Lager Onderwijs (6de lj)

 

Het lager onderwijs volgt op het kleuteronderwijs, bestaat uit 6 aaneensluitende leerjaren en duurt tot de aanvang van het secundair onderwijs.
Het is bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
Normalerwijze start een kind in het eerste leerjaar op 1 september van het jaar waarin het 6 jaar wordt.

Enkel voor de leerling die 14 jaar wordt vóór 1 januari van het lopend schooljaar én die nog een schooljaar lager onderwijs wil volgen, is een gunstig advies van de klassenraad.

Deze adviezen zijn niet vereist voor leerlingen van 13 jaar die lager onderwijs willen volgen. 
De ouders kunnen niet verplicht worden hun kind een achtste jaar lager onderwijs te laten volgen, ook al is er een gunstig advies van de klassenraad.

Een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan niet meer toegelaten worden tot het lager onderwijs.

In dit leerjaar wordt verder gewerkt op de verworvenheden van het vorige leerjaar.
Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast.
Scholen in Vlaanderen hebben een zekere autonomie. Zo bepaalt elke school zelf de inhoud van het basisonderwijs.
Elke school beslist zelf over haar tijdsbestedingen en is vrij in de keuze van haar eigen onderwijskundige methodes en werkvormen.
Zo zijn er scholen die onderwijs organiseren vanuit een typische filosofische achtergrond en/of pedagogische principes (Bv. Dalton, Freinet, Steiner, ...) .
Wel moet de school erover waken dat de eindtermen behaald worden.

Specifiek in het zesde leerjaar is wel de voorbereiding van de overgang naar het secundair onderwijs.

En wat betreft het talenonderwijs?

Er is sprake over formeel talenonderwijs, taalinitiatie en talensensibilisering.
Wat betreft het formeel talenonderwijs:

Frans
is verplicht in het vijfde en zesde leerjaar gewoon lager onderwijs en kan in Brussel aangeboden worden vanaf het eerste leerjaar gewoon lager onderwijs.
Buiten Brussel kan Frans aangeboden worden vanaf het derde leerjaar, op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal (Nederlands) voldoende beheersen.

Engels en/of Duits kan facultatief aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen. De school maakt zelf de inschatting of leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om in aanmerking te komen voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits. Voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits zijn geen eindtermen vastgelegd. De school kiest zelf de inhoud.

Meer info op https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=15073.
In de Moeilijke woordenlijst lees je wat onder talensensibilisering en taalinitiatie wordt verstaan.

 

Welke lessen krijg ik?

In het gewoon lager onderwijs zijn er 28 lestijden van 50 minuten per week. 
Gedurende 6 leerjaren leren de kinderen de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen.

Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast. 
De school bepaalt zelf de inhoud van het basisonderwijs, beslist zelf over haar tijdsbesteding en is vrij in de keuze van eigen pedagogische en onderwijskundige methodes. 
Scholen moeten wel rekening houden met de eindtermen die door de overheid werden vastgelegd voor 
6 leergebieden:

  • wiskunde,
  • wereldoriëntatie,
  • lichamelijke opvoeding,
  • Nederlands;
  • muzische vorming;
  • Frans (verplicht in 5de en 6de leerjaar maar veel scholen beginnen hier al vroeger mee:In Vlaanderen ten vroegste vanaf 3e leerjaar, in Brussel ten vroegste vanaf 1e leerjaar).

    Het vertalen van deze eindtermen en ontwikkelingsdoelen naar kwaliteitsvolle leerplannen gebeurt in de praktijk meestal door de koepels van de inrichtende machten/onderwijskoepels.
    Voor leraren zijn deze leerplannen een belangrijk instrument om dagelijks goed onderwijs te realiseren. Leerplannen stellen scholen in staat om het maatschappelijke minimum te realiseren én laten toch ruimte om eigen keuzes te maken.

Naast de eindtermen per leergebied zijn er ook leergebiedoverschrijdende eindtermen voor:

  • informatie- en communicatietechnologie;
  • leren leren;
  • sociale vaardigheden.

