Lager Onderwijs (1ste lj)

 

Het lager onderwijs volgt op het kleuteronderwijs, bestaat uit 6 aaneensluitende leerjaren en duurt tot de start van het secundair onderwijs.
Het is bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
Normalerwijze start een kind in het eerste leerjaar op 1 september van het jaar waarin het 6 jaar wordt. Om te kunnen starten op 6 jaar in het gewoon lager onderwijs, moet je kind in het vorig schooljaar minstens 290 halve dagen aanwezig geweest zijn in een Nederlandstalige kleuterschool. 
Indien je kind niet voldoende aanwezig was, beslist de klassenraad of je kind mag instappen in het gewoon lager onderwijs of nog een jaar kleuteronderwijs moet volgen. 
Bepaalde afwezigheden om specifieke redenen (vb. ziekte...) kunnen door de directie aanvaard worden. 

Het minimum aantal jaren dat een leerling in het lager onderwijs ‘moet’ doorbrengen wordt niet langer vastgelegd in de regelgeving met dien verstande dat het getuigschrift lager onderwijs pas kan uitgereikt worden aan regelmatige leerlingen die voor 1 januari van het lopende schooljaar al acht jaar geworden zijn.

In het eerste leerjaar leren de kinderen simpele woorden lezen en schrijven.
Ze leren gemakkelijke wiskundige oefeningetjes oplossen en tellen.
Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast.
Scholen in Vlaanderen hebben een zekere autonomie.
Zo bepaalt elke school zelf de inhoud van het basisonderwijs.
Elke school beslist zelf over haar tijdsbestedingen en is vrij in de keuze van haar eigen onderwijskundige methodes en werkvormen.
Zo zijn er scholen die onderwijs organiseren vanuit een typische filosofische achtergrond en/of pedagogische principes (Bv. Dalton, Freinet, Steiner, ...) .
Wel moet de school erover waken dat de eindtermen behaald worden.

En wat betreft het talenonderwijs?

Er is sprake over formeel talenonderwijs, taalinitiatie en talensensibilisering.
Wat betreft het formeel talenonderwijs:

Frans
is verplicht in het vijfde en zesde leerjaar gewoon lager onderwijs en kan in Brussel aangeboden worden vanaf het eerste leerjaar gewoon lager onderwijs.
Buiten Brussel kan Frans aangeboden worden vanaf het derde leerjaar, op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal (Nederlands) voldoende beheersen.

Engels en/of Duits kan facultatief aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen. De school maakt zelf de inschatting of leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om in aanmerking te komen voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits. Voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits zijn geen eindtermen vastgelegd. De school kiest zelf de inhoud.

Meer info op https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=15073.
In de Moeilijke woordenlijst lees je wat onder talensensibilisering en taalinitiatie wordt verstaan.

 

Welke lessen krijg ik?

In het gewoon lager onderwijs zijn er 28 lestijden van 50 minuten per week. 
Gedurende 6 leerjaren leren de kinderen de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen.

Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast. 
De school bepaalt zelf de inhoud van het basisonderwijs, beslist zelf over haar tijdsbesteding en is vrij in de keuze van eigen pedagogische en onderwijskundige methodes. 

 

Waar kan ik "Lager Onderwijs (1ste lj)" volgen ?

Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net:
Filteren op methodeschool:
Filteren op eigenschap:

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

 

Wie wordt toegelaten?

Dit zijn de voorwaarden die gelden voor leerlingen die zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar.

Er kunnen zich 3 mogelijke situaties voordoen: 

1) Je 6-jarig kind was voordien ten minste 290 halve dagen aanwezig in een Nederlandstalige kleuterschool:

  • Je kind wordt toegelaten tot het lager onderwijs.
  • Als de kleuterschool een negatief advies geeft over de kennis van het Nederlands dan moet je kind een taalintegratietraject volgen. 

2) Je 6-jarig kind was voordien geen 290 halve dagen aanwezig in een Nederlandstalige kleuterschool:

  • Je kind wordt toegelaten als de kleuterschool een positief advies gaf.
  • Bij een negatief advies van de laatste kleuterschool kan de lagere school toch een positieve beslissing nemen om de leerling toe te laten. Heeft het negatieve advies te maken met een gebrek aan kennis van het Nederlands moet dan wel een taalintegratietraject volgen.

 

Bij een negatief advies van de kleuterschool maar ook bij een negatieve beslissing van de lagere  school  kan de 6-jarige leerling niet starten in het 1e leerjaar lager onderwijs.
De kleuterschool of de lagere school motiveert in een schrijven aan de ouders de redenen van dit negatief advies of deze negatieve beslissing. De ouders kunnen deze negatieve beslissing niet aanvechten. 

