HO
- Startpagina HO
- Algemene info HO
- Graduaatsopleidingen
- HBO5 Verpleegkunde
- Professionele bachelor
- Academische bachelor
- Ba-na-Ba
- Master
- Ma-na-Ma
- Postgraduaat
- Schakelprogramma's
- Studierendement
- Zoeken via alfabet
- Zoeken via belangstelling
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via schoolvakken
- Zoeken via instelling
- Zoeken via campussen
- Zoeken via provincie
- Zoeken via trefwoorden
- Zoeken via onderwijstaal
- Keuzetrajecten HO
- Flexibel studeren
- Functiebeperking en HO
- Recht op vrijstellingen?
- Zelftests
- Keuzerooster
- Buiten Vlaanderen
- International students
- Bacheloropleidingen
- Leerkrediet
- Studentenhuizen
- SID-in's
- Studievoortgang
- Stoppen in HO
- Veranderen in HO
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Deeltijds Kunstonderwijs
- Linken
- Downloads
- Moeilijke woorden

Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling - Professionele bachelor
Deze opleiding bestaat uit:
- een brede algemene vorming via de studie van de menswetenschappen;
- de studie van de organisatie van het sociaal werk;
- de studie van sociaal-agogische processen en training in het toepassen van die processen en van sociale vaardigheden;
- practica, stage en een eindwerk.
De opleiding leidt tot de beschermde titel van 'maatschappelijk assistent'.
In het 1ste jaar is het programma gemeenschappelijk voor alle afstudeerrichtingen. Centraal staat een inleiding in diverse menswetenschappen: filosofie, sociologie, psychologie, economie, recht, politieke en sociale geschiedenis. Er gaat ook aandacht naar de organisatie van welzijnswerk, naar contacten met het werkveld en naar de training van de basisvaardigheden van het beroep. Je leert alle aspecten van het sociaal werk kennen.
Vanaf het tweede jaar kies je voor een inhoudelijke profilering, door de keuze van een afstudeerrichting. Menswetenschappelijke vakken komen ook nog aan bod in het 2de jaar. De klemtoon ligt op de studie en de training van methodieken (bv. hulpverlening, vormingswerk, opbouwwerk, personeelswerk, sociaal-juridische dienstverlening, groepswerk, onderzoeksmethoden) en op een grondige kennismaking met het beroep, onder andere via een stage. Is het studieprogramma van het 1ste jaar in de diverse hogescholen sterk gelijklopend, dan treden in het 2de jaar grotere verschillen op. Dit heeft vooral te maken met het al dan niet aanbieden van keuzevakken volgens de gekozen afstudeerrichting.
In het 3de jaar staat het programma volledig in het teken van de gekozen afstudeerrichting.
Afhankelijk van de hogeschool worden er keuzetrajacten georganiseerd.
Afstudeerrichting Kunst- en cultuurbemiddeling:
In deze opleiding staan kunst en cultuur centraal. Het doel van deze afstudeerrichting is het ontdekken van de invloed van cultuur op ons dagelijks leven en op onze sociale werkpraktijken. Met deze kennis ga je in de praktijk bemiddelen. Dit kan zijn tussen artiest en bezoeker of tussen cultuur en buurt. De mogelijkheden zijn eindeloos. Kunst en cultuur zijn dus een belangrijk middel voor een sociaal werker. Het culturele beleidsveld en de culturele dimensie van sociaal werk komen in deze opleiding dan ook uitgebreid aan bod. In combinatie met de nodige inzichten en vaardigheden van sociaal werk, stoomt deze richting jou klaar om aan de slag te gaan in de cultuursector.
Voor wie?
- Je bent vlot in de omgang.
- Je werkt graag met mensen.
- Je strijdt voor sociale rechtvaardigheid.
- Alles wat met cultuur te maken heeft, schreeuwt jouw naam.
- Je wil drempels verlagen en kunst en cultuur toegankelijk maken voor iedereen.
Aanvullende info:
Studiepunten
180

Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
Deze opleiding bestaat uit:
- een brede algemene vorming via de studie van de menswetenschappen;
- de studie van de organisatie van het sociaal werk;
- de studie van sociaal-agogische processen en training in het toepassen van die processen en van sociale vaardigheden;
- practica, stage en een eindwerk.
De opleiding leidt tot de beschermde titel van 'maatschappelijk assistent'.
In het 1ste jaar is het programma gemeenschappelijk voor alle afstudeerrichtingen. Centraal staat een inleiding in diverse menswetenschappen: filosofie, sociologie, psychologie, economie, recht, politieke en sociale geschiedenis. Er gaat ook aandacht naar de organisatie van welzijnswerk, naar contacten met het werkveld en naar de training van de basisvaardigheden van het beroep. Je leert alle aspecten van het sociaal werk kennen.
