BUSO: Opleidingsvorm 3 (OV3)

Animator duaal   




Beschrijving van de opleiding

Je gaat een overeenkomst alternerende opleiding aan en leert: 

  • recreatieve activiteiten organiseren en uitvoeren voor verschillende doelgroepen
  • rekening houden met het specifieke karakter van een toeristische, culturele en/of recreatieve organisatie, en dat in een (inter)nationale context
  • een gepast ontspanningsprogramma aanbieden

De leerling moet zijn/haar opleidingstraject vervullen met meerdere doelgroepen, namelijk jongeren, volwassenen, personen met een handicap, anderstaligen, enz. én waarbij meerdere recreatieve activiteiten aan bod komen, namelijk sport, spel, natuur, muziek, cultuur, enz.

Deze duale opleiding is gebaseerd op de

  • Beroepskwalificatie animator, niveau 4

Je brengt in dit specialisatiejaar heel wat tijd door op de werkvloer. Concreet gaat het om minstens 20u per week. Dat is meer dan de helft van de opleiding. De rest leer je op school.

Voor elke duale opleiding bestaat er 1 standaardtraject (vanaf 1/9/2025 curriculumdossier). Hierin staat gedetailleerd wat jij moet leren. Open tabblad ‘Lessen’ om het te raadplegen. 
De opleiding kan lineair of modulair georganiseerd worden. Lineair dan volg je les volgens een schooljaarsysteem, modulair dan bestaat je opleiding uit clusters (bundels van leeractiviteiten). 

Bron: https://www.duaalleren.vlaanderen en omzendbrief duaal leren en de aanloopfase


Welke lessen krijg je?

Je opleiding is gebaseerd op het standaardtraject dat werd uitgeschreven voor deze opleiding. Hierin staat gedetailleerd wat jij minimaal moet leren op het vlak van:

  • Algemene vorming
  • Beroepsgerichte vorming

Algemene vorming bestaat uit het Project Algemene vakken (PAV), Frans of Engels, … De lessen worden hoofdzakelijk gegeven op het CDO. Ze kunnen ook deels geïntegreerd worden in de beroepsgerichte vorming.

Beroepsgerichte vorming  krijg je vnl. op je reële werkplek. Een gedeelte kan gegeven worden op het CDO. Deze vorming is gebaseerd op 1 of meerdere beroepskwalificaties. Hierin staat precies wat jij moet kunnen als beginnend werknemer in een bepaald beroep.

Een werkplek vinden is zeer belangrijk. Per schooljaar krijg je hier een periode van 20 opleidingsdagen voor. Deze termijn begint te tellen vanaf je 1ste lesdag in de duale opleiding. Je kan door je trajectbegeleider geholpen worden bij het zoeken naar een bedrijf.

De periode waarin je nog geen werkplek hebt gevonden, wordt door het CDO voltijds ingevuld. Slechts in enkele situaties kan de periode van 20 opleidingsdagen per schooljaar verlengd worden. Als je binnen de vastgelegde termijn geen overeenkomst hebt afgesloten, moet je met je duale opleiding stoppen.

Je volgt hetzelfde standaardtraject in het CDO als leerlingen die dezelfde duale opleiding volgen bij Syntra of in een school voor voltijds SO. De CDO beslissen zelf hoe ze het standaardtraject vertalen naar lessen en hoeveel uren ze besteden aan de schoolcomponent. De lessen kunnen verschillen van CDO tot CDO en zelfs van leerling tot leerling. Om hier zicht op te krijgen contacteer je zelf het CDO van je keuze.

Het CDO volgt jouw opleiding op, in nauwe samenwerking met je mentor op de werkplek. Heb je nood aan aanpassingen op school en/of op de werkplek? Vraag deze dan aan (cfr omzendbrief ‘duaal leren en de aanloopfase’, 7.5 en bijlage 3).

Het CDO beslist of de opleiding lineair of modulair georganiseerd worden. Lineair dan volg je les volgens een schooljaarsysteem, modulair dan bestaat je opleiding uit clusters (bundels van leeractiviteiten).

