
Kunst en creatie
De basisoptie Kunst en creatie laat je kennismaken met kunst en cultuur door te kijken, luisteren, doen en experimenteren. Je gaat zelf aan de slag met verschillende vormen van kunst zoals tekenen, schilderen, muziek, dans en drama. Hier lees je wat je allemaal gaat doen:
- Je leert over kunst en cultuur in de maatschappij. Bijvoorbeeld: je bezoekt een museum en ontdekt verschillende kunstwerken.
- Je probeert verschillende materialen en technieken uit die bij kunst horen. Bijvoorbeeld: je maakt een schilderij met waterverf of kleit een beeldje.
- Je ontdekt hoe verschillende kunstvormen samengaan. Bijvoorbeeld: je maakt een filmpje waarin je danst en tekent.
- Je oefent basisvaardigheden en technieken voor kunst om jezelf creatief uit te drukken. Bijvoorbeeld: je leert hoe je een voorwerp tekent en kleuren mengt.
- Je maakt binnen een opdracht je eigen kunstwerken. Bijvoorbeeld: je ontwerpt een poster voor een schoolfeest.
- Je werkt samen met je klasgenoten aan een gemeenschappelijk kunstproject. Bijvoorbeeld: je maakt samen een grote muurschildering voor op school.
- Je laat je eigen kunstwerken aan anderen zien. Bijvoorbeeld: je werkt mee aan een tentoonstelling van je tekeningen en schilderijen.
- Je leert veilig en netjes te werken met materialen en gereedschap. Bijvoorbeeld: je zorgt ervoor dat je werkplek schoon blijft en dat je verfkwasten goed schoonmaakt na gebruik.
- Je ontwikkelt je creativiteit en bedenkt steeds nieuwe ideeën. Bijvoorbeeld: je verzint een origineel verhaal en maakt er een stripboek van.
Met deze lessen krijg je niet alleen veel plezier, maar leer je ook hoe je jezelf op een creatieve manier kunt uitdrukken.
Maatschappij en welzijn
De basisoptie Maatschappij en welzijn richt zich op het ontdekken van gezondheid en lifestyle op een leuke en praktische manier. Afhankelijk van de school kun je bijvoorbeeld les krijgen in haar- en schoonheidszorg, mode of verzorging. Naast het leren van technische vaardigheden, zal je ook sociale en communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
- Je leert over verschillende situaties waarin maatschappij en welzijn een rol spelen, zoals haar- en schoonheidszorg, mode en verzorging. Bijvoorbeeld: je leert hoe je iemand zijn haar kunt stylen of hoe je een leuke outfit kunt samenstellen.
- Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden. Bijvoorbeeld: je leert hoe je vriendelijk met klanten praat in een kapsalon of hoe je samenwerkt met klasgenoten om een modeshow te organiseren.
- Je leert nadenken over je eigen werk en hoe het beter kan. Bijvoorbeeld: je denkt na over hoe je een kapsel nog mooier kunt maken of hoe je een kledingstuk kunt verbeteren.
- Je ontdekt hoe dingen die in de wereld gebeuren het samenleven beïnvloeden, zowel persoonlijk als maatschappelijk. Bijvoorbeeld: je leert over verschillende trends in mode en hoe deze veranderen door de jaren heen.
- Je laat zien hoe je eigen levensstijl invloed heeft op gezondheid en lifestyle. Bijvoorbeeld: je maakt een poster over je dagelijkse verzorgingsroutine of over je favoriete sport en hoe dit je gezondheid beïnvloedt.
- Je toont aan dat je dingen die je geleerd hebt over gezondheid en lifestyle toepast in je eigen leven en omgeving. Bijvoorbeeld: je helpt mee met het plannen van een gezond weekmenu voor je familie.
- Je leert mensen en hun gedrag te observeren door gebruik te maken van al je zintuigen. Bijvoorbeeld: je let goed op hoe een kapper werkt in een salon of hoe mensen op modeshows reageren op de kleding.
- Je past basisvaardigheden en materialen toe in gezondheids- of lifestyleprojecten. Bijvoorbeeld: je maakt een eenvoudig kledingstuk zoals een t-shirt of je leert hoe je een gezonde maaltijd kunt bereiden.
- Je werkt methodisch bij het uitvoeren van een opdracht. Bijvoorbeeld: je volgt stap voor stap instructies om een project succesvol af te ronden.
- Je leert hygiënisch, veilig, ergonomisch, milieubewust en economisch te werken bij het uitvoeren van een opdracht. Bijvoorbeeld: je zorgt ervoor dat je werkplek schoon blijft en dat je materialen zoals scharen en kwasten veilig gebruikt.
Met deze lessen leer je niet alleen veel verschillende dingen , maar leer je ook hoe je je op een zorgzame manier kunt uitdrukken en samenwerken met anderen.
Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).

Welke lessen krijg je?
Basisvorming
Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.
Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …
Keuzegedeelte
In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:
- maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel van een basisoptie)
- de differentiatie.
Basisopties:
Een leerling in 2B kan maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel of onderdelen van een basisoptie) kiezen uit het aanbod van de school.
Differentiatie:
Differentiëren kan op verschillende manieren:
- Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
- Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)
- Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)
Opgelet:
Een lessenrooster verschilt van school tot school:
- Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
- Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
- Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.
Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.
Waar kan ik "Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn" volgen ?
Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.
Wat na deze opleiding?

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.
De meeste leerlingen van 2B kiezen in het 3e jaar voor een studierichting in de finaliteit ‘Arbeidsmarktgericht’.
Studierichtingen behoren tot finaliteiten, onderwijsvormen en domeinen.
- Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
- Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
- Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs
(uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
- Domeinen: zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)
Er zijn ook andere mogelijkheden als je een A- of B-attest hebt behaald, op voorwaarde dat de leerkrachten van het 3e leerjaar je toelaten (= akkoord toelatingsklassenraad)
- rechtstreekse toegang
- toelating mits akkoord van de klassenraad
Als de leerkrachten van het 2e leerjaar A dit toestaan, kan je met een A- of B-attest ook starten in het 2e leerjaar A.
Je kan overschakelen naar duaal leren als je:
- 16 jaar bent
- Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
- Of als je geslaagd bent in 2A of 2B
Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.