
De basisoptie Kunst en creatie laat je kennismaken met kunst en cultuur door te kijken, luisteren, doen en experimenteren. Je gaat zelf aan de slag met verschillende vormen van kunst zoals tekenen, schilderen, muziek, dans en drama. Hier lees je wat je allemaal gaat doen:
- Je leert over kunst en cultuur in de maatschappij.
-> Bijvoorbeeld: je bezoekt een museum en ontdekt verschillende kunstwerken.
- Je probeert verschillende materialen en technieken uit die bij kunst horen.
-> Bijvoorbeeld: je maakt een schilderij met waterverf of kleit een beeldje.
- Je ontdekt hoe verschillende kunstvormen samengaan.
-> Bijvoorbeeld: je maakt een filmpje waarin je danst en tekent.
- Je oefent basisvaardigheden en technieken voor kunst om jezelf creatief uit te drukken.
-> Bijvoorbeeld: je leert hoe je een voorwerp tekent en kleuren mengt.
- Je maakt binnen een opdracht je eigen kunstwerken.
-> Bijvoorbeeld: je ontwerpt een poster voor een schoolfeest.
- Je werkt samen met je klasgenoten aan een gemeenschappelijk kunstproject.
-> Bijvoorbeeld: je maakt samen een grote muurschildering voor op school.
- Je laat je eigen kunstwerken aan anderen zien.
-> Bijvoorbeeld: je werkt mee aan een tentoonstelling van je tekeningen en schilderijen.
- Je leert veilig en netjes te werken met materialen en gereedschap.
-> Bijvoorbeeld: je zorgt ervoor dat je werkplek schoon blijft en dat je verfkwasten goed schoonmaakt na gebruik.
- Je ontwikkelt je creativiteit en bedenkt steeds nieuwe ideeën.
-> Bijvoorbeeld: je verzint een origineel verhaal en maakt er een stripboek van.
Met deze lessen krijg je niet alleen veel plezier, maar leer je ook hoe je jezelf op een creatieve manier kunt uitdrukken.
De basisoptie Sport wil je meer leren over sporten en een gezonde levensstijl. Dit doe je door leuke sportactiviteiten te doen en te leren wat goed voor je lichaam is.
- Je leert nieuwe sportvaardigheden, zoals hoe je beter kunt voetballen of tennissen.
- Je ontdekt of je beter wordt in verschillende sporten,
-> bijvoorbeeld door te zien hoe snel je kunt rennen of hoe hoog je kunt springen.
- Je leert waarom bewegen, rusten en goed eten belangrijk zijn voor je gezondheid.
-> Bijvoorbeeld: je leert dat een appel eten beter is dan een snoepje.
- Je vergelijkt je eigen actieve levensstijl met die van je vrienden en kijkt of je voldoende beweegt.
-> Bijvoorbeeld: je houdt bij hoeveel je speelt buiten ten opzichte van hoeveel je op je telefoon zit.
- Je leert hoe je veilig en gezond kunt sporten,
-> zoals het dragen van een helm tijdens het fietsen.
- Je neemt verantwoordelijkheid door je aan de regels te houden,
-> zoals geen ruzie maken op het voetbalveld.
- Je leert wat je moet doen als iemand gewond raakt,
-> bijvoorbeeld een pleister plakken of een volwassene roepen.
- Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden,
-> bijvoorbeeld door samen te werken in teamspelletjes.
- Je leert hoe sport en beweging in verschillende situaties belangrijk zijn,
-> zoals meedoen aan een sportdag op school of een familiewandeling maken.
STEM = Science, Technology, Engineering, Mathematics
De basisoptie STEM-technieken helpt je om technische uitdagingen te ontdekken en dingen te bouwen en te maken. Dit kan gaan over onderwerpen zoals elektriciteit, houtbewerking, landbouw, mechanica, printmedia, schilderen en decoratie, textiel, en zelfs zeevisserij en binnenvaart.
Hier zijn enkele dingen die je leert:
- Modellen maken: Je leert hoe je een model kunt maken van een technisch systeem,
-> zoals een miniatuur windmolen die elektriciteit opwekt.
- Modellen gebruiken: Met de modellen die je hebt gemaakt, leer je hoe je ze kunt gebruiken om echte dingen te bouwen,
-> bijvoorbeeld een eenvoudige elektrische auto.
- Materialen en gereedschappen: Je werkt met verschillende materialen en gereedschappen.
-> Stel je voor dat je een vogelhuisje bouwt; je leert welk hout je nodig hebt en welke gereedschappen het beste werken.
- Nauwkeurig meten: Je leert hoe je meetinstrumenten gebruikt om dingen precies te maken,
-> zoals het meten van de lengte van een houten plank voor een boekenplank.
- Stappenplannen maken: Je leert een stappenplan te maken voor jouw projecten,
-> zoals het bouwen van een robot. Eerst ontwerp je het, dan verzamel je de materialen en tenslotte bouw je het.
- Veilig werken: Veiligheid is belangrijk.
-> Je leert bijvoorbeeld dat je altijd een veiligheidsbril moet dragen bij bedienen van een machine.
- Ontwerpen realiseren: Je zet jouw ontwerpen om in echte projecten,
-> zoals het aanplanten van een groentetuin.
- Evalueren van projecten: Na het maken van je project, leer je hoe je dit kunt evalueren.
-> Je kijkt bijvoorbeeld of je brochure goed ontworpen is en goed gedrukt.
Deze lessen en activiteiten zijn niet alleen leuk, maar helpen je ook om beter te worden in techniek en wetenschap door echte voorbeelden en praktijkervaring.
Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).
In 2B leer je vooral door dingen te doen. Je krijgt veel praktijk, mag creatief zijn en ontdekt wat je leuk vindt. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook basisoptie(s) kiezenen die passen bij wat jij leuk vindt of goed kan.
> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 20 uur per week)
Je krijgt deze vakken in elke school:
- Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
- Frans: je leert eenvoudige woorden en oefent het spreken.
- Wiskunde: rekenen en logisch nadenken.
- Engels: kennismaken met een nieuwe taal
- Maatschappelijke vorming: leren over jezelf, anderen en de wereld.
- Natuurwetenschappen: leren over planten, dieren en het menselijk lichaam.
- Techniek: dingen maken, bouwen en leren hoe iets werkt.
- Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
- Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
- Godsdienst of zedenleer: nadenken over wat goed is en hoe je met anderen omgaat.
- ICT: veilig en slim omgaan met computers.
> Basisoptie (10 uur per week)
Je kiest voor 10u basisoptie(s), maximum 3 die bij je passen. Bijvoorbeeld:
- Economie en organisatie: leren over geld en bedrijven
- Kunst en creatie: tekenen, muziek, toneel
- Maatschappij en welzijn: mensen helpen, zorgen voor anderen
- Sport: extra bewegen en sport
- Opstroomoptie
- STEM-technieken: proefjes, techniek, dingen maken
- Voeding en horeca: koken en leren over eten
> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)
Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:
- Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
- Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
- Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.
> Hoe leer je dit?
Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:
- Projectweken organiseren naast lesweken
- Vakken samenvoegen
- Met thema’s werken over de verschillende vakken
Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.
Waar kan ik "Kunst en creatie - Sport - STEM-technieken" volgen ?
Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.
Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar B hangt af van het attest dat je behaalt.
Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.