Algemene info HO

Over opleidingen en studiepunten

Elke opleiding binnen het hoger onderwijs bestaat uit een aantal opleidingsonderdelen (vakken, stages, examens, practica, …). Deze staan in je studieprogramma.
Elk opleidingsonderdeel kreeg een aantal studiepunten toegekend. Een studiepunt staat voor 25 tot 30 u onderwijsactiviteit  (deelnemen aan colleges, voorbereiden en instuderen van cursussen, afleggen van examens, het maken van een projectverslag…)
Een studiepunt is het ‘gewicht’ van dat opleidingsonderdeel/vak. Dit geeft je een idee over de te verwachten inspanning die je zal moeten leveren voor een opleidingsonderdeel. 
Voor een vak van 3 studiepunten moet je tussen 75 en 90 uren presteren. In die uren zitten: naar de les gaan, studeren, taken maken en het examen afleggen.  Elk opleidingsonderdeel telt minstens 3 studiepunten.

Als je je inschrijft in een hogere opleiding, schrijf je je steeds in voor een aantal studiepunten van die opleiding. Een modeltraject van een bachelor bvb. weegt 180 studiepunten, verdeeld over 3 voltijdse jaren. Dat betekent dat 1 jaar in principe uit 60 studiepunten bestaat.
Je hoeft je ook niet in te schrijven voor alle 60 studiepunten. Je kan ervoor kiezen om je studie op een trager/sneller tempo af te werken en minder/meer studiepunten opnemen.

Telkens je slaagt voor een opleidingsonderdeel verwerf je die studiepunten! Er wordt van jou verwacht dat je ieder jaar dat je studeert, je studiepunten waarvoor je ingeschreven bent (bv.   60 studiepunten) haalt. Verworven studiepunten worden ook wel ‘credits’ genoemd.

Soms slaag je niet in elk opleidingsonderdeel en behaal je bv. niet alle 60 studiepunten van je traject. Soms wil je veranderen van studie en mag je studiepunten die je hebt behaald bij je eerdere studie, ‘meenemen’. Dit gaat makkelijker binnen eenzelfde onderwijsinstelling of binnen eenzelfde associatie.
Voor info kan je terecht bij je studieadviseur of studentenbegeleider.

Samengevat:
1 studiepunt = 25 à 30 u studieactiviteit ( in HBO = 12 lestijden)
1 jaar studeren = 60 studiepunten
1 vak = min. 3 studiepunten


Waarvoor zijn studiepunten belangrijk?

  • Om diploma’s  in Europa te kunnen vergelijken. In heel Europa wordt er nl. met dit systeem gewerkt en zijn diploma’s evenveel waard. 

  • Om zicht te krijgen op je studiesucces: het aantal studiepunten dat je verwerft t.o.v. het aantal waarvoor je je ingeschreven hebt.

  • Voor  het berekenen van je studietoelage, het bepalen van je inschrijvingsgeld en het blijven ontvangen van kindergeld. Hiervoor baseert men zich op het aantal studiepunten waarvoor je je inschrijft.

Zijn Studiepunten hetzelfde als Leerkrediet?

Neen. Beide staan los van elkaar.

De studiepunten waaruit je opleiding bestaat, geven het ‘gewicht’ weer van je totale opleiding en van elk opleidingsonderdeel apart.

 De 140 studiepunten leerkrediet die je krijgt van de Vlaamse Overheid zijn een ‘krediet’ dat je zorgvuldig moet inzetten en besteden.

Meer info over Leerkrediet: 

Bij de start van je hogere studies krijg je een virtuele rugzak van 140 studiepunten (= je leerkrediet). Die studiepunten zet je in als je studeert.

Dat gaat als volgt:
Als je je inschrijft voor een hogere opleiding wordt het aantal studiepunten waarvoor je je inschrijft afgetrokken van het leerkrediet.

