
De basisoptie Voeding en horeca is bedoeld om je kennis te laten maken met verschillende soorten eten en de horeca-industrie. Je leert over materialen, hulpmiddelen en ingrediënten die vaak worden gebruikt in keukens, bakkerijen en restaurants. Dit kan je helpen kiezen of je later een opleiding in voeding en horeca wilt volgen.
- Je ontdekt hoe voeding en horeca belangrijk zijn in ons dagelijks leven.
-> Bijvoorbeeld, je leert waarom hygiëne belangrijk is in een restaurantkeuken.
- Je onderzoekt verschillende materialen en hulpmiddelen die in keukens worden gebruikt.
-> Bijvoorbeeld, je bekijkt hoe een keukenweegschaal werkt en waarom deze nauwkeurig moet zijn.
- Je maakt een plan voor een kookproject en voert dit uit.
-> Bijvoorbeeld, je plant en kookt een driegangenmaaltijd.
- Je leert hoe je voedsel veilig kunt bereiden en bewaren.
-> Bijvoorbeeld, je leert waarom het belangrijk is om rauw vlees apart te houden van andere ingrediënten.
- Je leert hoe je energiebronnen en materialen duurzaam kunt gebruiken.
-> Bijvoorbeeld, je bespreekt hoe je voedselverspilling kunt verminderen door restjes te gebruiken.
- Je oefent basiskooktechnieken.
-> Bijvoorbeeld, je leert hoe je een ei kunt koken of een eenvoudige taart kunt bakken.
- Je leert waarom een gezonde levensstijl en evenwichtige voeding belangrijk zijn.
-> Bijvoorbeeld, je maakt een voedingsschema voor een week dat zorgt voor voldoende vitaminen en mineralen.
- Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden.
-> Bijvoorbeeld, je leert hoe je vriendelijk en beleefd gasten kunt begroeten en bedienen.
- Je leert hoe je je netjes gedraagt in een restaurant en hoe je klanten kunt helpen.
-> Bijvoorbeeld, je oefent hoe je een bestelling opneemt en serveert.
- Je denkt na over wat je goed kunt en waar je nog in kunt groeien in de wereld van voeding en horeca.
-> Bijvoorbeeld, je maakt een lijst van je sterke punten en dingen die je nog wilt leren.
In 2A leer je verder op wat je in 1A hebt geleerd. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook een basisoptie kiezen die past bij wat jij leuk vindt of goed kan.
> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 25 uur per week)
Je krijgt deze vakken in elke school:
- Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
- Frans: je leert nieuwe woorden en oefent het spreken.
- Wiskunde: rekenen, meten, logisch nadenken.
- Engels: je leert woorden en eenvoudige gesprekken voeren
- Natuurwetenschappen: over dieren, planten, en het menselijk lichaam
- Techniek: dingen maken en onderzoeken hoe iets werkt.
- Aardrijkskunde: landen, kaarten, natuur en klimaat.
- Geschiedenis: leren over vroeger.
- Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
- Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
- Godsdienst of zedenleer: nadenken over jezelf en anderen.
- ICT: veilig en slim omgaan met computers.
> Basisoptie (5 uur per week)
Je kiest één basisoptie die bij je past. Bijvoorbeeld:
> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)
Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:
- Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
- Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
- Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.
> Hoe leer je dit?
Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:
- Projectweken organiseren naast lesweken
- Vakken samenvoegen
- Met thema’s werken over de verschillende vakken
Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.
Waar kan ik "Voeding en horeca" volgen ?
Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.
Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar A hangt af van het attest dat je behaalt.
Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.