Vanaf het tweede jaar kies je voor een inhoudelijke profilering, door de keuze van een afstudeerrichting. Menswetenschappelijke vakken komen ook nog aan bod in het 2de jaar. De klemtoon ligt op de studie en de training van methodieken (bv. hulpverlening, vormingswerk, opbouwwerk, personeelswerk, sociaal-juridische dienstverlening, groepswerk, onderzoeksmethoden) en op een grondige kennismaking met het beroep, onder andere via een stage. Is het studieprogramma van het 1ste jaar in de diverse hogescholen sterk gelijklopend, dan treden in het 2de jaar grotere verschillen op. Dit heeft vooral te maken met het al dan niet aanbieden van keuzevakken volgens de gekozen afstudeerrichting.
In het 3de jaar staat het programma volledig in het teken van de gekozen afstudeerrichting.
Afhankelijk van de hogeschool worden er keuzetrajacten georganiseerd.
Afstudeerrichting Kunst- en cultuurbemiddeling:
In deze opleiding staan kunst en cultuur centraal. Het doel van deze afstudeerrichting is het ontdekken van de invloed van cultuur op ons dagelijks leven en op onze sociale werkpraktijken. Met deze kennis ga je in de praktijk bemiddelen. Dit kan zijn tussen artiest en bezoeker of tussen cultuur en buurt. De mogelijkheden zijn eindeloos. Kunst en cultuur zijn dus een belangrijk middel voor een sociaal werker. Het culturele beleidsveld en de culturele dimensie van sociaal werk komen in deze opleiding dan ook uitgebreid aan bod. In combinatie met de nodige inzichten en vaardigheden van sociaal werk, stoomt deze richting jou klaar om aan de slag te gaan in de cultuursector.
Voor wie?
- Je bent vlot in de omgang.
- Je werkt graag met mensen.
- Je strijdt voor sociale rechtvaardigheid.
- Alles wat met cultuur te maken heeft, schreeuwt jouw naam.
- Je wil drempels verlagen en kunst en cultuur toegankelijk maken voor iedereen.
Studiepunten
180
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Sociaal werk
Afstudeerrichting: Kunst- en cultuurbemiddeling
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Overtuigen-besturen, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Cultuurwetenschappen, Gedragswetenschappen, Recht, Sociale wetenschappen,
Andere Afstudeerrichtingen
De andere afstudeerrichtingen binnen Sociaal werk zijn:
Sociaal werk :
Maatschappelijk werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Maatschappelijke advisering (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Personeelswerk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Sociaal-cultureel werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
zonder afstudeerrichtingen (Professionele bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Beroepsuitwegen
Sociale werkers verlenen professionele diensten om het persoonlijk, interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen te bevorderen en om belemmeringen die daarbij optreden op te heffen.
Ze vervullen een brugfunctie tussen mens en samenleving.
Ze bewegen zich in het spanningsveld tussen enerzijds individuen en groepen met hun eigen mogelijkheden, moeilijkheden en verwachtingen, en anderzijds de samenleving die normen stelt, kansen biedt of beperkingen oplegt.
Als kunst- en cultuurbemiddelaar zorg je voor participatie, gemeenschapsvorming, publieksvernieuwing en diversiteit in de cultuursector. Je werkt in cultuurcentra, bibliotheken, festivals, sociaal-artistieke projecten, musea, theaters, kunsteducatieve erkingen, erfgoedprojecten, muziekclubs, concertorganisaties.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Arbeidsconsulent
Consulent welzijnswerk
Coördinator sociocultureel werk
Cultuurfunctionaris
Maatschappelijk assistent
Medewerker personeel
( knelpuntberoep)
Relatie- en gezinsbemiddelaar
Sociale en gezinsinterveniënt
Sociocultureel werker
Straathoekwerker
Verantwoordelijke werving en opleiding
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Boekhouden - informatica (TSO) | 70 | 1,47 | 65,17 | 6 | 7 | 12 | 11 | 29 | 5 |
Economie-moderne talen (ASO) | 402 | 1,46 | 80,71 | 22 | 20 | 30 | 57 | 257 | 16 |
Economie-wiskunde (ASO) | 34 | 0,51 | 89,87 | 0 | 1 | 2 | 3 | 26 | 2 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 388 | 5,97 | 63,58 | 38 | 45 | 53 | 93 | 138 | 21 |
Haarstilist (BSO) | 35 | 1,03 | 14,84 | 16 | 8 | 4 | 1 | 1 | 5 |