Slaag je voor een vak, dan verdien je de ingezette studiepunten terug.
Als je met een diplomacontract bent ingeschreven, krijg je voor de eerste 60 studiepunten die je terugwint, een bonus van 60 studiepunten. Dit kan in 1 keer gebeuren of verspreid over meerdere jaren.

Slaag je niet, dan ben je je studiepunten definitief kwijt.

Zolang er nog studiepunten in je rugzak zitten, mag je verder studeren.
Zijn je studiepunten op, dan kan je niets meer inzetten. Meestal betekent dat ook het einde van je studie.

Je kan de stand van je leerkrediet online raadplegen. Hiervoor kan je inloggen met je digitale identiteitskaart of federaal token (kaart met codes, uitgereikt door de federale overheid).


Welke soorten hoger onderwijs bestaan er?

Er bestaan 8 kwalificatieniveaus binnen de Vlaamse Kwalificatiestructuur (VKS). Het hoger onderwijs  situeert zich op volgende niveaus:

 VKS

 

Organiserende instantie

 

Niveau 5

Graduaatsopleiding (incl. Basisverpleegkunde)

behoort tot het Hoger BeroepsOnderwijs
(vanaf 1/9/2019)

Hogeschool en
Secundaire school

(vanaf 1/9/2019)

Niveau 6

Professionele Bachelor

Hogeschool / School of Arts

Niveau 6

Academische Bachelor

Universiteit / School of Arts / Hogere Zeevaartschool 

Niveau 7

Master 

Universiteit / Hogeschool

Niveau 8

Doctor

Universiteit 

De Hogere Zeevaartschool is vermeld bij het academisch onderwijs, omdat deze hogeschool naast professioneel onderwijs ook academisch onderwijs organiseert.
In een School of Arts worden Academische en Professionele kunstopleidingen ondergebracht. Het is een aparte structuur binnen de hogescholen.

  • Hoger beroepsonderwijs (90 of 120 studiepunten)
    Dit zijn opleidingen op niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur 
    Ze bereiden voor op het uitoefenen van een beroep en situeren zich qua niveau net onder de professionele bachelor.
      
    Ze zijn minder theoretisch dan een bacheloropleiding. Het werkplekleren vormt een belangrijk onderdeel van een graduaatsopleiding en omvat minimaal 1/3 van de studieomvang.
    Graduaatsopleidingen

    Vanaf 2019-2020 spreken we niet langer over HBO5 opleidingen maar over graduaatsopleidingen. Deze zullen worden aangeboden door hogescholen in plaats van centra voor volwassenenonderwijs (CVO). De leerplek kan omwille van praktische redenen, nog steeds een CVO zijn. 
    Er is 1 uitzondering: de opleiding Basisverpleegkunde volg je in een school voor voltijds secundair onderwijs.

  • Bacheloropleidingen (180 studiepunten)
    Bachelor word je na het afronden van een opleiding die normaal gezien 3 academiejaren duurt.
    Er zijn 2 soorten bacheloropleidingen:

    -Een professionele bachelor (PBa) is gericht op de beroepspraktijk. Je leert er de algemene & specifieke kennis en competenties die je nodig hebt om een bepaald beroep uit te oefenen. Na deze opleiding is er altijd een directe uitstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt.
    De professionele bachelor wordt georganiseerd door de hogescholen.

    -Een academische bachelor (ABa) is een theoretische en wetenschappelijke opleiding, gericht op onderzoek en ontwikkelen van theoretische kennis.
    Het doel is je voor te bereiden op een masteropleiding. 
    De opleiding wordt georganiseerd door de universiteiten (muv de Hogere Zeevaartschool) of door hogescholen in een associatie met een universiteit (kunstopleidingen). Om het onderscheid te kunnen maken met de PBA, kunnen bij de academische bachelors de specificaties 'of Arts', 'of Science', 'of Laws' ..... aan de naam toegevoegd worden.

           De verschillen tussen HBO5, PBa en ABa worden voorgesteld in het schema onderaan de pagina.