3) Je 6-jarig kind was voordien niet ingeschreven in een Nederlandstalige kleuterschool:

  • De lagere school kan zelf beslissen om je kind toe te laten.
  • De lagere school kan ook beslissen om je kind toe te laten én het verplichten om een taalintegratietraject te volgen. 

Is de beslissing negatief? Dan motiveert  de school in schrijven aan de ouders de redenen van dit deze negatieve beslissing. De ouders kunnen deze negatieve beslissing niet aanvechten. 

Bij de inschrijving van je kind in het basisonderwijs moet je ook rekening houden met nog bijkomende regels rond het inschrijvingsrecht (voorrang, weigeringen, …). Lees hier meer over in de omzendbrief  BaO/2012/01

Regelgeving basisonderwijs omzendbrief BaO/2001/101.1 en 1.2 

 

Veranderen tijdens schooljaar 

Het gunstig advies of het ontbreken van een advies van de klassenraad kleuteronderwijs om een leerling die minder dan 290 halve dagen kleuteronderwijs gevolgd heeft toe te laten tot het lager onderwijs geldt als toelating tot elke lagere school. Indien een leerling dus van school verandert, kan de school voor lager onderwijs in dit geval niet weigeren op basis van de toelatingsvoorwaarden. 

Bij negatief advies van de klassenraad kleuteronderwijs, geldt de beslissing van de klassenraad lager onderwijs enkel voor de desbetreffende lagere school en geldt deze beslissing niet voor een andere school. In geval van een schoolverandering moet elke klassenraad van de school voor lager onderwijs  dan beslissen over de toelating van een leerling. Bij een schoolverandering is het de verantwoordelijkheid van de nieuwe school om de toelatingsvoorwaarden toe te passen.

Verder moet je rekening houden met de regels rond inschrijvingsrecht (cf. weigeringsgronden,…) en het feit dat de school beslist in welke ‘groepen’ of leerjaren ze de leerling indeelt. 

 

Toelatingsvoorwaarden voor kinderen jonger dan 6 jaar 

(= al wie jonger is dan 6 jaar op 31/12 van het lopende schooljaar)

Een kind jonger dan 6 jaar kan vervroegd naar het 1e leerjaar:

  • als de ouders het vragen aan de school;
  • als de school aan de ouders voorstelt.

Er zijn dan 2 mogelijkheden:

  1. Deze leerling jonger dan 6 jaar was vorig schooljaar ingeschreven in een Nederlandstalige school.

Voorwaarden om ingeschreven te worden:

  • Een positief advies van de laatste kleuterschool.
  • Bij een negatief advies van de laatste kleuterschool kan de lagere school toch een positieve beslissing nemen om de leerling toe te laten. Heeft het negatieve advies te maken met een gebrek aan kennis van het Nederlands moet dan wel een taalintegratietraject volgen.

Je kan ook advies vragen aan het CLB. 

Bij een negatief advies van de kleuterschool en bij een negatieve beslissing van de lagere  school  kan deze leerling niet starten in het 1e leerjaar lager onderwijs in die school voor het lager onderwijs .
De kleuterschool of de lagere school motiveert in schrijven aan de ouders de redenen van dit negatief advies of deze negatieve beslissing.

        2. Deze leerling jonger dan 6 jaar was vorig schooljaar niet ingeschreven in een Nederlandstalige school

Voorwaarden om ingeschreven te worden:

  • Als de lagere school een gunstige beslissing neemt, kan deze leerling starten in het het 1e leerjaar van de lagere school.

De lagere school beslist ook of er taalintegratietraject moet gevolgd worden of niet.

Bij een negatieve beslissing van de lagere  school  kan deze leerling niet starten in het 1e leerjaar lager onderwijs.

De lagere school motiveert in een schrijven aan de ouders de redenen van deze negatieve beslissing. De ouders kunnen deze negatieve beslissing niet aanvechten. 

Uiteindelijk nemen de ouders dan de beslissing om kind jonger dan 6 jaar al dan niet in te schrijven bij een positieve beslissing van de lagere school.

 

Belangrijk: Tussen 10 oktober en 30 november neemt de school een verplichte taalscreening af van alle 5-jarigen.  Ook van zij die vervroegd in het 1e leerjaar zitten. Als de taalscreening toont dat je kind het Nederlands onvoldoende beheerst, moet hij/zij een taalintegratietraject Nederlands volgen.
Leerlingen die beantwoorden aan de criteria van anderstalige nieuwkomer, moeten geen taalscreening doen. Zij krijgen sowieso een aangepast taaltraject. 

