Tandheelkunde - Academische bachelor
Tandheelkunde omvat de gehele gezondheidszorg van de mondholte, zowel curatief als preventief. De tandarts is niet langer de pure technicus die gaatjes vult of prothesen maakt. Als wetenschappelijk gevormde medicus heeft de tandarts vooral oog voor de preventie van tand- en mondziekten en voor het gezond houden van de mond na de behandeling. Meer uitgebreide kennis over het ontstaan van tandbederf en tandvleesaandoeningen brachten preventie op het voorplan. Een groter inzicht in de groei van het kind gaf de orthodontie of tandregulatie een nieuwe dimensie. Nieuwe materialen zorgden op hun beurt voor andere en betere vormen van prothetisch herstel (kronen, bruggen …) en veralgemeenden het gebruik van tandheelkundige implantaten.
De moderne tandheelkunde vereist een algemeen medisch en breder wetenschappelijk opgeleide tandarts, die ook onderlegd is in gezondheidseconomie en maatschappelijke gezondheidszorg.
In het 1e bachelorjaar wordt wetenschappelijke en medische basiskennis verworven via vakken als biofysica, scheikunde, biologie, weefselleer, ontleedkunde, embryologie. In deze vakken wordt telkens de relevantie voor de mondzorg aangetoond. Daarnaast start men met vaardigheidstraining.
Voor wie?
- Je moet slagen voor het toelatingsexamen én positief gerangschikt zijn.
- Je moet communicatief sterk zijn en goed met mensen kunnen omgaan.
- Je hebt een goede fijne motoriek.
- Ook een behoorlijk gezichtsvermogen is belangrijk.
Aanvullende info:
Studiepunten
180 (bachelor) + 120 (master)
Tandheelkunde - Academische bachelor |
Algemene info
Tandheelkunde omvat de gehele gezondheidszorg van de mondholte, zowel curatief als preventief. De tandarts is niet langer de pure technicus die gaatjes vult of prothesen maakt. Als wetenschappelijk gevormde medicus heeft de tandarts vooral oog voor de preventie van tand- en mondziekten en voor het gezond houden van de mond na de behandeling. Meer uitgebreide kennis over het ontstaan van tandbederf en tandvleesaandoeningen brachten preventie op het voorplan. Een groter inzicht in de groei van het kind gaf de orthodontie of tandregulatie een nieuwe dimensie. Nieuwe materialen zorgden op hun beurt voor andere en betere vormen van prothetisch herstel (kronen, bruggen …) en veralgemeenden het gebruik van tandheelkundige implantaten.
De moderne tandheelkunde vereist een algemeen medisch en breder wetenschappelijk opgeleide tandarts, die ook onderlegd is in gezondheidseconomie en maatschappelijke gezondheidszorg.
In het 1e bachelorjaar wordt wetenschappelijke en medische basiskennis verworven via vakken als biofysica, scheikunde, biologie, weefselleer, ontleedkunde, embryologie. In deze vakken wordt telkens de relevantie voor de mondzorg aangetoond. Daarnaast start men met vaardigheidstraining.
Voor wie?
- Je moet slagen voor het toelatingsexamen én positief gerangschikt zijn.
- Je moet communicatief sterk zijn en goed met mensen kunnen omgaan.
- Je hebt een goede fijne motoriek.
- Ook een behoorlijk gezichtsvermogen is belangrijk.
Studiepunten
180 (bachelor) + 120 (master)
Instellingen:
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Buiten de gewone toelatingsvoorwaarden tot het hoger onderwijs, moet je slagen in het door de overheid georganiseerde interuniversitaire toelatingsexamen.
Bij inschrijving aan een universiteit moet het bewijs van geslaagd zijn worden voorgelegd.
Het is vanaf 2018 een vergelijkend examen.
De deelnemers worden gerangschikt op basis van hun score en de hoogst gerangschikten kunnen met de opleiding starten. Het aantal toegelaten studenten wordt vastgelegd bij decreet: 1.102 voor de opleiding arts en 135 voor de opleiding tandarts.
