Industriële wetenschappen : Nucleaire technologie - Academische bachelor

 

De opleiding tot industrieel ingenieur combineert een brede academische en wetenschappelijke basis met talrijke praktijktoepassingen. In de opleiding verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext. De klemtoon ligt op de vertaling van wetenschappen en polyvalente technologie naar oplossingen.


De opbouw van het programma verschilt per universiteit. Meestal is er een gemeenschappelijke fase van 3 semesters. Aan andere universiteiten kies je van in het eerste jaar opleidingsonderdelen in functie van de latere specialisatie of is er een beperktere gemeenschappelijke fase. De polyvalente basisvorming in wiskunde en wetenschappen staat centraal. Deze theoretische vakken krijgen hun toepassingen in diverse laboratoria.


Gezien de verscheidenheid in vooropleiding van de studenten worden in meerdere universiteiten in het 1e semester door middel van differentiatie in het curriculum, tekorten uit het secundair onderwijs voor wiskunde, fysica, chemie of technische vakken weggewerkt en/of worden in de eerste weken van september instapcursussen/introductiecursussen wiskunde, chemie, fysica, elektriciteit, Engels ingericht om leerstof op te frissen of op peil te brengen.


Deze bachelor kent 2 focussen:



  • Nucleaire technieken / Medisch-nucleaire technieken. Hier word je geïntroduceerd in de wereld van gammacamera’s, kobaltstralers, lineaire versnellers, ct- en nmr-scanners, digitale radiologie en planning van radiotherapeutische behandeling. Later kan je dan aan de slag op een afdeling radiologie, nucleaire geneeskunde of radiotherapie in een ziekenhuis. Je kan ook terecht bij de toeleveringsbedrijven, in de commerciële sector of in onderzoek en ontwikkeling. In de specialisatie 'nucleaire technieken' ga je op ontdekkingstocht in de wereld van de nucleaire energietechnologie en de nucleaire elektronica. Ook de afvalproblematiek en de technologieën voor de ontmanteling van nucleaire installaties komen aan bod. Je krijgt expertise in de nucleaire meettechnieken en de stralingsbescherming. Het maatschappelijk, economisch en ethisch debat wordt niet uit de weg gegaan.

  • Milieutechnologie: hier krijg je een basis in de (bio)chemische disciplines die nodig zijn voor de algemene en de nucleaire milieutechnieken. Je wordt niet enkel opgeleid voor de nucleaire sector en de stralingsbescherming, maar je bestudeert en onderzoekt ook de milieuproblematiek in de diverse industriële sectoren. 


Deze opleiding wordt georganiseerd door de UHasselt in samenwerking met de KU Leuven. Inschrijven doe je bij de UHasselt.


Voor wie?



  • Uitgesproken interesse voor wiskunde, technologie en wetenschappen is vanzelfsprekend.

  • Voorkennis van minstens vier uur wiskunde per week is onontbeerlijk.

  • Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.



Studiepunten

180 (bachelor) + 60 (master).

Industriële wetenschappen : Nucleaire technologie - Academische bachelor

Algemene info

De opleiding tot industrieel ingenieur combineert een brede academische en wetenschappelijke basis met talrijke praktijktoepassingen. In de opleiding verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext. De klemtoon ligt op de vertaling van wetenschappen en polyvalente technologie naar oplossingen.


De opbouw van het programma verschilt per universiteit. Meestal is er een gemeenschappelijke fase van 3 semesters. Aan andere universiteiten kies je van in het eerste jaar opleidingsonderdelen in functie van de latere specialisatie of is er een beperktere gemeenschappelijke fase. De polyvalente basisvorming in wiskunde en wetenschappen staat centraal. Deze theoretische vakken krijgen hun toepassingen in diverse laboratoria.


Gezien de verscheidenheid in vooropleiding van de studenten worden in meerdere universiteiten in het 1e semester door middel van differentiatie in het curriculum, tekorten uit het secundair onderwijs voor wiskunde, fysica, chemie of technische vakken weggewerkt en/of worden in de eerste weken van september instapcursussen/introductiecursussen wiskunde, chemie, fysica, elektriciteit, Engels ingericht om leerstof op te frissen of op peil te brengen.


