Moderne talen & wetenschappen      


In deze basisoptie leer je moderne vreemde talen en maak je kennis met wetenschap.

Moderne talen

Stel je voor dat je een nieuwe taal leert zoals Frans of Spaans. In deze lessen ga je niet alleen leren hoe je deze talen spreekt en schrijft, maar ook hoe mensen in andere landen leven. Bijvoorbeeld, je ontdekt wat kinderen in Spanje eten voor ontbijt of welke sporten populair zijn in Frankrijk.

  • Je ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen talen. Bijvoorbeeld, je zult zien hoe sommige woorden in het Frans lijken op die in het Engels, zoals "famille" en "family."
  • Je leert hoe mensen in andere landen leven.
  • Je oefent je spreek- en schrijfvaardigheden. Je gaat gesprekken voeren in een andere taal en korte verhalen of brieven schrijven.
  • Je leert over verschillende soorten verhalen. Denk aan het lezen van spannende avonturenboeken of grappige stripverhalen en misschien schrijf je zelf ook een kort verhaal!

Wetenschappen

In de wetenschapslessen ga je op onderzoek uit zoals een echte wetenschapper. Stel je voor dat je wilt weten waarom sommige planten sneller groeien dan andere. Je gaat een experiment opzetten, de planten verzorgen, en je bevindingen opschrijven.

Misschien ga je ook proberen om een simpele robot te bouwen of een vulkaan na te bootsen met soda en azijn. Door deze projecten leer je hoe de wereld om je heen werkt en hoe je wetenschappelijke methoden kunt toepassen om antwoorden te vinden.

In 2A leer je verder op wat je in 1A hebt geleerd. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook een basisoptie kiezen die past bij wat jij leuk vindt of goed kan. 

> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 25 uur per week)

Je krijgt deze vakken in elke school:

  • Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
  • Frans: je leert nieuwe woorden en oefent het spreken.
  • Wiskunde: rekenen, meten, logisch nadenken.
  • Engels: je leert woorden en eenvoudige gesprekken voeren
  • Natuurwetenschappen: over dieren, planten, en het menselijk lichaam
  • Techniek: dingen maken en onderzoeken hoe iets werkt.
  • Aardrijkskunde: landen, kaarten, natuur en klimaat.
  • Geschiedenis: leren over vroeger.
  • Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
  • Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
  • Godsdienst of zedenleer: nadenken over jezelf en anderen.
  • ICT: veilig en slim omgaan met computers.

> Basisoptie (5 uur per week)

Je kiest één basisoptie die bij je past. Bijvoorbeeld:

> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)

Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:

  • Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
  • Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
  • Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.

> Hoe leer je dit?

Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:

  • Projectweken organiseren naast lesweken
  • Vakken samenvoegen
  • Met thema’s werken over de verschillende vakken

Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.

Waar kan ik "Moderne talen & wetenschappen" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar A hangt af van het attest dat je behaalt.

Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.