Bij de inschrijving van je kind in het basisonderwijs moet je ook rekening houden met nog bijkomende regels rond het inschrijvingsrecht (voorrang, weigeringen, …). Lees hier meer over in de omzendbrief BaO/2012/01

Regelgeving basisonderwijs omzendbrief BaO/2001/101.1 en 1.2

 

Veranderen tijdens schooljaar 

Het gunstig advies van de klassenraad kleuteronderwijs om een leerling toe te laten tot het lager onderwijs geldt als toelating tot elke lagere school. Indien een leerling dus van school verandert, kan de school voor lager onderwijs in dit geval niet weigeren op basis van de toelatingsvoorwaarden.

Bij negatief advies van de klassenraad kleuteronderwijs, geldt de beslissing van de klassenraad lager onderwijs enkel voor de desbetreffende lagere school en geldt deze beslissing niet voor een andere school. In geval van een schoolverandering moet elke klassenraad van de school voor lager onderwijs  dan beslissen over de toelating van een leerling. Bij een schoolverandering is het de verantwoordelijkheid van de nieuwe school om de toelatingsvoorwaarden toe te passen.

Veranderen van school kan altijd, ook in de loop van het schooljaar. Je moet wel rekening houden met de regels rond inschrijvingsrecht (cf. weigeringsgronden,…) en het feit dat de school beslist in welke ‘groepen’ of leerjaren ze de leerling indeelt. 

 

Overzitten 

Een school kan beslissen dat een leerling moet overzitten. De school moet daarbij wel enkele regels respecteren: 

  • Voor ze deze beslissing neemt, kan ze hierover met het CLB overleggen.
  • De school motiveert schriftelijk aan de ouders waarom ze deze beslissing  neemt en ze bespreekt dit ook met hen.
  • De school geeft ook aan waar er volgend schooljaar extra aandacht moet aan besteed worden.  

 

Interessante links

Basisonderwijs: Leerplicht


Methodeonderwijs: Federatie Steinerscholen


Onderwijs Vlaanderen: School- en studietoelagen

Lager Onderwijs (1ste lj)

 

Klik op de foto om te vergroten
 

Het lager onderwijs volgt op het kleuteronderwijs, bestaat uit 6 aaneensluitende leerjaren en duurt tot de start van het secundair onderwijs.
Het is bedoeld voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
Normalerwijze start een kind in het eerste leerjaar op 1 september van het jaar waarin het 6 jaar wordt. Om te kunnen starten op 6 jaar in het gewoon lager onderwijs, moet je kind in het vorig schooljaar minstens 290 halve dagen aanwezig geweest zijn in een Nederlandstalige kleuterschool. 
Indien je kind niet voldoende aanwezig was, beslist de klassenraad of je kind mag instappen in het gewoon lager onderwijs of nog een jaar kleuteronderwijs moet volgen. 
Bepaalde afwezigheden om specifieke redenen (vb. ziekte...) kunnen door de directie aanvaard worden. 

Het minimum aantal jaren dat een leerling in het lager onderwijs ‘moet’ doorbrengen wordt niet langer vastgelegd in de regelgeving met dien verstande dat het getuigschrift lager onderwijs pas kan uitgereikt worden aan regelmatige leerlingen die voor 1 januari van het lopende schooljaar al acht jaar geworden zijn.

In het eerste leerjaar leren de kinderen simpele woorden lezen en schrijven.
Ze leren gemakkelijke wiskundige oefeningetjes oplossen en tellen.
Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast.
Scholen in Vlaanderen hebben een zekere autonomie.
Zo bepaalt elke school zelf de inhoud van het basisonderwijs.
Elke school beslist zelf over haar tijdsbestedingen en is vrij in de keuze van haar eigen onderwijskundige methodes en werkvormen.
Zo zijn er scholen die onderwijs organiseren vanuit een typische filosofische achtergrond en/of pedagogische principes (Bv. Dalton, Freinet, Steiner, ...) .
Wel moet de school erover waken dat de eindtermen behaald worden.

En wat betreft het talenonderwijs?

Er is sprake over formeel talenonderwijs, taalinitiatie en talensensibilisering.
Wat betreft het formeel talenonderwijs:

Frans
is verplicht in het vijfde en zesde leerjaar gewoon lager onderwijs en kan in Brussel aangeboden worden vanaf het eerste leerjaar gewoon lager onderwijs.
Buiten Brussel kan Frans aangeboden worden vanaf het derde leerjaar, op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal (Nederlands) voldoende beheersen.

