Economie en organisatie      


De basisoptie Economie en organisatie helpt je de wereld van geld en economie beter te begrijpen.
Je leert  hoe consumenten (zoals jij en ik), bedrijven en de overheid samenwerken om alles draaiende te houden.

  • Je leert hoe bedrijven werken.
    -> Bijvoorbeeld: Bekijk hoe je favoriete kledingmerk nieuwe collecties maakt en verkoopt.
  • Je oefent sociale vaardigheden, zoals samenwerken en communiceren.
    -> Bijvoorbeeld: Werk samen aan een project en presenteer jullie ideeën voor de klas.
  • Je gebruikt computers en technologie om dingen te onderzoeken en te presenteren.
    -> Bijvoorbeeld: Maak een PowerPoint over een onderwerp dat je interessant vindt.
  • Je ontdekt hoe actuele ontwikkelingen invloed hebben op ons koopgedrag.
    -> Bijvoorbeeld: Denk aan hoe technologie, zoals smartphones, ons leven verandert.
  • Je leert hoe vraag en aanbod de prijs van producten beïnvloeden.
    -> Bijvoorbeeld: Waarom is een nieuwe smartphone zo duur?
  • Je ontdekt wat België importeert en exporteert en met wie we handel drijven.
    -> Bijvoorbeeld: Wat komt er uit China en wat sturen wij terug?
  • Je leert hoe bedrijven werken en welke rol ze spelen in de economie.
    -> Bijvoorbeeld: Hoe komt een chocoladereep van de cacaoboon tot in de winkel?
  • Je voert een eigen project uit.
    -> Bijvoorbeeld: Start een kleine onderneming, zoals het verkopen van zelfgemaakte armbandjes.
  • Je leert hoe de overheid invloed heeft op de economie.
    -> Bijvoorbeeld: Waarom krijgen sommige bedrijven steun van de overheid?
  • Je ontdekt hoe internationale organisaties invloed hebben op de economie.
    -> Bijvoorbeeld: Wat is de rol van de Europese Unie?

Met deze basisoptie krijg je de kans om economische en financiële vaardigheden te leren op een leuke en praktische manier, zodat je klaar bent voor de toekomst!

In 2A leer je verder op wat je in 1A hebt geleerd. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook een basisoptie kiezen die past bij wat jij leuk vindt of goed kan. 

> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 25 uur per week)

Je krijgt deze vakken in elke school:

  • Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
  • Frans: je leert nieuwe woorden en oefent het spreken.
  • Wiskunde: rekenen, meten, logisch nadenken.
  • Engels: je leert woorden en eenvoudige gesprekken voeren
  • Natuurwetenschappen: over dieren, planten, en het menselijk lichaam
  • Techniek: dingen maken en onderzoeken hoe iets werkt.
  • Aardrijkskunde: landen, kaarten, natuur en klimaat.
  • Geschiedenis: leren over vroeger.
  • Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
  • Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
  • Godsdienst of zedenleer: nadenken over jezelf en anderen.
  • ICT: veilig en slim omgaan met computers.

> Basisoptie (5 uur per week)

Je kiest één basisoptie die bij je past. Bijvoorbeeld:

> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)

Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:

  • Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
  • Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
  • Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.

> Hoe leer je dit?

Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:

  • Projectweken organiseren naast lesweken
  • Vakken samenvoegen
  • Met thema’s werken over de verschillende vakken

Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.

Waar kan ik "Economie en organisatie" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar A hangt af van het attest dat je behaalt.

Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.