Er komt een apart toelatingsexamen voor artsen en tandartsen. Beide examens vinden plaats in Brussel.
Zo kunnen kandidaten met interesse in de twee opleidingen beide examens afleggen.
Meer info over de modaliteiten van het toelatingsexamen kan je hier lezen.
De inhoud van de examens ligt in lijn met vorig jaar, maar de moeilijkheidsgraad zal lager liggen. Het definitieve leerstofoverzicht zal, zoals ieder jaar, ten laatste in januari 2020 beschikbaar zijn op de website van het toelatingsexamen. Naast kennis en inzicht in de wetenschappen blijven de examens ook peilen naar meer generieke competenties, zoals communicatieve vaardigheden.
Vanaf januari is er meer info beschikbaar op www.toelatingsexamenartstandarts.be.
Info over de slaagkansen (oud systeem), gezien vanuit de richtingen van de derde graad vind je hier.
Hoe je je kan voorbereiden op het toelatingsexamen kan je lezen via deze link.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)
Uitzonderingen : - Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!
Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland
Met een Nederlands VWO-diploma of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.
Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.
Situering
Opleiding: Tandheelkunde
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Science
Studiegebied: Tandheelkunde
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon,
Schoolvakken SO: Chemie, Wetenschappen,
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig
bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
een lerarenopleiding
Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Instellingen
Oude Markt 13 3000 Leuven
Sint-Pietersnieuwstraat 33 9000 Gent
Beroepsuitwegen
Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.
De meeste tandartsen starten een eigen praktijk via een eenmanszaak of een groepspraktijk.
Anderen gaan werken in ziekenhuizen of poliklinieken.
Enkelingen werken in administratieve diensten (verzekeringen, ministeries, …).
Ook de uitbouw van forensische of gerechtelijke tandheelkunde en de ontwikkeling van software voor tandartsen (dental computing) zijn mogelijkheden voor jonge tandartsen.
De farmaceutische industrie is ook een mogelijke werkgever.
Er is een tendens tot het volgen van verder gespecialiseerde opleidingen (orthodontie, kindertandheelkunde, parodontologie, …) om nadien een gespecialiseerde praktijk uit te bouwen.
Als je algemeen tandarts wil worden met een eigen, door het RIZIV erkende praktijk, moet je na het behalen van je diploma nog één opleidingsfase voltijds (betaald) stage lopen in een erkend
stagecentrum.
Tegelijkertijd volg je ook een theoretisch onderwijspakket: truncus communis, erkenning algemeen tandarts (60 uur) en seminaries ‘geïntegreerde patiënten behandeling
voor de algemene tandarts’ (24 uur).
Het geheel werk je af met je scriptie.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Latijn-wiskunde (ASO) | 79 | 0,72 | 94,3 | 0 | 1 | 1 | 5 | 72 | 0 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 319 | 0,76 | 91,4 | 0 | 2 | 13 | 38 | 264 | 2 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 29-05-2024 |
Tandheelkunde - Academische bachelor |
Algemene info
Tandheelkunde omvat de gehele gezondheidszorg van de mondholte, zowel curatief als preventief. De tandarts is niet langer de pure technicus die gaatjes vult of prothesen maakt. Als wetenschappelijk gevormde medicus heeft de tandarts vooral oog voor de preventie van tand- en mondziekten en voor het gezond houden van de mond na de behandeling. Meer uitgebreide kennis over het ontstaan van tandbederf en tandvleesaandoeningen brachten preventie op het voorplan. Een groter inzicht in de groei van het kind gaf de orthodontie of tandregulatie een nieuwe dimensie. Nieuwe materialen zorgden op hun beurt voor andere en betere vormen van prothetisch herstel (kronen, bruggen …) en veralgemeenden het gebruik van tandheelkundige implantaten.
De moderne tandheelkunde vereist een algemeen medisch en breder wetenschappelijk opgeleide tandarts, die ook onderlegd is in gezondheidseconomie en maatschappelijke gezondheidszorg.
In het 1e bachelorjaar wordt wetenschappelijke en medische basiskennis verworven via vakken als biofysica, scheikunde, biologie, weefselleer, ontleedkunde, embryologie. In deze vakken wordt telkens de relevantie voor de mondzorg aangetoond. Daarnaast start men met vaardigheidstraining.
