
De basisoptie Maatschappij en welzijn helpt je meer te leren over hoe mensen met elkaar omgaan en hoe je goed voor jezelf en anderen kunt zorgen. Het gaat om begrijpen waarom mensen doen wat ze doen en hoe relaties en gezondheid werken.
- Je leert over hoe mensen zich gedragen en hoe ze met elkaar omgaan.
-> Bijvoorbeeld, waarom zijn sommige mensen altijd aardig en anderen soms gemeen?
- Je ontdekt hoe jouw omgeving en je persoonlijkheid je gezondheid en levensstijl beïnvloeden.
-> Denk aan hoe wonen in de stad anders is dan wonen op het platteland.
- Je leert hoe jouw persoonlijkheid zichtbaar kan worden in de manier waarop je leeft.
-> Bijvoorbeeld, een creatief persoon kan houden van schilderen of muziek maken.
-> Tijdens een andere les zou je kunnen werken aan een modedesign-project.
-> Je ontwerpt je eigen kledingstuk en leert hoe mode een manier kan zijn om je persoonlijkheid en gevoelens uit te drukken.
-> Je maakt kennis met verschillende stijlen en ontdekt welke kleuren en vormen het beste bij jou passen.
- Je vergelijkt je eigen gezondheidsgedrag met wat wetenschappers zeggen dat goed voor je is.
-> Bijvoorbeeld, eet jij genoeg groenten en fruit zoals ze adviseren?
- Je leert waarom een gezonde levensstijl belangrijk is, zowel voor jou als voor de samenleving.
-> Bijvoorbeeld, sporten houdt je gezond en maakt je gelukkiger.
-> Daarnaast zou je kunnen leren over de invloed van sociale media op je gezondheid en welzijn.
-> Bijvoorbeeld, hoe je gezond kunt blijven door niet te veel tijd online door te brengen en hoe je positieve online relaties kunt opbouwen.
- Je oefent sociale vaardigheden, zoals hoe je met anderen praat en je lichaamstaal gebruikt.
-> Stel dat je een nieuwe vriend maakt, hoe laat je zien dat je vriendelijk bent?
- Je verbetert je communicatievaardigheden in situaties die je herkent uit je eigen leven.
-> Bijvoorbeeld, hoe los je een ruzie op met een vriend door goed te luisteren en eerlijk te praten?
Deze lessen helpen je om beter te begrijpen hoe je gezond en gelukkig kunt leven en goed met anderen kunt omgaan.
In 2A leer je verder op wat je in 1A hebt geleerd. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook een basisoptie kiezen die past bij wat jij leuk vindt of goed kan.
> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 25 uur per week)
Je krijgt deze vakken in elke school:
- Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
- Frans: je leert nieuwe woorden en oefent het spreken.
- Wiskunde: rekenen, meten, logisch nadenken.
- Engels: je leert woorden en eenvoudige gesprekken voeren
- Natuurwetenschappen: over dieren, planten, en het menselijk lichaam
- Techniek: dingen maken en onderzoeken hoe iets werkt.
- Aardrijkskunde: landen, kaarten, natuur en klimaat.
- Geschiedenis: leren over vroeger.
- Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
- Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
- Godsdienst of zedenleer: nadenken over jezelf en anderen.
- ICT: veilig en slim omgaan met computers.
> Basisoptie (5 uur per week)
Je kiest één basisoptie die bij je past. Bijvoorbeeld:
> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)
Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:
- Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
- Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
- Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.
> Hoe leer je dit?
Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:
- Projectweken organiseren naast lesweken
- Vakken samenvoegen
- Met thema’s werken over de verschillende vakken
Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.
Waar kan ik "Maatschappij en welzijn (2e lj. A)" volgen ?
Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.
Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar A hangt af van het attest dat je behaalt.
Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.