Voor elke duale opleiding bestaat er een standaardtraject. Hierin staat gedetailleerd wat jij moet leren. Meer informatie over de inhoud, competenties, beroepskwalificaties en doelstellingen vind je hier.

Meer info over duaal leren op duaalleren.vlaanderen.be.

Standaardtraject

Meer info op de website duaalleren.vlaanderen.be.
Meer info over het standaardtraject.

Scholen

Geen scholen gevonden.

Attesten

Je kan volgende studiebewijzen behalen: 

  • Het diploma secundair onderwijs als je geslaagd bent voor je volledige duale opleiding (algemene + beroepsgerichte vorming);  

  • Het studiegetuigschrift van het 3e leerjaar van de 3e graad BSO als je geslaagd bent voor je volledige duale opleiding.;  

  • Een bewijs van beroepskwalificatie als je slaagt voor alle vakken van de beroepsgerichte vorming, maar niet voor alle vakken algemene vorming.Als je opleiding op meer dan 1 beroepskwalificatie is gebaseerd, kan je verschillende bewijzen van beroepskwalificatie behalen.;  

  • Een bewijs van deelkwalificatie als je geslaagd bent voor een kleiner afgerond geheel uit een beroepskwalificatie. Ook deze deelkwalificaties hebben hun belang op de arbeidsmarkt. Niet elke beroepskwalificatie is opgedeeld in deelkwalificaties.;  

  • Een bewijs van competenties als je enkele afzonderlijke competenties hebt behaald maar geen recht hebt op 1 van bovenvermelde studiebewijzen.Als je bovenop een beroepskwalificatie/deelkwalificatie bijkomende competenties behaalt, kan je wel een extra bewijs van competentie(s) behalen.  

De klassenraad beslist wanneer je opleiding is afgerond, welk studiebewijs je krijgt en wanneer. Dat is meestal op het einde van het schooljaar (30 juni) maar het kan ook tijdens het schooljaar. 

Let wel: je ontvangt niet alle bovenvermelde studiebewijzen tegelijk.Een onderwijskwalificatie omvat al beroepskwalificatie(s) en of deelkwalificatie(s).Beroepskwalificatie omvatten al evt. onderliggende deelkwalificaties. 

Wat na deze opleiding?

Als je slaagt in dit specialisatiejaar behaal je je diploma secundair onderwijs.  
Na deze duale opleiding kan je:  

  • gaan?werken of  

  • verder studeren. Dat kan op verschillende niveaus.?Niet elke overstap zal even makkelijk zijn.  
    Bespreek dit vooraf met je trajectbegeleider of CLB. 

Werken?  
Heb je een/enkele beroepskwalificaties behaald? 
Vergeet dan niet deze voor te leggen aan je (toekomstige) werkgever. Ze zijn belangrijk voor de arbeidsmarkt. 

Verder studeren?  

  • Je kan nog een ander specialisatiejaar BSO kiezen. Kies je een 7 BSO uit een?ander studiegebied, dan?moet je de toestemming hebben van de klassenraad. Dit betekent niet dat in de praktijk alle overgangen gemakkelijk zijn. 

  • Je kan een 7de leerjaar ASO/KSO/BSO gericht op hoger onderwijs kiezen om de overstap naar het hoger onderwijs te maken. 

Graduaten?maken deel uit van het hoger onderwijs en situeren zich qua niveau tussen het SO en de professionele bachelor. Ze bereiden je voor op het uitoefenen van een bepaald beroep.   
 
Misschien zijn extra VDAB-opleidingen, opleidingen binnen het Volwassenenonderwijs, Defensie of Politie ook het overwegen waard?  

Nadenken over je keuze of meer informatie nodig? Ga naar sidin.onderwijskiezer.be. 

Beroepen

Hier een overzicht van beroepen die mogelijk zijn na deze opleiding. Enkel beroepen uit de beroependatabase van Onderwijskiezer zijn vermeld. Er kunnen dus steeds nog andere mogelijkheden zijn. Klik op een beroep voor meer informatie.

Animator in de ouderenzorg
Animator recreatiecentrum