Deze bachelor kent 2 focussen:



  • Nucleaire technieken / Medisch-nucleaire technieken. Hier word je geïntroduceerd in de wereld van gammacamera’s, kobaltstralers, lineaire versnellers, ct- en nmr-scanners, digitale radiologie en planning van radiotherapeutische behandeling. Later kan je dan aan de slag op een afdeling radiologie, nucleaire geneeskunde of radiotherapie in een ziekenhuis. Je kan ook terecht bij de toeleveringsbedrijven, in de commerciële sector of in onderzoek en ontwikkeling. In de specialisatie 'nucleaire technieken' ga je op ontdekkingstocht in de wereld van de nucleaire energietechnologie en de nucleaire elektronica. Ook de afvalproblematiek en de technologieën voor de ontmanteling van nucleaire installaties komen aan bod. Je krijgt expertise in de nucleaire meettechnieken en de stralingsbescherming. Het maatschappelijk, economisch en ethisch debat wordt niet uit de weg gegaan.

  • Milieutechnologie: hier krijg je een basis in de (bio)chemische disciplines die nodig zijn voor de algemene en de nucleaire milieutechnieken. Je wordt niet enkel opgeleid voor de nucleaire sector en de stralingsbescherming, maar je bestudeert en onderzoekt ook de milieuproblematiek in de diverse industriële sectoren. 


Deze opleiding wordt georganiseerd door de UHasselt in samenwerking met de KU Leuven. Inschrijven doe je bij de UHasselt.


Voor wie?



  • Uitgesproken interesse voor wiskunde, technologie en wetenschappen is vanzelfsprekend.

  • Voorkennis van minstens vier uur wiskunde per week is onontbeerlijk.

  • Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Studiepunten

180 (bachelor) + 60 (master).

Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):

Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.

Universiteit Hasselt/KU Leuven Campus Diepenbeek

Gezamenlijke opleiding van de Universiteit Hasselt en de KU Leuven. Studenten schrijven zich in aan de UHasselt, maar zijn officieel student van beide universiteiten en krijgen een gemeenschappelijk diploma van de KU Leuven en Universiteit Hasselt.

Milieu

Nucleair en medisch




Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Industriële wetenschappen 

Afstudeerrichting: Nucleaire technologie

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Specificatie: Bachelor of Science

Studiegebied: Industriële wetenschappen en Technologie

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,

Schoolvakken SO: Chemie, Elektriciteit, Elektromechanica, Elektronica, Fysica, Mechanica, Natuurwetenschappen, Wiskunde,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen binnen Industriële wetenschappen zijn:

Industriële wetenschappen : Bio-industriële wetenschappen (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Bouwkunde (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Chemie (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektromechanica (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektronica-ICT (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Industrieel ontwerpen (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Informatica (Academische bachelor - HO)

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied





























een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

Agoralaan Gebouw H  3590 Diepenbeek
011 26 81 11    

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

De industrieel ingenieur neemt de plaats in tussen de opdrachtgevers (directie) en de uitvoerders (ploegbazen, werfleiders, arbeiders).
In tegenstelling tot de burgerlijk ingenieur is de industrieel ingenieur meer van nabij betrokken bij de rechtstreekse uitvoering van het werk.
De master in de Industriële wetenschappen: nucleaire technologie is een stralingsdeskundige verantwoordelijk voor de radiologische en nucleaire veiligheid en hygiëne in bedrijven, woningen en milieu.

De afgestudeerden uit de afstudeerrichting:
- Milieutechnologie 
zijn deskundig in de klassieke (chemische en biologische milieuaspecten) milieutechnologie en de nucleaire milieutechnologie met speciale kennis over de invloed van natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit in het milieu en het probleem van radioactief afval;
- Medisch nucleaire technieken 
zijn gespecialiseerd in de technologische ondersteuning van diagnose en therapie in de radiologie en de medisch-nucleaire geneeskunde: röntgenfoto, gammacamera's, kobaltstralers, cyclotrons, computertomografie, nucleair magnetische resonantie;

Het werkveld van de master in de Industriële wetenschappen: nucleaire technologie is ruimer dan de traditionele kerncentrales.
Hij heeft ook uitwegen in de scheikundige, elektronische, bouw- en staalnijverheid, daar men ook hier bij niet-destructieve analyses gebruik maakt van nucleaire technologie en in de medische wereld (ziekenhuizen en toeleveringbedrijven van apparatuur).

