar de volgende fase.
  • Een studieadvies van de klassenraad. Dit advies is verplicht als je een verslag van opleidingsvorm 3, type basisaanbod hebt, en je kan de overstap maken naar het gewoon onderwijs. Dit advies is niet verplicht, als je een verslag van opleidingsvorm 3, type basisaanbod hebt en je niet naar het gewoon onderwijs gaat, of als je een verslag hebt van opleidingsvorm 3 met een ander type. 

Kwalificatiefase

De klassenraad kan je een van deze getuigschriften of attesten geven:

  • Een getuigschrift van de opleiding
  • Een getuigschrift van verworven competenties voor een afgerond geheel binnen een opleiding.
  • Een attest van verworven bekwaamheden
  • Een attest beroepsonderwijs. Dit attest vermeldt alleen de periode van lesbijwoning


Integratiefase

  • Als je wel slaagt, krijg je het getuigschrift van alternerende beroepsopleiding.
  • Als je niet slaagt, krijg je een attest.

Als je opleiding in onderwijsvorm 3 modulair wordt georganiseerd, kan je dezelfde studiebewijzen halen als in een lineaire opleiding, maar ook: 

  • Een deelcertificaat, als je geslaagd bent in een module. 
  • Door verschillende deelcertificaten te combineren, kan je een certificaat behalen. 
  • Een attest van verworven competenties als je niet geslaagd bent in een module. Daarmee kan je de competenties aantonen die je wel verworven hebt

1e graad:

  • Een oriënteringsattest na 1A of 1B en na 2A of 2B
  • Het getuigschrift basisonderwijs als je dit nog niet hebt en je een oriënteringsattest A krijgt na 1B of 2B
  • Het getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je geslaagd bent na 2A of 2B

2e graad:

  • Een oriënteringsattest na het 3e jaar en het 4e jaar
  • Het getuigschrift van de 2e graad als je geslaagd bent in het 1e en 2e jaar van de 2e graad na het 4e jaar
  • Het bewijs van competenties na het 4e jaar als je in de dubbele finaliteit kso of tso of de arbeidsmarktfinaliteit beroepsgerichte competenties bereikt hebt die geen beroepskwalificatie of deelkwalificatie vormen 

 3e graad:

  • Een oriënteringsattest na het 5e jaar
  • Het diploma van secundair onderwijs als je het getuigschrift van de 2e graad bezit en slaagde in het 1e en 2e leerjaar van de 3e graad op het einde van het 2e leerjaar van de 3e graad aso, tso, kso  
  • Het diploma van secundair onderwijs op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad bso als je het getuigschrift van de 2e graad bezit en slaagde in het 1e leerjaar van de 3e graad, het 2e leerjaar van de 3e graad bso en dit 3e leerjaar van de 3e graad
  • Een oriënteringsattest C op het einde van het 2e leerjaar van de 3e graad aso, tso, kso of bso of op het einde van een Se-n-Se van de 3e graad tso, kso of op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad bso, dat een specialisatiejaar is of op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad bso, dat geen specialisatiejaar is als je niet geslaagd bent of als je de onderwijsvorm of de studierichting slechts gedeeltelijk volgde in het schooljaar of op de school
  • Een getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer: op het einde van het 2e leerjaar van de 3e graad aso, tso, kso of bso of  op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad aso, kso dat op het hoger onderwijs voorbereidt of op het einde van een Se-n-Se van de 3e graad tso, kso of op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad bso, dat een specialisatiejaar is of op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad bso, dat geen specialisatiejaar is(onder voorwaarden) 
  • Het getuigschrift van het 2e leerjaar van de 3e graad op het einde van het 2e leerjaar van de 3e graad bso als je geslaagd bent 
  • Een attest van lesbijwoning als regelmatige leerling op het einde van het 3e leerjaar van de 3e graad aso, kso dat op het hoger onderwijs voorbereidt
  • Het certificaat van een opleiding secundair-na-secundair op het einde van een Se-n-Se van de 3e graad tso, kso als je geslaagd bent

In welke types vind je deze opleidingsvorm?

Opleidingsvorm 1

Opleidingsvorm 2

Opleidingsvorm 3

Opleidingsvorm 4

OV1 kan georganiseerd worden in type 2, 3, 4, 6, 7 en 9

OV2 kan georganiseerd worden in type 2, 3, 4, 6, 7 en 9

OV3 kan georganiseerd worden in type basisaanbod, 3, 4, 6, 7 en 9

OV4 kan georganiseerd worden in type 3, 4, 5, 6, 7 en 9


Opleidingsfiches

Opleidingsvorm 1

Opleidingsvorm 2

Opleidingsvorm 3

Opleidingsvorm 4

Opleidingsfiche OV1

Opleidingsfiche OV2

Opleidingsfiche OV3
Opleidingsfiche duale opleidingen OV3

Opleidingsfiche OV4
Opleidingsfiche duale opleidingen OV4