  • Masteropleidingen (minstens 60 studiepunten)
    Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Een masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef. 
    Naast de universiteiten kunnen ook de hogescholen (in een associatie met een universiteit) masteropleidingen aanbieden.

  • Voortgezette opleidingen:

    -Bachelor-na-bachelor (Banaba)
    Dit is een 2emeestal aansluitende en verdiepende bachelor. Een banaba omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.

    -Master-na-master (Manama)
    Dit is een 2e  meestal aansluitende verdiepende master. Een manama omvat minstens 60 studiepunten. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. 

  • Educatieve opleidingen
    Vanaf 2019-2020 zijn de lerarenopleidingen hervormd. Op de pagina Leraar worden informeren we je gedetailleerd over de nieuwe mogelijkheden om leraar te worden.
  • Postgraduaten en na- en bijscholingen
    Een postgraduaat is een opleiding van ten minste 20 studiepunten.
    Het doel is de competenties verworven na een eerdere bachelor- of masteropleiding te verbreden en verdiepen.
  • Doctoraatsopleidingen
    Dit is de hoogste graad in de Vlaamse diploma- ranking en wordt behaald aan een universiteit na de openbare verdediging van een proefschrift. De doctoraatsopleiding vormt de onderzoeker die op een zelfstandige wijze een bijdrage dient te leveren aan de ontwikkeling en de groei van de wetenschappelijke kennis.

Voorts bestaan er nog:

  • het Schakelprogramma
    Dat is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en 1 welbepaalde master in 1 bepaalde instelling.
    Met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.  Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen.
    Het levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.  .
  • het Voorbereidingsprogramma
    Dit programma heeft als doel om een student die een diploma heeft dat geen rechtstreekse toegang biedt tot een bepaalde opleiding, toch voor te bereiden en toe te laten in de opleiding . waarvoor hij/zij zich wil inschrijven
    Het kan je worden opgelegd. Het programma wordt op maat bepaald en hangt af van het inhoudelijk verschil tussen de reeds gevolgde opleiding en de opleiding die je wenst te volgen. Het levert geen academische graad of diploma op, je hoeft er dan ook geen leerkrediet voor in te zetten.  Een voorbereidingsprogramma geeft toegang tot 1 welbepaalde opleiding in 1 bepaalde instelling.
  • de Verkorte bachelor/master
    Wanneer je al een bachelor (of master) hebt behaald en bijkomend een andere bachelor (of master) wil behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig diploma.
    Vaak gaat het om vrijstellingen op basis van EVC's/EVK's, maar voor bepaalde opleidingen zijn ook standaard verkorte programma’s uitgetekend.  

Waarin verschillen de verschillende soorten hogere opleidingen van elkaar?

 

 

Graduaat 

Professionele Bachelor (PBa)

Academische Bachelor (ABa)

Studiepunten
(duur)

Tussen 90-120

 (tussen 1,5 en 2j)

 uitz.basisverpleegkunde:3j

180

+/-3j voltijds studeren

uitz.basisverpleegkunde:240, =4j

180

+/-3j voltijds studeren

Gericht op:

- een specifiek beroep
-verhogen arbeidskansen
-doorstroom PBa

- beroepspraktijk

-voorbereiding op Master
-wetenschappelijk onderzoek / vorming in de kunsten
-functie eerder dan op beroep

 

 

 

Recht op rechtstreekse toegang tot minstens 1 master

Inhoud opleiding

-Zeer praktijkgericht (werkplekleren en/of stages)
-Theorie volledig afgestemd op wat je later nodig hebt om dat specifiek beroep goed uit te kunnen oefenen.
-Niveau is hoger dan SO en lager dan PBa

-Inhoud sluit aan bij leerstof SO
-Theorie  wordt concreet en praktijkgericht behandeld
-Focus op toepassen van de kennis in de praktijk via projectwerk, stage…

-Hoofdzakelijk theorie gebaseerd en gericht  op wetenschappelijk onderzoek
-Zelfstudie, leren analyseren, argumenteren en rapporteren,
-Minder stage