Handel (TSO) | 354 | 2,61 | 51,52 | 65 | 54 | 41 | 62 | 93 | 39 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1743 | 6,68 | 83,13 | 67 | 76 | 115 | 289 | 1 142 | 54 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 248 | 8,27 | 54,93 | 31 | 35 | 41 | 68 | 53 | 20 |
Kinderzorg (BSO) | 144 | 2,66 | 27,18 | 58 | 22 | 13 | 15 | 15 | 21 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 55 | 0,72 | 85,93 | 2 | 3 | 2 | 6 | 42 | 0 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 88 | 1,24 | 45,18 | 22 | 11 | 14 | 15 | 15 | 11 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 80 | 0,79 | 86,89 | 3 | 2 | 5 | 13 | 55 | 2 |
Onthaal en public relations (TSO) | 115 | 6,64 | 46,51 | 28 | 14 | 21 | 15 | 25 | 12 |
Organisatie-assistentie (BSO) | 33 | 2,25 | 19,76 | 15 | 8 | 4 | 2 | 2 | 2 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 68 | 2,36 | 44,95 | 11 | 15 | 15 | 9 | 14 | 4 |
Secretariaat-talen (TSO) | 166 | 3,66 | 47,27 | 30 | 25 | 30 | 31 | 33 | 17 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 1978 | 7,94 | 64,06 | 202 | 223 | 266 | 450 | 743 | 94 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 184 | 1,99 | 28,74 | 73 | 33 | 21 | 27 | 14 | 16 |
Toerisme (TSO) | 69 | 3,33 | 48,89 | 15 | 8 | 12 | 13 | 15 | 6 |
Veiligheidsberoepen (BSO) | 38 | 2,84 | 15,77 | 18 | 8 | 3 | 2 | 2 | 5 |
Verkoop en vertegenwoordiging (BSO) | 30 | 3,73 | 13,24 | 19 | 4 | 2 | 2 | 1 | 2 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 56 | 0,14 | 88,50 | 0 | 3 | 4 | 4 | 45 | 0 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 59 | 2,99 | 19,49 | 26 | 12 | 10 | 5 | 2 | 4 |
Woordkunst-drama (KSO) | 45 | 4,28 | 60,82 | 3 | 7 | 7 | 12 | 13 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 13-02-2022 |

Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
Deze opleiding bestaat uit:
- een brede algemene vorming via de studie van de menswetenschappen;
- de studie van de organisatie van het sociaal werk;
- de studie van sociaal-agogische processen en training in het toepassen van die processen en van sociale vaardigheden;
- practica, stage en een eindwerk.
De opleiding leidt tot de beschermde titel van 'maatschappelijk assistent'.
In het 1ste jaar is het programma gemeenschappelijk voor alle afstudeerrichtingen. Centraal staat een inleiding in diverse menswetenschappen: filosofie, sociologie, psychologie, economie, recht, politieke en sociale geschiedenis. Er gaat ook aandacht naar de organisatie van welzijnswerk, naar contacten met het werkveld en naar de training van de basisvaardigheden van het beroep. Je leert alle aspecten van het sociaal werk kennen.
Vanaf het tweede jaar kies je voor een inhoudelijke profilering, door de keuze van een afstudeerrichting. Menswetenschappelijke vakken komen ook nog aan bod in het 2de jaar. De klemtoon ligt op de studie en de training van methodieken (bv. hulpverlening, vormingswerk, opbouwwerk, personeelswerk, sociaal-juridische dienstverlening, groepswerk, onderzoeksmethoden) en op een grondige kennismaking met het beroep, onder andere via een stage. Is het studieprogramma van het 1ste jaar in de diverse hogescholen sterk gelijklopend, dan treden in het 2de jaar grotere verschillen op. Dit heeft vooral te maken met het al dan niet aanbieden van keuzevakken volgens de gekozen afstudeerrichting.
In het 3de jaar staat het programma volledig in het teken van de gekozen afstudeerrichting.
Afhankelijk van de hogeschool worden er keuzetrajacten georganiseerd.
Afstudeerrichting Kunst- en cultuurbemiddeling:
In deze opleiding staan kunst en cultuur centraal. Het doel van deze afstudeerrichting is het ontdekken van de invloed van cultuur op ons dagelijks leven en op onze sociale werkpraktijken. Met deze kennis ga je in de praktijk bemiddelen. Dit kan zijn tussen artiest en bezoeker of tussen cultuur en buurt. De mogelijkheden zijn eindeloos. Kunst en cultuur zijn dus een belangrijk middel voor een sociaal werker. Het culturele beleidsveld en de culturele dimensie van sociaal werk komen in deze opleiding dan ook uitgebreid aan bod. In combinatie met de nodige inzichten en vaardigheden van sociaal werk, stoomt deze richting jou klaar om aan de slag te gaan in de cultuursector.
Voor wie?
- Je bent vlot in de omgang.
- Je werkt graag met mensen.
- Je strijdt voor sociale rechtvaardigheid.
- Alles wat met cultuur te maken heeft, schreeuwt jouw naam.
- Je wil drempels verlagen en kunst en cultuur toegankelijk maken voor iedereen.
