
De basisoptie Kunst en creatie laat je kennismaken met kunst en cultuur door te kijken, luisteren, doen en experimenteren. Je gaat zelf aan de slag met verschillende vormen van kunst zoals tekenen, schilderen, muziek, dans en drama. Hier lees je wat je allemaal gaat doen:
- Je leert over kunst en cultuur in de maatschappij.
-> Bijvoorbeeld: je bezoekt een museum en ontdekt verschillende kunstwerken.
- Je probeert verschillende materialen en technieken uit die bij kunst horen.
-> Bijvoorbeeld: je maakt een schilderij met waterverf of kleit een beeldje.
- Je ontdekt hoe verschillende kunstvormen samengaan.
-> Bijvoorbeeld: je maakt een filmpje waarin je danst en tekent.
- Je oefent basisvaardigheden en technieken voor kunst om jezelf creatief uit te drukken.
-> Bijvoorbeeld: je leert hoe je een voorwerp tekent en kleuren mengt.
- Je maakt binnen een opdracht je eigen kunstwerken.
-> Bijvoorbeeld: je ontwerpt een poster voor een schoolfeest.
- Je werkt samen met je klasgenoten aan een gemeenschappelijk kunstproject.
-> Bijvoorbeeld: je maakt samen een grote muurschildering voor op school.
- Je laat je eigen kunstwerken aan anderen zien.
-> Bijvoorbeeld: je werkt mee aan een tentoonstelling van je tekeningen en schilderijen.
- Je leert veilig en netjes te werken met materialen en gereedschap.
-> Bijvoorbeeld: je zorgt ervoor dat je werkplek schoon blijft en dat je verfkwasten goed schoonmaakt na gebruik.
- Je ontwikkelt je creativiteit en bedenkt steeds nieuwe ideeën.
-> Bijvoorbeeld: je verzint een origineel verhaal en maakt er een stripboek van.
Met deze lessen krijg je niet alleen veel plezier, maar leer je ook hoe je jezelf op een creatieve manier kunt uitdrukken.
De basisoptie Voeding en horeca helpt je om te ontdekken welke materialen, hulpmiddelen en ingrediënten vaak worden gebruikt in de wereld van voedsel en restaurants. Je maakt kennis met belangrijke basistechnieken en leert hoe je om moet gaan met klanten.
Afhankelijk van je school kun je kiezen om meer te leren over de Bakkerij-slagerij of het Restaurant en de keuken. Deze lessen geven je een goed beeld van wat je kunt verwachten als je later in deze richting verder wilt gaan.
- Je leert welke beroepen te maken hebben met voeding en horeca, zoals een bakker, slager of kok.
-> Bijvoorbeeld, je ontdekt hoe een bakker 's ochtends vroeg opstaat om brood te bakken.
- Je leert over de eigenschappen en het gebruik van verschillende materialen en hulpmiddelen,
-> zoals mixers, ovens en messen,
-> en hoe je ingrediënten zoals bloem en suiker kunt gebruiken bij het bakken van een taart.
- Je maakt een plan om een opdracht uit te voeren,
-> bijvoorbeeld het maken van een pizza. Eerst bedenk je welke ingrediënten je nodig hebt, dan bereid je alles voor en uiteindelijk bak je de pizza in de oven.
- Je leert waarom voedselveiligheid belangrijk is, zoals het wassen van je handen voor je gaat koken en het apart houden van rauw en gaar voedsel.
- Je leert hoe je energie, materialen en ingrediënten op een duurzame manier kunt gebruiken, bijvoorbeeld door geen eten te verspillen en apparaten uit te zetten als je ze niet gebruikt.
- Je oefent basistechnieken zoals kneden, snijden en bakken om zelf gerechten te maken. Misschien maak je wel eens een lekkere cake of een gezonde salade.
- Je leert waarom een gezonde levensstijl en evenwichtige voeding belangrijk zijn,
-> zoals het eten van genoeg groenten en fruit en niet te veel snoepen.
- Je oefent hoe je goed kunt communiceren en samenwerken met anderen,
-> bijvoorbeeld door samen een lunch voor te bereiden en te serveren.
- Je leert hoe je vriendelijk en beleefd moet zijn tegen klanten,
-> zoals het netjes begroeten van mensen die je helpt en hun vragen beantwoorden met een glimlach.
- Je denkt na over wat je al goed kunt en wat je nog beter wilt leren in de wereld van voeding en horeca. Misschien ontdek je wel dat je later kok wilt worden!
Deze lessen zijn niet alleen nuttig, maar ook leuk omdat je ze in de praktijk kunt brengen.
Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).
In 2B leer je vooral door dingen te doen. Je krijgt veel praktijk, mag creatief zijn en ontdekt wat je leuk vindt. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook basisoptie(s) kiezenen die passen bij wat jij leuk vindt of goed kan.
> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 20 uur per week)
Je krijgt deze vakken in elke school:
- Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
- Frans: je leert eenvoudige woorden en oefent het spreken.
- Wiskunde: rekenen en logisch nadenken.
- Engels: kennismaken met een nieuwe taal
- Maatschappelijke vorming: leren over jezelf, anderen en de wereld.
- Natuurwetenschappen: leren over planten, dieren en het menselijk lichaam.
- Techniek: dingen maken, bouwen en leren hoe iets werkt.
- Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
- Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
- Godsdienst of zedenleer: nadenken over wat goed is en hoe je met anderen omgaat.
- ICT: veilig en slim omgaan met computers.
> Basisoptie (10 uur per week)
Je kiest voor 10u basisoptie(s), maximum 3 die bij je passen. Bijvoorbeeld:
- Economie en organisatie: leren over geld en bedrijven
- Kunst en creatie: tekenen, muziek, toneel
- Maatschappij en welzijn: mensen helpen, zorgen voor anderen
- Sport: extra bewegen en sport
- Opstroomoptie
- STEM-technieken: proefjes, techniek, dingen maken
- Voeding en horeca: koken en leren over eten
> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)
Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:
- Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
- Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
- Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.
> Hoe leer je dit?
Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:
- Projectweken organiseren naast lesweken
- Vakken samenvoegen
- Met thema’s werken over de verschillende vakken
Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.
Waar kan ik "Kunst en creatie - Voeding en horeca" volgen ?
Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.
Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar B hangt af van het attest dat je behaalt.
Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.