Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie - STEM-technieken         


Maatschappij en welzijn

De basisoptie Maatschappij en welzijn richt zich op het ontdekken van gezondheid en lifestyle op een leuke en praktische manier. Afhankelijk van de school kun je bijvoorbeeld les krijgen in haar- en schoonheidszorg, mode of verzorging. Naast het leren van technische vaardigheden, zal je ook sociale en communicatieve vaardigheden ontwikkelen.

  • Je leert over verschillende situaties waarin maatschappij en welzijn een rol spelen, zoals haar- en schoonheidszorg, mode en verzorging. Bijvoorbeeld: je leert hoe je iemand zijn haar kunt stylen of hoe je een leuke outfit kunt samenstellen.
  • Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden. Bijvoorbeeld: je leert hoe je vriendelijk met klanten praat in een kapsalon of hoe je samenwerkt met klasgenoten om een modeshow te organiseren.
  • Je leert nadenken over je eigen werk en hoe het beter kan. Bijvoorbeeld: je denkt na over hoe je een kapsel nog mooier kunt maken of hoe je een kledingstuk kunt verbeteren.
  • Je ontdekt hoe dingen die in de wereld gebeuren het samenleven beïnvloeden, zowel persoonlijk als maatschappelijk. Bijvoorbeeld: je leert over verschillende trends in mode en hoe deze veranderen door de jaren heen.
  • Je laat zien hoe je eigen levensstijl invloed heeft op gezondheid en lifestyle. Bijvoorbeeld: je maakt een poster over je dagelijkse verzorgingsroutine of over je favoriete sport en hoe dit je gezondheid beïnvloedt.
  • Je toont aan dat je dingen die je geleerd hebt over gezondheid en lifestyle toepast in je eigen leven en omgeving. Bijvoorbeeld: je helpt mee met het plannen van een gezond weekmenu voor je familie.
  • Je leert mensen en hun gedrag te observeren door gebruik te maken van al je zintuigen. Bijvoorbeeld: je let goed op hoe een kapper werkt in een salon of hoe mensen op modeshows reageren op de kleding.
  • Je past basisvaardigheden en materialen toe in gezondheids- of lifestyleprojecten. Bijvoorbeeld: je maakt een eenvoudig kledingstuk zoals een t-shirt of je leert hoe je een gezonde maaltijd kunt bereiden.
  • Je werkt methodisch bij het uitvoeren van een opdracht. Bijvoorbeeld: je volgt stap voor stap instructies om een project succesvol af te ronden.
  • Je leert hygiënisch, veilig, ergonomisch, milieubewust en economisch te werken bij het uitvoeren van een opdracht. Bijvoorbeeld: je zorgt ervoor dat je werkplek schoon blijft en dat je materialen zoals scharen en kwasten veilig gebruikt.

Met deze lessen leer je niet alleen veel verschillende dingen , maar leer je ook hoe je je op een zorgzame manier kunt uitdrukken en samenwerken met anderen.

Opstroomoptie

De opstroomoptie bereidt je voor op de overstap naar:

  • 2A;
  • een 3e leerjaar in een doorstroomgerichte studierichting of een studierichting met dubbele finaliteit (= doorstroomgericht + arbeidsmarktgericht).

De basisoptie opstroomoptie B-stroom is bedoeld om je beter te maken in wiskunde, Nederlands en andere vakken, zodat je later naar de dubbele of doorstroomfinaliteit kunt doorgaan. Deze optie helpt je ook om beter te worden in samenwerken, communiceren en je eigen talenten te ontdekken. Bijkomend krijgt het verkennen van je eigen mogelijkheden en interesses bijzondere aandacht in functie van oriëntering.