Studiepunten
180
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Sociaal werk
Afstudeerrichting: Kunst- en cultuurbemiddeling
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Overtuigen-besturen, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Cultuurwetenschappen, Gedragswetenschappen, Recht, Sociale wetenschappen,
Andere Afstudeerrichtingen
De andere afstudeerrichtingen binnen Sociaal werk zijn:
Sociaal werk :
Maatschappelijk werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Maatschappelijke advisering (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Personeelswerk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Sociaal-cultureel werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
zonder afstudeerrichtingen (Professionele bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Beroepsuitwegen
Sociale werkers verlenen professionele diensten om het persoonlijk, interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen te bevorderen en om belemmeringen die daarbij optreden op te heffen.
Ze vervullen een brugfunctie tussen mens en samenleving.
Ze bewegen zich in het spanningsveld tussen enerzijds individuen en groepen met hun eigen mogelijkheden, moeilijkheden en verwachtingen, en anderzijds de samenleving die normen stelt, kansen biedt of beperkingen oplegt.
Als kunst- en cultuurbemiddelaar zorg je voor participatie, gemeenschapsvorming, publieksvernieuwing en diversiteit in de cultuursector. Je werkt in cultuurcentra, bibliotheken, festivals, sociaal-artistieke projecten, musea, theaters, kunsteducatieve erkingen, erfgoedprojecten, muziekclubs, concertorganisaties.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Arbeidsconsulent
Consulent welzijnswerk
Coördinator sociocultureel werk
Cultuurfunctionaris
Maatschappelijk assistent
Medewerker personeel
( knelpuntberoep)
Relatie- en gezinsbemiddelaar
Sociale en gezinsinterveniënt
Sociocultureel werker
Straathoekwerker
Verantwoordelijke werving en opleiding
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Boekhouden - informatica (TSO) | 70 | 1,47 | 65,17 | 6 | 7 | 12 | 11 | 29 | 5 |
Economie-moderne talen (ASO) | 402 | 1,46 | 80,71 | 22 | 20 | 30 | 57 | 257 | 16 |
Economie-wiskunde (ASO) | 34 | 0,51 | 89,87 | 0 | 1 | 2 | 3 | 26 | 2 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 388 | 5,97 | 63,58 | 38 | 45 | 53 | 93 | 138 | 21 |
Haarstilist (BSO) | 35 | 1,03 | 14,84 | 16 | 8 | 4 | 1 | 1 | 5 |
Handel (TSO) | 354 | 2,61 | 51,52 | 65 | 54 | 41 | 62 | 93 | 39 |
Humane wetenschappen (ASO) | 1743 | 6,68 | 83,13 | 67 | 76 | 115 | 289 | 1 142 | 54 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 248 | 8,27 | 54,93 | 31 | 35 | 41 | 68 | 53 | 20 |
Kinderzorg (BSO) | 144 | 2,66 | 27,18 | 58 | 22 | 13 | 15 | 15 | 21 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 55 | 0,72 | 85,93 | 2 | 3 | 2 | 6 | 42 | 0 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 88 | 1,24 | 45,18 | 22 | 11 | 14 | 15 | 15 | 11 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 80 | 0,79 | 86,89 | 3 | 2 | 5 | 13 | 55 | 2 |
Onthaal en public relations (TSO) | 115 | 6,64 | 46,51 | 28 | 14 | 21 | 15 | 25 | 12 |
Organisatie-assistentie (BSO) | 33 | 2,25 | 19,76 | 15 | 8 | 4 | 2 | 2 | 2 |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 68 | 2,36 | 44,95 | 11 | 15 | 15 | 9 | 14 | 4 |
Secretariaat-talen (TSO) | 166 | 3,66 | 47,27 | 30 | 25 | 30 | 31 | 33 | 17 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 1978 | 7,94 | 64,06 | 202 | 223 | 266 | 450 | 743 | 94 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 184 | 1,99 | 28,74 | 73 | 33 | 21 | 27 | 14 | 16 |
Toerisme (TSO) | 69 | 3,33 | 48,89 | 15 | 8 | 12 | 13 | 15 | 6 |
Veiligheidsberoepen (BSO) | 38 | 2,84 | 15,77 | 18 | 8 | 3 | 2 | 2 | 5 |
Verkoop en vertegenwoordiging (BSO) | 30 | 3,73 | 13,24 | 19 | 4 | 2 | 2 | 1 | 2 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 56 | 0,14 | 88,50 | 0 | 3 | 4 | 4 | 45 | 0 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 59 | 2,99 | 19,49 | 26 | 12 | 10 | 5 | 2 | 4 |
Woordkunst-drama (KSO) | 45 | 4,28 | 60,82 | 3 | 7 | 7 | 12 | 13 | 3 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 13-02-2022 |