Methodeonderwijs

Wat?

Methodeonderwijs is een verzamelnaam voor scholen die:

  • ofwel hun onderwijs niet volgens het 'gewone systeem' organiseren, maar vanuit een bepaalde pedagogische achtergrond en methodische aanpak.
    Het kan gaan om de totale school, maar ook enkel om de eerste graad of om een bepaalde onderwijsvorm.
    De gehanteerde benaming kan per school verschillen (bv. Didasco, Cognosco, Begeleid Zelfstandig leren, ..);
  • ofwel scholen die werken vanuit een typische filosofische en ideologische achtergrond op basis van een uitgesproken mens- en maatschappijbeeld.
    Deze scholen steunen op bestaande pedagogische concepten van bv. Steiner,  Parkhurst, Freinet, Montessori, Dalton, Decroly, Petersen en Medaer, Jenaplan,… of werken volgens het model van ervaringsgericht onderwijs.
    Soms worden er hogere verwachtingen aan de ouders gesteld inzake participatie aan zowel het schoolbeleid als aan het dagelijks functioneren.

De scholen groeperen zich onder verschillende koepels.
De meesten zijn aangesloten bij de Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM) of de Federatie van  R. Steinerscholen (FRSV).
Maar je vindt ze evengoed binnen de traditionele netten.

 

Daltononderwijs

De Daltonfilosofie gaat uit van het idee dat ieder mens in staat is tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving.
Dit is trouwens een voorwaarde om goed te kunnen functioneren in een democratische samenleving.
Dalton is een manier van werken en omgaan met elkaar.
Een daltonschool schept ruimte en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak.
De leerkracht onderzoekt steeds opnieuw wat een individuele leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen.
De leerkracht schept de voorwaarden zodat iedere leerling zich kan ontplooien.
In de daltonpedagogiek is de rol van de leerkracht meer coachend en begeleidend en minder puur gericht op kennisoverdracht. 
Volgende 3 principes vormen het uitgangspunt van de Dalton-aanpak:

  • vrijheid in gebondenheid,
  • zelfstandigheid en
  • samenwerken
 

Ervaringsgericht onderwijs

De klemtoon ligt hier op: emotionele ontwikkeling, de kwaliteit van het leerproces, ontwikkeling in de breedte en meer verbondenheid.
Diepgaand leren op het tempo en het niveau van de leerling staan centraal.
Van de leerkracht worden aanvaarding, echtheid en empathie verwacht.
De leerkracht zorgt ervoor dat kinderen uitgenodigd worden initiatief te nemen.
Op basis van observatie komen zij tussenbeide.
Er is veel ruimte voor gesprek met de kinderen. Welbevinden en betrokkenheid van de leerling zijn de codewoorden.

 

Freinetonderwijs

Hier werkt men volgens de pedagogie van Celestin Freinet.
De basisprincipes van dit onderwijs zijn:

  • Het onderwijs is ervaringsgericht: zelf ontdekken, onderzoeken en uitproberen is de basis van het leren, experimenteren, samenwerken met anderen;
  • Kinderen werken graag (een kamp bouwen, een verhaal schrijven, een tekening maken...).
    Het is hun 'natuurlijk bezig zijn', veel meer dan vrijblijvend spelen (bv. computerspelletjes).
    Dat laatste doen kinderen meestal maar wanneer ze zich vervelen;
  • De natuur van het kind moet gerespecteerd worden en in principe zijn kinderen en volwassenen gelijkwaardig;
  • De leerkracht moet rekening houden met alle facetten van elk kind in de klas.

Leerkrachten in Freinetscholen geven geen cijfers en blijven zoveel mogelijk op de achtergrond.
Ze zorgen eerder voor een inspirerend klasklimaat.
Leerlingen mogen in heel veel dingen mee beslissen.

 

Jenaplanonderwijs

In een Jenaplanschool richt men zich op volgende 4 basisactiviteiten:

  • spreken,
  • spelen,
  • werken,
  • vieren.

Deze afwisseling vind je terug in een ritmisch weekplan.
De kinderen zitten samen in groepen die bestaan uit verschillende leeftijden.
Elke groep heeft een eigen werkruimte en een(huiselijke) kring.
Kinderen werken er zelfstandig en op hun eigen tempo.
Ervaringsgericht leren  staat centraal in deze pedagogie die vooral in Nederland sterk vertegenwoordigd is.

Hoewel elke Jenaplanschool verschillend is, werkt men volgens dezelfde uitgangspunten:

  • respect voor zichzelf, de anderen en de natuur,
  • aandacht voor de groep,
  • heterogene stamgroepen in plaats van een jaarklassysteem,
  • gericht op opvoeding (het verwerven van sociale en emotionele vaardigheden naast schoolse kennis) en bijgevolg op samenwerking met ouders,
  • aandacht voor de unieke behoeften van elk kind,
  • focus op zelfstandig werken.
  • Men werkt niet met cijferrapporten.
 

Leefschoolonderwijs

Het begrip ‘Leefschool’ is gebaseerd op volgende 5 pijlers:

  • geborgenheid en veiligheid;
  • het Wij- gevoel;
  • kiezen;
  • ordenen, begrijpen en leren door te doen;
  • initiatief nemen, evalueren en filosoferen.