Engels en/of Duits kan facultatief aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen. De school maakt zelf de inschatting of leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om in aanmerking te komen voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits. Voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits zijn geen eindtermen vastgelegd. De school kiest zelf de inhoud.

Meer info op https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=15073.
In de Moeilijke woordenlijst lees je wat onder talensensibilisering en taalinitiatie wordt verstaan.

Welke lessen krijg ik?

In het gewoon lager onderwijs zijn er 28 lestijden van 50 minuten per week. 
Gedurende 6 leerjaren leren de kinderen de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen.

Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast. 
De school bepaalt zelf de inhoud van het basisonderwijs, beslist zelf over haar tijdsbesteding en is vrij in de keuze van eigen pedagogische en onderwijskundige methodes. 

Waar kan ik "Lager Onderwijs (1ste lj)" volgen ?

  Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net
   
Filteren op methodeschool:
Filteren op eigenschap:
 
   

Wie wordt toegelaten?

Dit zijn de voorwaarden die gelden voor leerlingen die zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar.

Er kunnen zich 3 mogelijke situaties voordoen: 

1) Je 6-jarig kind was voordien ten minste 290 halve dagen aanwezig in een Nederlandstalige kleuterschool:

  • Je kind wordt toegelaten tot het lager onderwijs.
  • Als de kleuterschool een negatief advies geeft over de kennis van het Nederlands dan moet je kind een taalintegratietraject volgen. 

2) Je 6-jarig kind was voordien geen 290 halve dagen aanwezig in een Nederlandstalige kleuterschool:

  • Je kind wordt toegelaten als de kleuterschool een positief advies gaf.
  • Bij een negatief advies van de laatste kleuterschool kan de lagere school toch een positieve beslissing nemen om de leerling toe te laten. Heeft het negatieve advies te maken met een gebrek aan kennis van het Nederlands moet dan wel een taalintegratietraject volgen.

 

Bij een negatief advies van de kleuterschool maar ook bij een negatieve beslissing van de lagere  school  kan de 6-jarige leerling niet starten in het 1e leerjaar lager onderwijs.
De kleuterschool of de lagere school motiveert in een schrijven aan de ouders de redenen van dit negatief advies of deze negatieve beslissing. De ouders kunnen deze negatieve beslissing niet aanvechten. 

3) Je 6-jarig kind was voordien niet ingeschreven in een Nederlandstalige kleuterschool:

  • De lagere school kan zelf beslissen om je kind toe te laten.
  • De lagere school kan ook beslissen om je kind toe te laten én het verplichten om een taalintegratietraject te volgen. 

Is de beslissing negatief? Dan motiveert  de school in schrijven aan de ouders de redenen van dit deze negatieve beslissing. De ouders kunnen deze negatieve beslissing niet aanvechten. 

Bij de inschrijving van je kind in het basisonderwijs moet je ook rekening houden met nog bijkomende regels rond het inschrijvingsrecht (voorrang, weigeringen, …). Lees hier meer over in de omzendbrief  BaO/2012/01

Regelgeving basisonderwijs omzendbrief BaO/2001/101.1 en 1.2 

 

Veranderen tijdens schooljaar 

Het gunstig advies of het ontbreken van een advies van de klassenraad kleuteronderwijs om een leerling die minder dan 290 halve dagen kleuteronderwijs gevolgd heeft toe te laten tot het lager onderwijs geldt als toelating tot elke lagere school. Indien een leerling dus van school verandert, kan de school voor lager onderwijs in dit geval niet weigeren op basis van de toelatingsvoorwaarden. 

Bij negatief advies van de klassenraad kleuteronderwijs, geldt de beslissing van de klassenraad lager onderwijs enkel voor de desbetreffende lagere school en geldt deze beslissing niet voor een andere school. In geval van een schoolverandering moet elke klassenraad van de school voor lager onderwijs  dan beslissen over de toelating van een leerling. Bij een schoolverandering is het de verantwoordelijkheid van de nieuwe school om de toelatingsvoorwaarden toe te passen.

Verder moet je rekening houden met de regels rond inschrijvingsrecht (cf. weigeringsgronden,…) en het feit dat de school beslist in welke ‘groepen’ of leerjaren ze de leerling indeelt. 

