Industriële wetenschappen : Industrieel ontwerpen - Academische bachelor

 

De opleiding tot industrieel ingenieur combineert een brede academische en wetenschappelijke basis met talrijke praktijktoepassingen. In de opleiding verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext. De klemtoon ligt op de vertaling van wetenschappen en polyvalente technologie naar oplossingen.


De opbouw van het programma verschilt per universiteit. Meestal is er een gemeenschappelijke fase van 3 semesters. Aan andere universiteiten kies je van in het eerste jaar opleidingsonderdelen in functie van de latere specialisatie of is er een beperktere gemeenschappelijke fase. De polyvalente basisvorming in wiskunde en wetenschappen staat centraal.,Deze theoretische vakken krijgen hun toepassingen in diverse laboratoria.


Gezien de verscheidenheid in vooropleiding van de studenten worden in meerdere universiteiten in het 1e semester door middel van differentiatie in het curriculum, tekorten uit het secundair onderwijs voor wiskunde, fysica, chemie of technische vakken weggewerkt en/of worden in de eerste weken van september instapcursussen/introductiecursussen wiskunde, chemie, fysica, elektriciteit, Engels ingericht om leerstof op te frissen of op peil te brengen.


De bachelor industrieel ontwerpen leert op een vakoverschrijdende en conceptuele manier producten ontwerpen binnen een industriële context. Specifieke aandacht gaat naar de integratie en wisselwerking tussen de volgende aspecten:



  • technologische aspecten van het ontwerp en de engineering van producten

  • menskundige aspecten van het ontwerp en de vormgeving

  • bedrijfskundige aspecten van het ontwerp en de industrialisering van het ontwerp


Bij de opleiding industrieel ontwerpen ligt het zwaartepunt duidelijk bij de technologische aspecten van het ontwerp, mede door de brede waaier van polyvalente ingenieursvakken. Naast de polyvalente ingenieurscompetenties beheerst de bachelor industrieel ontwerpen de belangrijke ontwerpgerichte competenties.


Voor wie?



  • Uitgesproken interesse voor wiskunde, technologie en wetenschappen is vanzelfsprekend.

  • Voorkennis van minstens vier uur wiskunde per week is onontbeerlijk.

  • Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Aanvullende info:

Universiteit Gent - Campus Kortrijk


Studiepunten

180 (bachelor) + 60 (master).

Industriële wetenschappen : Industrieel ontwerpen - Academische bachelor

Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK
Klik op de foto om te vergroten

Algemene info

De opleiding tot industrieel ingenieur combineert een brede academische en wetenschappelijke basis met talrijke praktijktoepassingen. In de opleiding verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext. De klemtoon ligt op de vertaling van wetenschappen en polyvalente technologie naar oplossingen.


De opbouw van het programma verschilt per universiteit. Meestal is er een gemeenschappelijke fase van 3 semesters. Aan andere universiteiten kies je van in het eerste jaar opleidingsonderdelen in functie van de latere specialisatie of is er een beperktere gemeenschappelijke fase. De polyvalente basisvorming in wiskunde en wetenschappen staat centraal.,Deze theoretische vakken krijgen hun toepassingen in diverse laboratoria.


Gezien de verscheidenheid in vooropleiding van de studenten worden in meerdere universiteiten in het 1e semester door middel van differentiatie in het curriculum, tekorten uit het secundair onderwijs voor wiskunde, fysica, chemie of technische vakken weggewerkt en/of worden in de eerste weken van september instapcursussen/introductiecursussen wiskunde, chemie, fysica, elektriciteit, Engels ingericht om leerstof op te frissen of op peil te brengen.


De bachelor industrieel ontwerpen leert op een vakoverschrijdende en conceptuele manier producten ontwerpen binnen een industriële context. Specifieke aandacht gaat naar de integratie en wisselwerking tussen de volgende aspecten:



  • technologische aspecten van het ontwerp en de engineering van producten

  • menskundige aspecten van het ontwerp en de vormgeving

  • bedrijfskundige aspecten van het ontwerp en de industrialisering van het ontwerp


Bij de opleiding industrieel ontwerpen ligt het zwaartepunt duidelijk bij de technologische aspecten van het ontwerp, mede door de brede waaier van polyvalente ingenieursvakken. Naast de polyvalente ingenieurscompetenties beheerst de bachelor industrieel ontwerpen de belangrijke ontwerpgerichte competenties.


Voor wie?



  • Uitgesproken interesse voor wiskunde, technologie en wetenschappen is vanzelfsprekend.

  • Voorkennis van minstens vier uur wiskunde per week is onontbeerlijk.

  • Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Studiepunten

180 (bachelor) + 60 (master).


Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):

Universiteit Gent - Campus Kortrijk


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Industriële wetenschappen 

Afstudeerrichting: Industrieel ontwerpen

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Specificatie: Bachelor of Science

Studiegebied: Industriële wetenschappen en Technologie

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,

Schoolvakken SO: Fysica, Industriële kunst, Natuurwetenschappen, Wiskunde,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen binnen Industriële wetenschappen zijn:

Industriële wetenschappen : Bio-industriële wetenschappen (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Bouwkunde (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Chemie (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektromechanica (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektronica-ICT (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Informatica (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Nucleaire technologie (Academische bachelor - HO)

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied





























een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

Sint-Martens-Latemlaan 2B  8500 Kortrijk
056 29 26 00    

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

De industrieel ingenieur neemt de plaats in tussen de opdrachtgevers (directie) en de uitvoerders (ploegbazen, werfleiders, arbeiders).
In tegenstelling tot de burgerlijk ingenieur is de industrieel ingenieur meer van nabij betrokken bij de rechtstreekse uitvoering van het werk.
De master in de Industriële wetenschappen: industrieel ontwerpen is de architect van producten.
Hij zet ideeën om tot industrieel produceerbare producten (bouwt prototypes om te toetsen of het ontwerp voldoet aan gestelde criteria qua design, degelijkheid, gebruiksvriendelijkheid, functioneerbaarheid) en/of verbetert bestaande producten.
Als zelfstandig ontwerper, designingenieur, productontwikkelaar, -manager komt hij terecht in zeer uiteenlopende bedrijfssectoren: verlichting, meubilair, textiel, machinebouw, consumentengoederen, kunststoffen, matrijzenbouw.

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. 
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. 
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Industrieel ingenieur
Industrieel vormgever
Meubelontwerper
Projectmanager engineering
Tekenaar-ontwerper elektriciteit, elektronica ( knelpuntberoep)

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Academische Bachelor: Bachelor of Science in de industriële wetenschappen

Studierendement

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Biotechnische wetenschappen (TSO) 39 3,00 45,9 12 3 8 7 6 3
Bouw- en houtkunde (TSO) 36 5,03 40,5 5 7 8 8 2 6
Chemie (TSO) 44 2,77 30,8 8 17 3 7 3 6
Economie-moderne talen (ASO) 77 0,29 24,5 18 19 12 5 2 21
Economie-wetenschappen (ASO) 210 5,14 45,7 25 41 35 52 28 29
Economie-wiskunde (ASO) 142 2,17 55,0 18 22 22 30 39 11
Elektriciteit-elektronica (TSO) 72 5,53 52,4 6 11 14 7 18 16
Elektromechanica (TSO) 244 4,66 40,9 45 58 31 38 36 36
Industriële wetenschappen (TSO) 1945 50,05 67,8 112 222 263 461 848 39
Latijn-wetenschappen (ASO) 145 2,47 53,0 17 21 30 37 34 6
Latijn-wiskunde (ASO) 392 3,58 73,8 10 37 40 83 198 24
Moderne talen-wetenschappen (ASO) 275 2,82 44,4 33 63 58 63 35 23
Sportwetenschappen (ASO) 149 4,16 43,6 22 37 25 22 28 15
Techniek-wetenschappen (TSO) 518 11,04 45,9 62 124 96 114 87 35
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 4898 11,60 66,3 275 549 733 1135 2009 197

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 09-10-2023

Industriële wetenschappen : Industrieel ontwerpen - Academische bachelor

Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK
Klik op de foto om te vergroten

Algemene info

De opleiding tot industrieel ingenieur combineert een brede academische en wetenschappelijke basis met talrijke praktijktoepassingen. In de opleiding verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext. De klemtoon ligt op de vertaling van wetenschappen en polyvalente technologie naar oplossingen.


De opbouw van het programma verschilt per universiteit. Meestal is er een gemeenschappelijke fase van 3 semesters. Aan andere universiteiten kies je van in het eerste jaar opleidingsonderdelen in functie van de latere specialisatie of is er een beperktere gemeenschappelijke fase. De polyvalente basisvorming in wiskunde en wetenschappen staat centraal.,Deze theoretische vakken krijgen hun toepassingen in diverse laboratoria.


Gezien de verscheidenheid in vooropleiding van de studenten worden in meerdere universiteiten in het 1e semester door middel van differentiatie in het curriculum, tekorten uit het secundair onderwijs voor wiskunde, fysica, chemie of technische vakken weggewerkt en/of worden in de eerste weken van september instapcursussen/introductiecursussen wiskunde, chemie, fysica, elektriciteit, Engels ingericht om leerstof op te frissen of op peil te brengen.