In de lagere scholen van het stedelijk, provinciaal en gemeenschapsonderwijs kiezen de ouders voor hun kind of het 1 van de erkende godsdiensten volgt, dan wel niet-confessionele zedenleer. 
In de vrije katholieke scholen volgen de kinderen katholieke godsdienst.

 

Waar kan ik "Lager Onderwijs (6de lj)" volgen ?

Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net:
Filteren op methodeschool:
Filteren op eigenschap:

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

 

Wie wordt toegelaten?

Toelatingsvoorwaarden lager onderwijs 6e leerjaar

Leerlingen vanaf 7 jaar mogen deelnemen aan het gewoon lager onderwijs, ongeacht of ze in het verleden 290 halve dagen aanwezig waren in een erkende Nederlandstalige kleuterschool.

 

Bijkomende taalvoorwaarden

Een taalbad is bedoeld voor leerlingen die echt Nederlands onkundig zijn.
De school kan (!) dit organiseren voor anderstalige nieuwkomers of voor leerlingen die een taalscreening hebben doorlopen. De school is niet verplicht om een leerling een taalbad te laten volgen.
Maar als de school beslist dat een leerling wel een taalbad moet volgen, kunnen de ouders dit niet weigeren. 

Leerlingen die beantwoorden aan de criteria van anderstalige nieuwkomer, moeten geen taalscreening doen.
Zij krijgen sowieso een aangepast taaltraject.  

Bij de inschrijving van je kind in het basisonderwijs moet je ook rekening houden met nog bijkomende regels rond het inschrijvingsrecht (voorrang, weigeringen, …). Lees hier meer over in de omzendbrief  BaO/2012/01.

Regelgeving basisonderwijs omzendbrief BaO/2001/10, 1.1 en 1.2 

 

Veranderen tijdens schooljaar

Veranderen van school kan altijd, ook in de loop van het schooljaar. Je moet wel rekening houden met de regels rond inschrijvingsrecht (cf. weigeringsgronden,…) en het feit dat de school beslist in welke ‘groepen’ of leerjaren ze de leerling indeelt.

 

Overzitten

Een school kan beslissen dat een leerling moet overzitten. De school moet daarbij wel enkele regels respecteren:

  • Voor ze deze beslissing neemt, kan ze hierover met het CLB overleggen;
  • De school motiveert schriftelijk aan de ouders waarom ze deze beslissing neemt en ze bespreekt dit ook met hen;
  • De school geeft ook aan waar er volgend schooljaar extra aandacht moet aan besteed worden.

 

Wat kan je behalen na "Lager Onderwijs (6de lj)" ?

Wanneer de klassenraad oordeelt dat je de leerstof van het lager onderwijs voldoende kent dan krijg je het getuigschrift basisonderwijs. Je moet dan naar het 1e leerjaar A van het secundair onderwijs.

Wanneer de klassenraad vindt dat je de leerstof van het lager onderwijs niet voldoende kent dan krijg je geen getuigschrift basisonderwijs en mag je niet naar het 1e leerjaar A van het secundair onderwijs. Je moet dan naar het 1e leerjaar B van het secundair onderwijs of je kan het 6e leerjaar overzitten.

Meer info:
de omzendbrief 'Het uitreiken van het getuigschrift Basisonderwijs';
de omzendbrief 'Zittenblijven in het basisonderwijs'.

Vervroegd? 

Ook wanneer je (nog) niet het volledig lager onderwijs hebt doorlopen kan de klassenraad beslissen om je het getuigschrift basisonderwijs toe te kennen.
Voorwaarde is dat je de doelen die in de eindtermen zijn opgenomen, hebt bereikt én minstens vier jaar hebt doorgebracht in de lagere school.
Bedoeling is bvb. een hoogbegaafde leerling uit het 4e of 5e leerjaar onmiddellijk naar het secundair onderwijs te laten overstappen.

Elke leerplichtige leerling die lager onderwijs via huisonderwijs volgt of in een niet-erkende school en geen getuigschrift van basisonderwijs heeft, kan dit behalen via de examencommissie.