Voor wie?
- Je moet slagen voor het toelatingsexamen én positief gerangschikt zijn.
- Je moet communicatief sterk zijn en goed met mensen kunnen omgaan.
- Je hebt een goede fijne motoriek.
- Ook een behoorlijk gezichtsvermogen is belangrijk.
Studiepunten
180 (bachelor) + 120 (master)
Instellingen:
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Buiten de gewone toelatingsvoorwaarden tot het hoger onderwijs, moet je slagen in het door de overheid georganiseerde interuniversitaire toelatingsexamen.
Bij inschrijving aan een universiteit moet het bewijs van geslaagd zijn worden voorgelegd.
Het is vanaf 2018 een vergelijkend examen.
De deelnemers worden gerangschikt op basis van hun score en de hoogst gerangschikten kunnen met de opleiding starten. Het aantal toegelaten studenten wordt vastgelegd bij decreet: 1.102 voor de opleiding arts en 135 voor de opleiding tandarts.
Er komt een apart toelatingsexamen voor artsen en tandartsen. Beide examens vinden plaats in Brussel.
Zo kunnen kandidaten met interesse in de twee opleidingen beide examens afleggen.
Meer info over de modaliteiten van het toelatingsexamen kan je hier lezen.
De inhoud van de examens ligt in lijn met vorig jaar, maar de moeilijkheidsgraad zal lager liggen. Het definitieve leerstofoverzicht zal, zoals ieder jaar, ten laatste in januari 2020 beschikbaar zijn op de website van het toelatingsexamen. Naast kennis en inzicht in de wetenschappen blijven de examens ook peilen naar meer generieke competenties, zoals communicatieve vaardigheden.
Vanaf januari is er meer info beschikbaar op www.toelatingsexamenartstandarts.be.
Info over de slaagkansen (oud systeem), gezien vanuit de richtingen van de derde graad vind je hier.
Hoe je je kan voorbereiden op het toelatingsexamen kan je lezen via deze link.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)
Uitzonderingen : - Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!
Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland
Met een Nederlands VWO-diploma of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.
Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.
Situering
Opleiding: Tandheelkunde
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Science
Studiegebied: Tandheelkunde
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Medische activiteiten, Sociaal dienstbetoon,
Schoolvakken SO: Chemie, Wetenschappen,
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig
bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
een lerarenopleiding
Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Instellingen
Oude Markt 13 3000 Leuven
Sint-Pietersnieuwstraat 33 9000 Gent
Beroepsuitwegen
Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.
De meeste tandartsen starten een eigen praktijk via een eenmanszaak of een groepspraktijk.
Anderen gaan werken in ziekenhuizen of poliklinieken.
Enkelingen werken in administratieve diensten (verzekeringen, ministeries, …).
Ook de uitbouw van forensische of gerechtelijke tandheelkunde en de ontwikkeling van software voor tandartsen (dental computing) zijn mogelijkheden voor jonge tandartsen.
De farmaceutische industrie is ook een mogelijke werkgever.
Er is een tendens tot het volgen van verder gespecialiseerde opleidingen (orthodontie, kindertandheelkunde, parodontologie, …) om nadien een gespecialiseerde praktijk uit te bouwen.
Als je algemeen tandarts wil worden met een eigen, door het RIZIV erkende praktijk, moet je na het behalen van je diploma nog één opleidingsfase voltijds (betaald) stage lopen in een erkend
stagecentrum.
Tegelijkertijd volg je ook een theoretisch onderwijspakket: truncus communis, erkenning algemeen tandarts (60 uur) en seminaries ‘geïntegreerde patiënten behandeling
voor de algemene tandarts’ (24 uur).
Het geheel werk je af met je scriptie.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Latijn-wiskunde (ASO) | 79 | 0,72 | 94,3 | 0 | 1 | 1 | 5 | 72 | 0 |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 319 | 0,76 | 91,4 | 0 | 2 | 13 | 38 | 264 | 2 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 29-05-2024 |