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. 
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Industrieel ingenieur
Projectmanager engineering

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Academische Bachelor: Bachelor of Science in de industriële wetenschappen

Studierendement

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Biotechnische wetenschappen (TSO) 45 3,4 48,9 12 5 8 9 8 3
Bouw- en houtkunde (TSO) 32 4,7 42,7 5 5 7 7 2 6
Chemie (TSO) 41 2,5 32,9 6 16 3 7 3 6
Economie-moderne talen (ASO) 77 0,3 27,4 17 16 13 6 3 22
Economie-wetenschappen (ASO) 209 5,5 45,4 29 39 36 47 32 26
Economie-wiskunde (ASO) 161 2,4 55,5 17 25 29 31 46 13
Elektriciteit-elektronica (TSO) 77 5,7 51,7 7 13 14 9 20 14
Elektromechanica (TSO) 237 4,5 39,7 42 55 35 43 28 34
Industriële wetenschappen (TSO) 1953 51,2 66,9 116 229 280 463 826 39
Latijn-wetenschappen (ASO) 163 2,7 52,0 24 23 33 40 36 7
Latijn-wiskunde (ASO) 408 3,7 74,1 12 33 45 93 202 23
Moderne talen-wetenschappen (ASO) 294 3,0 43,4 35 75 57 64 36 27
Sportwetenschappen (ASO) 143 4,1 42,7 20 37 26 23 24 13
Techniek-wetenschappen (TSO) 568 12,1 45,4 79 125 113 120 93 38
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 5014 12,2 66,3 247 609 740 1.159 2.073 186

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 09-10-2023

Industriële wetenschappen : Nucleaire technologie - Academische bachelor

Algemene info

De opleiding tot industrieel ingenieur combineert een brede academische en wetenschappelijke basis met talrijke praktijktoepassingen. In de opleiding verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext. De klemtoon ligt op de vertaling van wetenschappen en polyvalente technologie naar oplossingen.


De opbouw van het programma verschilt per universiteit. Meestal is er een gemeenschappelijke fase van 3 semesters. Aan andere universiteiten kies je van in het eerste jaar opleidingsonderdelen in functie van de latere specialisatie of is er een beperktere gemeenschappelijke fase. De polyvalente basisvorming in wiskunde en wetenschappen staat centraal. Deze theoretische vakken krijgen hun toepassingen in diverse laboratoria.


Gezien de verscheidenheid in vooropleiding van de studenten worden in meerdere universiteiten in het 1e semester door middel van differentiatie in het curriculum, tekorten uit het secundair onderwijs voor wiskunde, fysica, chemie of technische vakken weggewerkt en/of worden in de eerste weken van september instapcursussen/introductiecursussen wiskunde, chemie, fysica, elektriciteit, Engels ingericht om leerstof op te frissen of op peil te brengen.


Deze bachelor kent 2 focussen:



  • Nucleaire technieken / Medisch-nucleaire technieken. Hier word je geïntroduceerd in de wereld van gammacamera’s, kobaltstralers, lineaire versnellers, ct- en nmr-scanners, digitale radiologie en planning van radiotherapeutische behandeling. Later kan je dan aan de slag op een afdeling radiologie, nucleaire geneeskunde of radiotherapie in een ziekenhuis. Je kan ook terecht bij de toeleveringsbedrijven, in de commerciële sector of in onderzoek en ontwikkeling. In de specialisatie 'nucleaire technieken' ga je op ontdekkingstocht in de wereld van de nucleaire energietechnologie en de nucleaire elektronica. Ook de afvalproblematiek en de technologieën voor de ontmanteling van nucleaire installaties komen aan bod. Je krijgt expertise in de nucleaire meettechnieken en de stralingsbescherming. Het maatschappelijk, economisch en ethisch debat wordt niet uit de weg gegaan.

  • Milieutechnologie: hier krijg je een basis in de (bio)chemische disciplines die nodig zijn voor de algemene en de nucleaire milieutechnieken. Je wordt niet enkel opgeleid voor de nucleaire sector en de stralingsbescherming, maar je bestudeert en onderzoekt ook de milieuproblematiek in de diverse industriële sectoren. 


Deze opleiding wordt georganiseerd door de UHasselt in samenwerking met de KU Leuven. Inschrijven doe je bij de UHasselt.


Voor wie?



  • Uitgesproken interesse voor wiskunde, technologie en wetenschappen is vanzelfsprekend.

  • Voorkennis van minstens vier uur wiskunde per week is onontbeerlijk.

  • Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Studiepunten

180 (bachelor) + 60 (master).

Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):

Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.

Universiteit Hasselt/KU Leuven Campus Diepenbeek

Gezamenlijke opleiding van de Universiteit Hasselt en de KU Leuven. Studenten schrijven zich in aan de UHasselt, maar zijn officieel student van beide universiteiten en krijgen een gemeenschappelijk diploma van de KU Leuven en Universiteit Hasselt.

Milieu

Nucleair en medisch




Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Industriële wetenschappen 

Afstudeerrichting: Nucleaire technologie

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Specificatie: Bachelor of Science

Studiegebied: Industriële wetenschappen en Technologie

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,

Schoolvakken SO: Chemie, Elektriciteit, Elektromechanica, Elektronica, Fysica, Mechanica, Natuurwetenschappen, Wiskunde,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen binnen Industriële wetenschappen zijn:

Industriële wetenschappen : Bio-industriële wetenschappen (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Bouwkunde (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Chemie (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektromechanica (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Elektronica-ICT (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Industrieel ontwerpen (Academische bachelor - HO)
Industriële wetenschappen : Informatica (Academische bachelor - HO)

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied





























een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

Agoralaan Gebouw H  3590 Diepenbeek
011 26 81 11    

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

De industrieel ingenieur neemt de plaats in tussen de opdrachtgevers (directie) en de uitvoerders (ploegbazen, werfleiders, arbeiders).
In tegenstelling tot de burgerlijk ingenieur is de industrieel ingenieur meer van nabij betrokken bij de rechtstreekse uitvoering van het werk.
De master in de Industriële wetenschappen: nucleaire technologie is een stralingsdeskundige verantwoordelijk voor de radiologische en nucleaire veiligheid en hygiëne in bedrijven, woningen en milieu.

De afgestudeerden uit de afstudeerrichting:
- Milieutechnologie 
zijn deskundig in de klassieke (chemische en biologische milieuaspecten) milieutechnologie en de nucleaire milieutechnologie met speciale kennis over de invloed van natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit in het milieu en het probleem van radioactief afval;
- Medisch nucleaire technieken 
zijn gespecialiseerd in de technologische ondersteuning van diagnose en therapie in de radiologie en de medisch-nucleaire geneeskunde: röntgenfoto, gammacamera's, kobaltstralers, cyclotrons, computertomografie, nucleair magnetische resonantie;

Het werkveld van de master in de Industriële wetenschappen: nucleaire technologie is ruimer dan de traditionele kerncentrales.
Hij heeft ook uitwegen in de scheikundige, elektronische, bouw- en staalnijverheid, daar men ook hier bij niet-destructieve analyses gebruik maakt van nucleaire technologie en in de medische wereld (ziekenhuizen en toeleveringbedrijven van apparatuur).

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. 
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Industrieel ingenieur
Projectmanager engineering

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Academische Bachelor: Bachelor of Science in de industriële wetenschappen

Studierendement

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Biotechnische wetenschappen (TSO) 45 3,4 48,9 12 5 8 9 8 3
Bouw- en houtkunde (TSO) 32 4,7 42,7 5 5 7 7 2 6
Chemie (TSO) 41 2,5 32,9 6 16 3 7 3 6
Economie-moderne talen (ASO) 77 0,3 27,4 17 16 13 6 3 22
Economie-wetenschappen (ASO) 209 5,5 45,4 29 39 36 47 32 26
Economie-wiskunde (ASO) 161 2,4 55,5 17 25 29 31 46 13
Elektriciteit-elektronica (TSO) 77 5,7 51,7 7 13 14 9 20 14
Elektromechanica (TSO) 237 4,5 39,7 42 55 35 43 28 34
Industriële wetenschappen (TSO) 1953 51,2 66,9 116 229 280 463 826 39
Latijn-wetenschappen (ASO) 163 2,7 52,0 24 23 33 40 36 7
Latijn-wiskunde (ASO) 408 3,7 74,1 12 33 45 93 202 23
Moderne talen-wetenschappen (ASO) 294 3,0 43,4 35 75 57 64 36 27
Sportwetenschappen (ASO) 143 4,1 42,7 20 37 26 23 24 13
Techniek-wetenschappen (TSO) 568 12,1 45,4 79 125 113 120 93 38
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 5014 12,2 66,3 247 609 740 1.159 2.073 186

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 09-10-2023