HO
- Startpagina HO
- Algemene info HO
- Graduaatsopleidingen
- HBO5 Verpleegkunde
- Professionele bachelor
- Academische bachelor
- Ba-na-Ba
- Master
- Ma-na-Ma
- Postgraduaat
- Schakelprogramma's
- Studierendement
- Zoeken via alfabet
- Zoeken via belangstelling
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via schoolvakken
- Zoeken via instelling
- Zoeken via campussen
- Zoeken via provincie
- Zoeken via trefwoorden
- Zoeken via onderwijstaal
- Keuzetrajecten HO
- Flexibel studeren
- Functiebeperking en HO
- Recht op vrijstellingen?
- Zelftests
- Keuzerooster
- Buiten Vlaanderen
- International students
- Instellingen HO
- Bacheloropleidingen
- Leerkrediet
- Studentenhuizen
- SID-in's
- Studievoortgang
- Stoppen in HO
- Veranderen in HO
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Deeltijds Kunstonderwijs
- Linken
- Downloads
- Moeilijke woorden

Vroedkunde - Professionele bachelor
Vroedkunde situeert zich in het domein van de reproductieve geneeskunde en is gericht op de begeleiding van de zwangerschap, het geboorteproces en de zorg voor de moeder en het kind.
In het 1ste jaar leer je alles over de gezonde zwangerschap, bevalling en pasgeborene. (de fysiologie)
In het 2de jaar komen de bedreigde menselijke voortplanting, zwangerschap, bevalling en pasgeborene aan bod. (de pathologie)
Het 3de jaar richt zich op de ‘gespecialiseerde’ aspecten van menselijke voortplanting (hoogrisicosituaties, prenatale diagnose, het geven van prenatale lessen, perinatale thuiszorg, management, kwaliteitszorg, ondernemerschap…)
‘Integrale zorg’ en maximale integratie van de verschillende opleidingsonderdelen wordt nagestreefd.
Het theoretisch en het klinisch onderwijs nemen elk de helft van het programma in beslag, met meer theorie en minder klinisch onderwijs in het begin en het omgekeerde naar het einde van de opleiding toe.
De vakken ‘vroedkunde’ (embryologie, gynaecologie, genetica, verloskundige farmacologie, anesthesie en reanimatie, seksuologie en geboorteregeling, neonatologie) vormen de kern van de opleiding en worden ondersteund door een geheel van biomedische en sociale wetenschappen.
Studiepunten
180

Vroedkunde - Professionele bachelor |
|
- Beschrijving
- Keuze-
trajecten - Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Studie-
rendement
Vroedkunde situeert zich in het domein van de reproductieve geneeskunde en is gericht op de begeleiding van de zwangerschap, het geboorteproces en de zorg voor de moeder en het kind.
In het 1ste jaar leer je alles over de gezonde zwangerschap, bevalling en pasgeborene. (de fysiologie)
In het 2de jaar komen de bedreigde menselijke voortplanting, zwangerschap, bevalling en pasgeborene aan bod. (de pathologie)
Het 3de jaar richt zich op de ‘gespecialiseerde’ aspecten van menselijke voortplanting (hoogrisicosituaties, prenatale diagnose, het geven van prenatale lessen, perinatale thuiszorg, management, kwaliteitszorg, ondernemerschap…)
‘Integrale zorg’ en maximale integratie van de verschillende opleidingsonderdelen wordt nagestreefd.
Het theoretisch en het klinisch onderwijs nemen elk de helft van het programma in beslag, met meer theorie en minder klinisch onderwijs in het begin en het omgekeerde naar het einde van de opleiding toe.
De vakken ‘vroedkunde’ (embryologie, gynaecologie, genetica, verloskundige farmacologie, anesthesie en reanimatie, seksuologie en geboorteregeling, neonatologie) vormen de kern van de opleiding en worden ondersteund door een geheel van biomedische en sociale wetenschappen.
Studiepunten
180
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen - Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Vroedkunde
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Gezondheidszorg
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Biologie, Verzorging,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Dit is een verdere specialisatie, aansluitend op je basisopleiding en omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
Volgende Ba-na-Ba's sluiten aan op Vroedkunde
Eventueel zijn er nog andere mogelijkheden op basis van uw gevolgd studietraject. Raadpleeg de hogeschool voor meer informatie.