 

Toelatingsvoorwaarden voor kinderen jonger dan 6 jaar 

(= al wie jonger is dan 6 jaar op 31/12 van het lopende schooljaar)

Een kind jonger dan 6 jaar kan vervroegd naar het 1e leerjaar:

  • als de ouders het vragen aan de school;
  • als de school aan de ouders voorstelt.

Er zijn dan 2 mogelijkheden:

  1. Deze leerling jonger dan 6 jaar was vorig schooljaar ingeschreven in een Nederlandstalige school.

Voorwaarden om ingeschreven te worden:

  • Een positief advies van de laatste kleuterschool.
  • Bij een negatief advies van de laatste kleuterschool kan de lagere school toch een positieve beslissing nemen om de leerling toe te laten. Heeft het negatieve advies te maken met een gebrek aan kennis van het Nederlands moet dan wel een taalintegratietraject volgen.

Je kan ook advies vragen aan het CLB. 

Bij een negatief advies van de kleuterschool en bij een negatieve beslissing van de lagere  school  kan deze leerling niet starten in het 1e leerjaar lager onderwijs in die school voor het lager onderwijs .
De kleuterschool of de lagere school motiveert in schrijven aan de ouders de redenen van dit negatief advies of deze negatieve beslissing.

        2. Deze leerling jonger dan 6 jaar was vorig schooljaar niet ingeschreven in een Nederlandstalige school

Voorwaarden om ingeschreven te worden:

  • Als de lagere school een gunstige beslissing neemt, kan deze leerling starten in het het 1e leerjaar van de lagere school.

De lagere school beslist ook of er taalintegratietraject moet gevolgd worden of niet.

Bij een negatieve beslissing van de lagere  school  kan deze leerling niet starten in het 1e leerjaar lager onderwijs.

De lagere school motiveert in een schrijven aan de ouders de redenen van deze negatieve beslissing. De ouders kunnen deze negatieve beslissing niet aanvechten. 

Uiteindelijk nemen de ouders dan de beslissing om kind jonger dan 6 jaar al dan niet in te schrijven bij een positieve beslissing van de lagere school.

 

Belangrijk: Tussen 10 oktober en 30 november neemt de school een verplichte taalscreening af van alle 5-jarigen.  Ook van zij die vervroegd in het 1e leerjaar zitten. Als de taalscreening toont dat je kind het Nederlands onvoldoende beheerst, moet hij/zij een taalintegratietraject Nederlands volgen.
Leerlingen die beantwoorden aan de criteria van anderstalige nieuwkomer, moeten geen taalscreening doen. Zij krijgen sowieso een aangepast taaltraject. 

Bij de inschrijving van je kind in het basisonderwijs moet je ook rekening houden met nog bijkomende regels rond het inschrijvingsrecht (voorrang, weigeringen, …). Lees hier meer over in de omzendbrief BaO/2012/01

Regelgeving basisonderwijs omzendbrief BaO/2001/101.1 en 1.2

 

Veranderen tijdens schooljaar 

Het gunstig advies van de klassenraad kleuteronderwijs om een leerling toe te laten tot het lager onderwijs geldt als toelating tot elke lagere school. Indien een leerling dus van school verandert, kan de school voor lager onderwijs in dit geval niet weigeren op basis van de toelatingsvoorwaarden.

Bij negatief advies van de klassenraad kleuteronderwijs, geldt de beslissing van de klassenraad lager onderwijs enkel voor de desbetreffende lagere school en geldt deze beslissing niet voor een andere school. In geval van een schoolverandering moet elke klassenraad van de school voor lager onderwijs  dan beslissen over de toelating van een leerling. Bij een schoolverandering is het de verantwoordelijkheid van de nieuwe school om de toelatingsvoorwaarden toe te passen.

Veranderen van school kan altijd, ook in de loop van het schooljaar. Je moet wel rekening houden met de regels rond inschrijvingsrecht (cf. weigeringsgronden,…) en het feit dat de school beslist in welke ‘groepen’ of leerjaren ze de leerling indeelt. 

 

Overzitten 

Een school kan beslissen dat een leerling moet overzitten. De school moet daarbij wel enkele regels respecteren: 

  • Voor ze deze beslissing neemt, kan ze hierover met het CLB overleggen.
  • De school motiveert schriftelijk aan de ouders waarom ze deze beslissing  neemt en ze bespreekt dit ook met hen.
  • De school geeft ook aan waar er volgend schooljaar extra aandacht moet aan besteed worden.  

Interessante links

Basisonderwijs: Leerplicht


Methodeonderwijs: Federatie Steinerscholen


Onderwijs Vlaanderen: School- en studietoelagen