  • Je leert hoe je duidelijk kunt praten en schrijven, bijvoorbeeld door een leuk verhaal te vertellen aan je klasgenoten of een brief te schrijven aan een vriend.
  • Je leert hoe je de Nederlandse taal goed kunt gebruiken, bijvoorbeeld door te weten wanneer je 'd' of 't' moet schrijven aan het einde van een woord.
  • Je leert hoe je de belangrijkste informatie uit teksten kunt halen, bijvoorbeeld door een tekst over dino’s te lezen en de belangrijkste feiten op te schrijven.
  • Je leert hoe je doelgericht kunt zoeken naar informatie, bijvoorbeeld door op het internet te zoeken naar goede bronnen voor je spreekbeurt over het heelal.
  • Je leert nieuwe woorden en uitdrukkingen, bijvoorbeeld door te weten wat 'figuurlijk taalgebruik' is en dit te gebruiken in je verhalen.
  • Je leert hoe je rekensommen kunt oplossen met verschillende soorten getallen, zoals hele getallen en breuken, bijvoorbeeld door het oplossen van een probleem over hoeveel pizzapunten iedereen krijgt.
  • Je leert rekenregels en symbolen gebruiken, bijvoorbeeld door te weten welk rekenvolgorde je moet volgen bij ingewikkelde sommen zoals 8 + (6 × 2).
  • Je leert meetkundige vormen en eigenschappen, bijvoorbeeld door te weten hoe je de omtrek en oppervlakte van een vierkant kunt berekenen.
  • Je leert algebra gebruiken, bijvoorbeeld door letters te gebruiken in plaats van getallen in sommen, zoals a + b = c.
  • Je leert verbanden tussen hoeveelheden herkennen, bijvoorbeeld door te zien hoe meer je fietst, hoe meer calorieën je verbrandt.
  • Je leert vergelijkingen oplossen, bijvoorbeeld door uit te rekenen hoeveel zakgeld je krijgt als je elke week 5 euro spaart en na 4 weken 20 euro hebt.

STEM-technieken

STEM = Science, Technology, Engineering, Mathematics

De basisoptie STEM-technieken helpt je om technische uitdagingen te ontdekken en dingen te bouwen en te maken. Dit kan gaan over onderwerpen zoals elektriciteit, houtbewerking, landbouw, mechanica, printmedia, schilderen en decoratie, textiel, en zelfs zeevisserij en binnenvaart.

Hier zijn enkele dingen die je leert:

  • Modellen maken: Je leert hoe je een model kunt maken van een technisch systeem, zoals een miniatuur windmolen die elektriciteit opwekt.
  • Modellen gebruiken: Met de modellen die je hebt gemaakt, leer je hoe je ze kunt gebruiken om echte dingen te bouwen, bijvoorbeeld een eenvoudige elektrische auto.
  • Materialen en gereedschappen: Je werkt met verschillende materialen en gereedschappen. Stel je voor dat je een vogelhuisje bouwt; je leert welk hout je nodig hebt en welke gereedschappen het beste werken.
  • Nauwkeurig meten: Je leert hoe je meetinstrumenten gebruikt om dingen precies te maken, zoals het meten van de lengte van een houten plank voor een boekenplank.
  • Stappenplannen maken: Je leert een stappenplan te maken voor jouw projecten, zoals het bouwen van een robot. Eerst ontwerp je het, dan verzamel je de materialen en tenslotte bouw je het.
  • Veilig werken: Veiligheid is belangrijk. Je leert bijvoorbeeld dat je altijd een veiligheidsbril moet dragen bij bedienen van een machine.
  • Ontwerpen realiseren: Je zet jouw ontwerpen om in echte projecten, zoals het aanplanten van een groentetuin.
  • Evalueren van projecten: Na het maken van je project, leer je hoe je dit kunt evalueren. Je kijkt bijvoorbeeld of je brochure goed ontworpen is en goed gedrukt.

Deze lessen en activiteiten zijn niet alleen leuk, maar helpen je ook om beter te worden in techniek en wetenschap door echte voorbeelden en praktijkervaring.

Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).

Welke lessen krijg je?

 

Basisvorming

Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.

Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …

Keuzegedeelte

In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:

  • maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel van een basisoptie)
  • de differentiatie.

 Basisopties:

Een leerling in 2B kan maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel of onderdelen van een basisoptie) kiezen uit het aanbod van de school.

Differentiatie:

Differentiëren kan op verschillende manieren:

  • Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
  • Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)
  • Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)

Opgelet:

Een lessenrooster verschilt van school tot school:

  • Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
  • Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
  • Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.

Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie - STEM-technieken" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Attest

Wat na deze opleiding?

Na het 2e leerjaar B met opstroomoptie kan je kiezen voor elke studierichting.
Studierichtingen behoren tot finaliteiten, onderwijsvormen en domeinen.

  • Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
  • Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
  • Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs
    (uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
  • Domeinen: zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.

Je met een A- of B-attest ook starten in het 2e leerjaar A.

Je kan overschakelen naar duaal leren als je:

  • 16 jaar bent
  • Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
  • Of als je geslaagd bent in 2A of 2B

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.