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.
Een schakelprogramma geeft toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Vroedkunde
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een specifieke lerarenopleiding
Als je leraar wilt worden kan je een specifieke lerarenopleiding volgen. Met dit diploma kan je les geven in de vakken die aansluiten bij je secundaire - of bachelor- of masteropleiding. De specifieke lerarenopleiding omvat 60 studiepunten waarvan 30 voor het theoretische gedeelte en 30 voor de praktijkcomponent. De SLO kan georganiseerd worden door een centrum voor volwassenenonderwijs, hogeschool of universiteit.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Werkstudententraject
UC Leuven-Limburg, Campus Gasthuisberg
Starten in februari
UC Leuven-Limburg, Campus LiZa
Starten in februari
Katholieke Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Instellingen
Laarbeeklaan 121 1090 Jette
02 472 52 00![]()
![]()
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
03 220 55 00![]()
![]()
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
03 613 13 13![]()
![]()
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
014 80 61 01![]()
![]()
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
03 480 29 10![]()
![]()
Herestraat 49 3000 Leuven
016 37 52 00![]()
![]()
Guffenslaan 39 3500 Hasselt
011 77 52 00![]()
![]()
Schiepse bos 5 3600 Genk
011 800 600![]()
![]()
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
050 30 51 00![]()
![]()
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
056 26 41 40![]()
![]()
Voetweg 66 9000 Gent
09 234 70 00![]()
![]()
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
03 776 43 48![]()
![]()
Beroepsuitwegen
De taak van de vroedvrouw bestaat erin om als medische professional op te treden tijdens de reproductieve periode.
De vroedvrouw treedt begeleidend en adviserend op tijdens de zwangerschap, tijdens de geboorte en in de periode daarbij aansluitend.
Zij kan op eigen verantwoordelijkheid de normale geboorte leiden en alle handelingen stellen die daarbij vereist zijn.
Zij verleent de neonatale zorgen van de pasgeborene en de kraamverzorging aan de moeder.
Bij afwezigheid van de geneesheer verleent zij de eerste hulp.
Ze neemt in functie van haar specifieke taak de nodige preventieve maatregelen.
Ze spoort eventuele afwijkingen op bij moeder en kind.
Bepaalde verpleegkundige handelingen zijn voorbehouden voor vroedvrouwen.
Wat de tewerkstellingsmogelijkheden betreft maken we een onderscheid tussen de eerste en tweede lijn.
In de eerste lijn werk je als vroedvrouw buiten het ziekenhuis, in een zelfstandige praktijk, een geboortecentrum, bij Kind en Gezin …
De tweede lijn vindt plaats in het ziekenhuis, met ook hier meerdere mogelijkheden zoals de kraam- of verlosafdeling, prematurenafdeling, raadpleging,...
Ook het onderwijs behoort tot de mogelijkheden, mits een lerarenopleiding.
De beroepspraktijk is echter steeds in evolutie.
Om kwaliteitsvolle zorg te kunnen blijven aanbieden, is het heel belangrijk dat je je als vroedvrouw levenslang bijschoolt.
Wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk denken zijn hierbij essentieel.
Beide vormen de leidraad in de praktische uitvoering van je beroep.
Volg hieronder de link naar nog meer informatie over het beroep met rechtstreekse links naar vacatures.