De bachelor industrieel ontwerpen leert op een vakoverschrijdende en conceptuele manier producten ontwerpen binnen een industriële context. Specifieke aandacht gaat naar de integratie en wisselwerking tussen de volgende aspecten:



  • technologische aspecten van het ontwerp en de engineering van producten

  • menskundige aspecten van het ontwerp en de vormgeving

  • bedrijfskundige aspecten van het ontwerp en de industrialisering van het ontwerp


Bij de opleiding industrieel ontwerpen ligt het zwaartepunt duidelijk bij de technologische aspecten van het ontwerp, mede door de brede waaier van polyvalente ingenieursvakken. Naast de polyvalente ingenieurscompetenties beheerst de bachelor industrieel ontwerpen de belangrijke ontwerpgerichte competenties.


Voor wie?



  • Uitgesproken interesse voor wiskunde, technologie en wetenschappen is vanzelfsprekend.

  • Voorkennis van minstens vier uur wiskunde per week is onontbeerlijk.

  • Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Studiepunten

180 (bachelor) + 60 (master).


Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):

Universiteit Gent - Campus Kortrijk


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Industriële wetenschappen 

Afstudeerrichting: Industrieel ontwerpen

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Specificatie: Bachelor of Science

Studiegebied: Industriële wetenschappen en Technologie

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,

Schoolvakken SO: Fysica, Industriële kunst, Natuurwetenschappen, Wiskunde,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen binnen Industriële wetenschappen zijn:

Industriële wetenschappen : Bio-industriële wetenschappen (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Bouwkunde (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Chemie (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektromechanica (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektronica-ICT (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Informatica (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Nucleaire technologie (Academische bachelor - HO)

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied





























een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

Sint-Martens-Latemlaan 2B  8500 Kortrijk
056 29 26 00    

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

De industrieel ingenieur neemt de plaats in tussen de opdrachtgevers (directie) en de uitvoerders (ploegbazen, werfleiders, arbeiders).
In tegenstelling tot de burgerlijk ingenieur is de industrieel ingenieur meer van nabij betrokken bij de rechtstreekse uitvoering van het werk.
De master in de Industriële wetenschappen: industrieel ontwerpen is de architect van producten.
Hij zet ideeën om tot industrieel produceerbare producten (bouwt prototypes om te toetsen of het ontwerp voldoet aan gestelde criteria qua design, degelijkheid, gebruiksvriendelijkheid, functioneerbaarheid) en/of verbetert bestaande producten.
Als zelfstandig ontwerper, designingenieur, productontwikkelaar, -manager komt hij terecht in zeer uiteenlopende bedrijfssectoren: verlichting, meubilair, textiel, machinebouw, consumentengoederen, kunststoffen, matrijzenbouw.

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. 
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. 
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Industrieel ingenieur
Industrieel vormgever
Meubelontwerper
Projectmanager engineering
Tekenaar-ontwerper elektriciteit, elektronica ( knelpuntberoep)

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Academische Bachelor: Bachelor of Science in de industriële wetenschappen

Studierendement

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Biotechnische wetenschappen (TSO) 39 3,00 45,9 12 3 8 7 6 3
Bouw- en houtkunde (TSO) 36 5,03 40,5 5 7 8 8 2 6
Chemie (TSO) 44 2,77 30,8 8 17 3 7 3 6
Economie-moderne talen (ASO) 77 0,29 24,5 18 19 12 5 2 21
Economie-wetenschappen (ASO) 210 5,14 45,7 25 41 35 52 28 29
Economie-wiskunde (ASO) 142 2,17 55,0 18 22 22 30 39 11
Elektriciteit-elektronica (TSO) 72 5,53 52,4 6 11 14 7 18 16
Elektromechanica (TSO) 244 4,66 40,9 45 58 31 38 36 36
Industriële wetenschappen (TSO) 1945 50,05 67,8 112 222 263 461 848 39
Latijn-wetenschappen (ASO) 145 2,47 53,0 17 21 30 37 34 6
Latijn-wiskunde (ASO) 392 3,58 73,8 10 37 40 83 198 24
Moderne talen-wetenschappen (ASO) 275 2,82 44,4 33 63 58 63 35 23
Sportwetenschappen (ASO) 149 4,16 43,6 22 37 25 22 28 15
Techniek-wetenschappen (TSO) 518 11,04 45,9 62 124 96 114 87 35
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 4898 11,60 66,3 275 549 733 1135 2009 197

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 09-10-2023