Vakken

-Weinig vakken gericht op brede algemene vorming

 

-Vakken met oog op brede algemene vorming +
-Beroep- specifieke leerstof
-Opgedeeld in kleinere pakketten waardoor meer kleinere vakken

-Minder vakken maar verdiepend waardoor grote leerstofpakketten

Grootte lesgroep

Les in kleinere groepen

Les in kleinere groepen

Les in grotere groepen

Organisatie

-Lestempo minder hoog, studeren-op-maat mogelijk
-Vaak combinatie van afstands- en contactonderwijs in klasverband
-Merendeel modulair flexibel opgebouwd waardoor combinatie werken, gezin, studeren mogelijk is

-Lestempo minder hoog en meer gespreid
-Gestructureerd lesgebeuren
-Meer vrijheid dan in het SO maar minder dan aan de universiteit

-Hoog lestempo, geconcentreerd georganiseerd
-Minder structuur, meer vrijheid waardoor zelfstandig van verwerken leerstof nodig is

 

Afstand docent-student

klein

kleiner dan in ABA

groter

Ondersteuning

Goed uitgebouwde (individuele)
studiebegeleiding

Begeleiding zichtbaar aanwezig
Individuele begeleiding mogelijk

Zelf op zoek gaan naar begeleiding indien gewenst

Vervolgopleidingen na deze studie

-Aanvul-of brugprogramma naar PBa
-Educatieve opleiding

-Andere PBa
-Ba-na-ba
-Schakelprogramma naar een Master
-Educatieve opleiding

-Aansluitende masteropleiding
-Niet-aansluitende masteropleiding
(mits voorbereidingsprogramma)
-Andere ABa, al dan niet met studieverkorting.
-Educatieve opleiding

Toelatings-
voorwaarden

18 j voor 31 december van het jaar van inschrijving
+
Studiegetuigschrift 6 SO dat min. 3j geleden werd behaald of
diploma SO of
certificaat SO voor sociale promotie/certificaat secundair volwassenenonderwijs. Beiden van min. 900 lestijden of

certificaat HBO of
diploma HO sociale promotie of
diploma HBO5 of
diploma HO korte type of
bachelordiploma of
masterdiploma of
Studiebewijs dat gelijkwaardig is aan 1 van voorgaande diploma’s.

Heb je geen van bovenvermelde studiebewijzen? Toelatingsproef.

Diploma secundair onderwijs

Bij Audiovisuele en beeldende kunsten + Muziek en podiumkunsten zijn er artistieke bekwaamheidsproeven.

De hogeschool kan een test over de kennis van de onderwijstaal als voorwaarde stellen.
- Elke school heeft een reglement met afwijkende toelatingsvoorwaarden.
Hier kan men rekening houden met :
humanitaire, medische, psychische of sociale redenen en je algemeen niveau.
-Voor de lerarenopleidingen is er een verplichte, niet-bindende instapproef.

Diploma secundair onderwijs

Bij Geneeskunde en Tandheelkunde is er een verplichte toelatingsproef.

School of Arts: artistieke bekwaamheidsproeven

- De instelling kan een test over de kennis van de onderwijstaal als voorwaarde stellen.
- Elke school heeft een reglement met afwijkende toelatingsvoorwaarden.
Hier kan men rekening houden met :
humanitaire, medische, psychische of sociale redenen en je algemeen niveau.
- Er is een verplichte, niet-bindende starttoets voor:

  • Bio-industriële wetenschappen (ind. ingenieur),
  • Bio-ingenieurswetenschappen (bio-ingenieur)
  • Biomedische wetenschappen
  • Biowetenschappen (ind. ingenieur), 
  • Engineering technology
  • Farmaceutische wetenschappen
  • Fysica (en sterrenkunde)
  • Industriële wetenschappen (ind.ingenieur)
  • Ingenieurswetenschappen (burg. ingenieur)
  • Ingenineurswetenschappen architecteur (burg.ingenieur architect) 
  • Wiskunde (en data science)

Diploma

Gegradueerde

Bachelor

Bachelor


Hoe ziet een academiejaar er uit?