Mogelijke beroepen
Vlaamse Kwalificatiestructuur
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Economie-moderne talen (ASO) | 188 | 0,67% | 74,97% | 10 | 16 | 18 | 46 | 92 | 6 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 266 | 4,16% | 66,35% | 21 | 37 | 31 | 47 | 118 | 12 |
Handel (TSO) | 75 | 0,54% | 46,35% | 14 | 19 | 10 | 12 | 17 | 3 |
Humane wetenschappen (ASO) | 409 | 1,57% | 74,03% | 29 | 35 | 42 | 75 | 213 | 15 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 57 | 1,83% | 44,31% | 8 | 12 | 14 | 9 | 9 | 5 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 44 | 0,50% | 25,44% | 23 | 5 | 3 | 5 | 5 | 3 |
Kinderzorg (BSO) | 102 | 1,87% | 21,76% | 35 | 27 | 11 | 7 | 5 | 17 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 42 | 0,48% | 86,84% | 1 | 1 | 1 | 8 | 28 | 3 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 47 | 0,67% | 63,72% | 6 | 7 | 3 | 8 | 20 | 3 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 88 | 0,85% | 87,70% | 3 | 6 | 11 | 65 | 3 | |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 67 | 2,04% | 46,57% | 17 | 12 | 6 | 12 | 14 | 6 |
Secretariaat-talen (TSO) | 37 | 0,74% | 43,61% | 6 | 11 | 6 | 3 | 9 | 2 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 545 | 2,25% | 59,62% | 75 | 72 | 73 | 115 | 187 | 23 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 76 | 0,86% | 26,16% | 38 | 9 | 10 | 6 | 7 | 6 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 116 | 0,32% | 89,45% | 2 | 1 | 4 | 21 | 78 | 10 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 05-12-2017 |

Vroedkunde - Professionele bachelor |
|
- Beschrijving
- Keuze-
trajecten - Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Studie-
rendement
Vroedkunde situeert zich in het domein van de reproductieve geneeskunde en is gericht op de begeleiding van de zwangerschap, het geboorteproces en de zorg voor de moeder en het kind.
In het 1ste jaar leer je alles over de gezonde zwangerschap, bevalling en pasgeborene. (de fysiologie)
In het 2de jaar komen de bedreigde menselijke voortplanting, zwangerschap, bevalling en pasgeborene aan bod. (de pathologie)
Het 3de jaar richt zich op de ‘gespecialiseerde’ aspecten van menselijke voortplanting (hoogrisicosituaties, prenatale diagnose, het geven van prenatale lessen, perinatale thuiszorg, management, kwaliteitszorg, ondernemerschap…)
‘Integrale zorg’ en maximale integratie van de verschillende opleidingsonderdelen wordt nagestreefd.
Het theoretisch en het klinisch onderwijs nemen elk de helft van het programma in beslag, met meer theorie en minder klinisch onderwijs in het begin en het omgekeerde naar het einde van de opleiding toe.
De vakken ‘vroedkunde’ (embryologie, gynaecologie, genetica, verloskundige farmacologie, anesthesie en reanimatie, seksuologie en geboorteregeling, neonatologie) vormen de kern van de opleiding en worden ondersteund door een geheel van biomedische en sociale wetenschappen.
Studiepunten
180
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen - Campus Spoor Noord (Gezondheid en Welzijn/Onderwijs en Training )
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte niet bindende instaptoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Vroedkunde
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Gezondheidszorg
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Biologie, Verzorging,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Dit is een verdere specialisatie, aansluitend op je basisopleiding en omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
Volgende Ba-na-Ba's sluiten aan op Vroedkunde
Eventueel zijn er nog andere mogelijkheden op basis van uw gevolgd studietraject. Raadpleeg de hogeschool voor meer informatie.
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.
Een schakelprogramma geeft toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
Dit zijn de mogelijkheden na deze studierichting:
Schakelprogramma's specifiek na Vroedkunde
Schakelprogramma's mits toelating toegankelijk na elke professionele bachelor
een specifieke lerarenopleiding
Als je leraar wilt worden kan je een specifieke lerarenopleiding volgen. Met dit diploma kan je les geven in de vakken die aansluiten bij je secundaire - of bachelor- of masteropleiding. De specifieke lerarenopleiding omvat 60 studiepunten waarvan 30 voor het theoretische gedeelte en 30 voor de praktijkcomponent. De SLO kan georganiseerd worden door een centrum voor volwassenenonderwijs, hogeschool of universiteit.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Jette
Starten in februari
Werkstudententraject
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Werkstudententraject
UC Leuven-Limburg, Campus Gasthuisberg
Starten in februari
UC Leuven-Limburg, Campus LiZa
Starten in februari
Katholieke Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Instellingen
Laarbeeklaan 121 1090 Jette
02 472 52 00![]()
![]()
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
03 220 55 00![]()
![]()
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
03 613 13 13![]()
![]()
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
014 80 61 01![]()
![]()
Antwerpsestraat 99 2500 Lier
03 480 29 10![]()
![]()
Herestraat 49 3000 Leuven
016 37 52 00![]()
![]()
Guffenslaan 39 3500 Hasselt
011 77 52 00![]()
![]()
Schiepse bos 5 3600 Genk
011 800 600![]()
![]()
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
050 30 51 00![]()
![]()
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
056 26 41 40![]()
![]()
Voetweg 66 9000 Gent
09 234 70 00![]()
![]()
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
03 776 43 48![]()
![]()
Beroepsuitwegen
De taak van de vroedvrouw bestaat erin om als medische professional op te treden tijdens de reproductieve periode.