Leerlingen zitten samen in een leefgroep (2 tot 3 leeftijden) met 1 tot 2 begeleiders.
Bedoeling is : leren van en met elkaar.
Het verwerken van de leerstof  gebeurt via ervaringsgericht leren.
Door middel van projectwerk worden de kinderen actief betrokken bij hetgeen er rondom hen gebeurt.
Er wordt over gewaakt dat alle leergebieden en –domeinen geïntegreerd aan bod komen.
Men streeft in een niet-competitief klimaat naar succeservaringen bij elk kind.
Zelfevaluatie, respect voor ieders vrijheid en mening en samen bindende en duidelijke afspraken maken (kinderen, begeleiders en ouders) zijn belangrijk.
Enkele secundaire scholen en verschillende basisscholen kiezen voor deze aanpak.

 

Montessori-onderwijs

Montessorischolen zijn scholen zonder vast lessenrooster, zonder zittenblijven en zonder cijferbeoordelingssysteem.
Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in één groep.
Ieder kind werkt voor zichzelf en krijgt de kans om op eigen tempo te evolueren.
Dit houdt ook in dat niet elk kind op hetzelfde moment dezelfde leerstof zal krijgen.
Dat is meteen  het grote verschil met het traditionele onderwijs.
Het gaat om het zelf ervaren binnen een stimulerende omgeving met specifiek ontwikkelingsmateriaal.

Centraal staan in dit onderwijs :

  • respect voor het eigen ritme en kunnen van het kind,
  • ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid,
  • zelfstandig werken

De Montessorigedachte wordt samengevat in de uitspraak: "Leer het mij zelf te doen".
Het onderwijs past erg bij ondernemende, zelfstandige kinderen.

In Vlaanderen komen relatief weinig Nederlandstalige Montessorischolen voor.

 

Muzisch onderwijs

Het gaat hier om een basisschool die niet enkel wil werken aan de eenzijdige intellectuele ontwikkeling van de leerling.
Daarom wordt er een flinke portie kunst aan toegevoegd.
Muzische vorming wordt geïntegreerd in andere leerdomeinen.
Tijdens de schooluren ontdekken de kinderen muziek, beeld, woord en beweging.
Sommige scholen werken hiervoor samen met een muziekacademie, een cultuurcentrum, een bibliotheek… of organiseren culturele uitstappen, een jaarlijkse musical, hebben een schoolkoor… .

 

Onderwijs met de Bijbel

Het uitgangspunt van het pedagogisch project is Jezus Christus.  
De Bijbel is voor elke leerkracht de maatstaf en leidraad waaraan ook de lesinhouden getoetst worden.
In de lestijden Bijbel (2-3 lesuren per week) wordt het Oude en het Nieuwe Testament onderwezen.
In de overige lessen worden Bijbelse principes onderwezen en voorgeleefd (attitude, levenshouding), zodat ze het hele schoolgebeuren doordringen.
Gebed heeft een belangrijke plaats op de school.

 

Steineronderwijs

De Steinerscholen werken vanuit een specifieke visie op onderwijs.
Het kind als persoon in ontwikkeling staat hierbij centraal.

Voornaamste doelstellingen:

  • Een brede en evenwichtige persoonsvorming, inclusief de sociale vorming.
    Een harmonieuze ontwikkeling van hoofd (verstand), hart (gevoel) en handen (daad- en scheppingskracht) staat voorop.
  • Die eigenschappen ontwikkelen die voor de leerling van belang zijn om zich later blijvend te willen en kunnen ontplooien.
  • Een onderwijs realiseren met een maatschappelijk vernieuwende impuls.
  • Bijdragen tot een goede basis voor innerlijke vrijheid, verantwoordelijkheid en moraliteit.

Belangrijkste uitgangspunten:

  • Elke leerling is een persoon met eigen talenten, een eigen voorgeschiedenis en individualiteit.
    Het is voor de leraar de kunst om een klimaat te scheppen waarin alle leerlingen in brede zin kunnen leren, met aandacht voor de eigenheid en de leerbehoeften van elk kind.
  • Elk kind of jongere kan met zijn unieke persoon iets toevoegen aan de wereld.
  • De ontplooiing van de sociale, kunstzinnige en ambachtelijke vaardigheden krijgt evenveel aandacht als de ontwikkeling van het denken.
  • De ontwikkeling van de mens kent specifieke wetmatigheden.
    De ontluikende kwaliteiten en vermogens vragen een leeftijdsgerichte aanpak.

Enkele kenmerken:

  • Kunstzinnige vakken worden aangeboden doorheen het hele curriculum van basis- en middelbare school.
  • De klasgroep wordt over meerdere schooljaren begeleid door een vaste klasleraar.
  • Meerdere leerinhouden worden onderwezen in periodes.
    Dan komen deze inhouden gedurende drie of meer weken elke dag aan bod.
 

Nuttige websites

Website methodescholen van de Vlaamse overheid

Steinerscholen

Freinetonderwijs

Ervaringsgericht onderwijs

Daltononderwijs