 

Interessante links


Basisonderwijs: Leerplicht


Beroepeninfo: Beroepenhuis

Methodeonderwijs: Federatie Steinerscholen


Onderwijs Vlaanderen: School- en studietoelagen

Lager Onderwijs (6de lj)

 

Klik op de foto om te vergroten
 

Het lager onderwijs volgt op het kleuteronderwijs, bestaat uit 6 aaneensluitende leerjaren en duurt tot de aanvang van het secundair onderwijs.
Het is bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
Normalerwijze start een kind in het eerste leerjaar op 1 september van het jaar waarin het 6 jaar wordt.

Enkel voor de leerling die 14 jaar wordt vóór 1 januari van het lopend schooljaar én die nog een schooljaar lager onderwijs wil volgen, is een gunstig advies van de klassenraad.

Deze adviezen zijn niet vereist voor leerlingen van 13 jaar die lager onderwijs willen volgen. 
De ouders kunnen niet verplicht worden hun kind een achtste jaar lager onderwijs te laten volgen, ook al is er een gunstig advies van de klassenraad.

Een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan niet meer toegelaten worden tot het lager onderwijs.

In dit leerjaar wordt verder gewerkt op de verworvenheden van het vorige leerjaar.
Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast.
Scholen in Vlaanderen hebben een zekere autonomie. Zo bepaalt elke school zelf de inhoud van het basisonderwijs.
Elke school beslist zelf over haar tijdsbestedingen en is vrij in de keuze van haar eigen onderwijskundige methodes en werkvormen.
Zo zijn er scholen die onderwijs organiseren vanuit een typische filosofische achtergrond en/of pedagogische principes (Bv. Dalton, Freinet, Steiner, ...) .
Wel moet de school erover waken dat de eindtermen behaald worden.

Specifiek in het zesde leerjaar is wel de voorbereiding van de overgang naar het secundair onderwijs.

En wat betreft het talenonderwijs?

Er is sprake over formeel talenonderwijs, taalinitiatie en talensensibilisering.
Wat betreft het formeel talenonderwijs:

Frans
is verplicht in het vijfde en zesde leerjaar gewoon lager onderwijs en kan in Brussel aangeboden worden vanaf het eerste leerjaar gewoon lager onderwijs.
Buiten Brussel kan Frans aangeboden worden vanaf het derde leerjaar, op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal (Nederlands) voldoende beheersen.

Engels en/of Duits kan facultatief aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen. De school maakt zelf de inschatting of leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om in aanmerking te komen voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits. Voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits zijn geen eindtermen vastgelegd. De school kiest zelf de inhoud.

Meer info op https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=15073.
In de Moeilijke woordenlijst lees je wat onder talensensibilisering en taalinitiatie wordt verstaan.

Welke lessen krijg ik?

In het gewoon lager onderwijs zijn er 28 lestijden van 50 minuten per week. 
Gedurende 6 leerjaren leren de kinderen de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen.

Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast. 
De school bepaalt zelf de inhoud van het basisonderwijs, beslist zelf over haar tijdsbesteding en is vrij in de keuze van eigen pedagogische en onderwijskundige methodes. 
Scholen moeten wel rekening houden met de eindtermen die door de overheid werden vastgelegd voor 
6 leergebieden:

  • wiskunde,
  • wereldoriëntatie,
  • lichamelijke opvoeding,
  • Nederlands;
  • muzische vorming;
  • Frans (verplicht in 5de en 6de leerjaar maar veel scholen beginnen hier al vroeger mee:In Vlaanderen ten vroegste vanaf 3e leerjaar, in Brussel ten vroegste vanaf 1e leerjaar).

    Het vertalen van deze eindtermen en ontwikkelingsdoelen naar kwaliteitsvolle leerplannen gebeurt in de praktijk meestal door de koepels van de inrichtende machten/onderwijskoepels.
    Voor leraren zijn deze leerplannen een belangrijk instrument om dagelijks goed onderwijs te realiseren. Leerplannen stellen scholen in staat om het maatschappelijke minimum te realiseren én laten toch ruimte om eigen keuzes te maken.

Naast de eindtermen per leergebied zijn er ook leergebiedoverschrijdende eindtermen voor:

  • informatie- en communicatietechnologie;
  • leren leren;
  • sociale vaardigheden.