De vroedvrouw treedt begeleidend en adviserend op tijdens de zwangerschap, tijdens de geboorte en in de periode daarbij aansluitend.
Zij kan op eigen verantwoordelijkheid de normale geboorte leiden en alle handelingen stellen die daarbij vereist zijn.
Zij verleent de neonatale zorgen van de pasgeborene en de kraamverzorging aan de moeder.
Bij afwezigheid van de geneesheer verleent zij de eerste hulp.
Ze neemt in functie van haar specifieke taak de nodige preventieve maatregelen.
Ze spoort eventuele afwijkingen op bij moeder en kind.
Bepaalde verpleegkundige handelingen zijn voorbehouden voor vroedvrouwen.
Wat de tewerkstellingsmogelijkheden betreft maken we een onderscheid tussen de eerste en tweede lijn.
In de eerste lijn werk je als vroedvrouw buiten het ziekenhuis, in een zelfstandige praktijk, een geboortecentrum, bij Kind en Gezin …
De tweede lijn vindt plaats in het ziekenhuis, met ook hier meerdere mogelijkheden zoals de kraam- of verlosafdeling, prematurenafdeling, raadpleging,...
Ook het onderwijs behoort tot de mogelijkheden, mits een lerarenopleiding.
De beroepspraktijk is echter steeds in evolutie.
Om kwaliteitsvolle zorg te kunnen blijven aanbieden, is het heel belangrijk dat je je als vroedvrouw levenslang bijschoolt.
Wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk denken zijn hierbij essentieel.
Beide vormen de leidraad in de praktische uitvoering van je beroep.
Volg hieronder de link naar nog meer informatie over het beroep met rechtstreekse links naar vacatures.
Mogelijke beroepen
Vlaamse Kwalificatiestructuur
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Economie-moderne talen (ASO) | 188 | 0,67% | 74,97% | 10 | 16 | 18 | 46 | 92 | 6 |
Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO) | 266 | 4,16% | 66,35% | 21 | 37 | 31 | 47 | 118 | 12 |
Handel (TSO) | 75 | 0,54% | 46,35% | 14 | 19 | 10 | 12 | 17 | 3 |
Humane wetenschappen (ASO) | 409 | 1,57% | 74,03% | 29 | 35 | 42 | 75 | 213 | 15 |
Jeugd- en gehandicaptenzorg (TSO) | 57 | 1,83% | 44,31% | 8 | 12 | 14 | 9 | 9 | 5 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 44 | 0,50% | 25,44% | 23 | 5 | 3 | 5 | 5 | 3 |
Kinderzorg (BSO) | 102 | 1,87% | 21,76% | 35 | 27 | 11 | 7 | 5 | 17 |
Latijn-moderne talen (ASO) | 42 | 0,48% | 86,84% | 1 | 1 | 1 | 8 | 28 | 3 |
Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) | 47 | 0,67% | 63,72% | 6 | 7 | 3 | 8 | 20 | 3 |
Moderne talen-wetenschappen (ASO) | 88 | 0,85% | 87,70% | 3 | 6 | 11 | 65 | 3 | |
Schoonheidsverzorging (TSO) | 67 | 2,04% | 46,57% | 17 | 12 | 6 | 12 | 14 | 6 |
Secretariaat-talen (TSO) | 37 | 0,74% | 43,61% | 6 | 11 | 6 | 3 | 9 | 2 |
Sociale en technische wetenschappen (TSO) | 545 | 2,25% | 59,62% | 75 | 72 | 73 | 115 | 187 | 23 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 76 | 0,86% | 26,16% | 38 | 9 | 10 | 6 | 7 | 6 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 116 | 0,32% | 89,45% | 2 | 1 | 4 | 21 | 78 | 10 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 05-12-2017 |