Academiejaar
Daar waar men in het secundair onderwijs spreekt over een schooljaar, is er aan de hogeschool en universiteit sprake over een academiejaar.

Een academiejaar heeft een vaste duur van 1 jaar. Binnen deze periode volgt de student les aan een hogeschool of universiteit en vinden de examens plaats.
 
Het academiejaar begint ten vroegste op 1 september en ten laatste op 1 oktober.
Het eindigt op de dag vóór het begin van het volgende academiejaar.
In principe worden er dus cursussen/colleges gegeven tussen september en juni en valt de zomervakantie in juli en augustus. Er is ook een Kerstvakantie voorzien.

Sommige hogescholen en universiteiten organiseren een week verlof rond eind januari (na de examenperiode) en heel wat onderwijsinstellingen organiseren een Paasvakantie.
Enkele hogescholen plannen een lesvrije week in tijdens het 1e semester.

Je merkt het: hoe een academiejaar praktisch wordt ingedeeld kan sterk verschillen van onderwijsinstelling tot onderwijsinstelling. Er kunnen zelfs verschillen zijn tussen faculteiten van eenzelfde universiteit.
Raadpleeg daarom steeds de academische kalender op de website van de instelling voor hoger onderwijs. Hierin kan je lezen wanneer de lessen starten en wanneer lesvrije dagen, examenperiodes, feestdagen en vakanties vallen.

Semestersysteem?
Er zijn instellingen die het academiejaar indelen in 2 semesters, terwijl anderen ervoor kiezen om te werken met 3 trimesters, 4 kwartalen of zelfs met 6 tot 8 lesblokken. Vaak wordt gekozen voor een semestersysteem.

Concreet starten de lessen aan de hogescholen en universiteiten meestal in de 2e of 3e week van september.
Een week voor de start van het academiejaar (of tijdens de voorafgaande zomervakantie) worden vaak instapcursussen, introductiedagen, voorbereidingslessen… georganiseerd.

Examens
De meeste onderwijsinstellingen organiseren 3 periodes waarin examens worden afgelegd:
-na het 1e semester, in de maand januari;
-na het 2e semester, in de maand juni;
-een extra examenperiode voor niet-geslaagde studenten tijdens de 3e examenperiode, in de maanden augustus en september.

Sommige faculteiten starten iets vroeger dan andere met de examenperiode.

Examens worden meestal voorafgegaan door een lesvrije periode die ‘de blok’ wordt genoemd.
Bedoeling is dat studenten zich kunnen voorbereiden op de examens.

Maar evengoed zijn er onderwijsinstellingen die de student elke 6 weken examens laten afleggen.
Er zijn zelfs hogescholen waar, bij sommige opleidingen, gewerkt wordt met kortere modules van 4 tot 8 weken, waarbij je na elk lesblok geëvalueerd wordt via een taak of een examen.

Vergelijken is de boodschap
Maak voor jezelf uit of je liever regelmatig examens aflegt over een kleinere brok leerstof dan dat je je 1 of 2 maal per jaar moet buigen over grote hoeveelheden cursusmateriaal.

Presteer je beter wanneer je het gevoel hebt dat je wordt opgevolgd en ben je geneigd het studeren uit te stellen wanneer ergeen regelmatige toetsmomenten zijn? Of presteer je net beter wanneer je zelf je eigen studeertijd kan plannen en vormgeven?

Ben je onzeker en vrees je nog niet te beschikken over een efficiënte studiemethode waarmee je de leerstof zelfstandig kan verwerken? Denk je nog wat tijd nodig te hebben om zelfzekerder te worden op studievlak?

Het is de moeite om websites van onderwijsinstellingen te exploreren, op de SID-IN en op infodagen… te polsen naar de wijze waarop het academiejaar praktisch georganiseerd wordt. En om deze informatie mee te nemen in je keuzeproces.