In de lagere scholen van het stedelijk, provinciaal en gemeenschapsonderwijs kiezen de ouders voor hun kind of het 1 van de erkende godsdiensten volgt, dan wel niet-confessionele zedenleer. 
In de vrije katholieke scholen volgen de kinderen katholieke godsdienst.

Waar kan ik "Lager Onderwijs (6de lj)" volgen ?

  Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net
   
Filteren op methodeschool:
Filteren op eigenschap:
 
   

Wie wordt toegelaten?

Toelatingsvoorwaarden lager onderwijs 6e leerjaar

Leerlingen vanaf 7 jaar mogen deelnemen aan het gewoon lager onderwijs, ongeacht of ze in het verleden 290 halve dagen aanwezig waren in een erkende Nederlandstalige kleuterschool.

 

Bijkomende taalvoorwaarden

Een taalbad is bedoeld voor leerlingen die echt Nederlands onkundig zijn.
De school kan (!) dit organiseren voor anderstalige nieuwkomers of voor leerlingen die een taalscreening hebben doorlopen. De school is niet verplicht om een leerling een taalbad te laten volgen.
Maar als de school beslist dat een leerling wel een taalbad moet volgen, kunnen de ouders dit niet weigeren. 

Leerlingen die beantwoorden aan de criteria van anderstalige nieuwkomer, moeten geen taalscreening doen.
Zij krijgen sowieso een aangepast taaltraject.  

Bij de inschrijving van je kind in het basisonderwijs moet je ook rekening houden met nog bijkomende regels rond het inschrijvingsrecht (voorrang, weigeringen, …). Lees hier meer over in de omzendbrief  BaO/2012/01.

Regelgeving basisonderwijs omzendbrief BaO/2001/10, 1.1 en 1.2 

 

Veranderen tijdens schooljaar

Veranderen van school kan altijd, ook in de loop van het schooljaar. Je moet wel rekening houden met de regels rond inschrijvingsrecht (cf. weigeringsgronden,…) en het feit dat de school beslist in welke ‘groepen’ of leerjaren ze de leerling indeelt.

 

Overzitten

Een school kan beslissen dat een leerling moet overzitten. De school moet daarbij wel enkele regels respecteren:

  • Voor ze deze beslissing neemt, kan ze hierover met het CLB overleggen;
  • De school motiveert schriftelijk aan de ouders waarom ze deze beslissing neemt en ze bespreekt dit ook met hen;
  • De school geeft ook aan waar er volgend schooljaar extra aandacht moet aan besteed worden.

Wat kan je behalen na "Lager Onderwijs (6de lj)" ?

Wanneer de klassenraad oordeelt dat je de leerstof van het lager onderwijs voldoende kent dan krijg je het getuigschrift basisonderwijs. Je moet dan naar het 1e leerjaar A van het secundair onderwijs.

Wanneer de klassenraad vindt dat je de leerstof van het lager onderwijs niet voldoende kent dan krijg je geen getuigschrift basisonderwijs en mag je niet naar het 1e leerjaar A van het secundair onderwijs. Je moet dan naar het 1e leerjaar B van het secundair onderwijs of je kan het 6e leerjaar overzitten.

Meer info:
de omzendbrief 'Het uitreiken van het getuigschrift Basisonderwijs';
de omzendbrief 'Zittenblijven in het basisonderwijs'.

Vervroegd? 

Ook wanneer je (nog) niet het volledig lager onderwijs hebt doorlopen kan de klassenraad beslissen om je het getuigschrift basisonderwijs toe te kennen.
Voorwaarde is dat je de doelen die in de eindtermen zijn opgenomen, hebt bereikt én minstens vier jaar hebt doorgebracht in de lagere school.
Bedoeling is bvb. een hoogbegaafde leerling uit het 4e of 5e leerjaar onmiddellijk naar het secundair onderwijs te laten overstappen.

Elke leerplichtige leerling die lager onderwijs via huisonderwijs volgt of in een niet-erkende school en geen getuigschrift van basisonderwijs heeft, kan dit behalen via de examencommissie.

Interessante links


Basisonderwijs: Leerplicht


Beroepeninfo: Beroepenhuis

Methodeonderwijs: Federatie Steinerscholen


Onderwijs Vlaanderen: School- en studietoelagen