Economie en organisatie - STEM-technieken - Voeding en horeca      


Economie en organisatie

De basisoptie Economie en organisatie laat je zien hoe bedrijven en organisaties werken. Je leert waarom bedrijven bestaan en wat ze doen. Dit helpt je om te ontdekken wat je later leuk zou vinden om te doen. Je leert er ook over sociale vaardigheden, zoals samenwerken en communiceren, en hoe je ICT (computers en technologie) goed kunt gebruiken. Hier zijn een aantal dingen die je zult leren:

  • Je gebruikt computers en technologie op een handige manier. Bijvoorbeeld: je leert hoe je een presentatie maakt op de computer.
  • Je leert welke weg producten afleggen voordat ze bij jou thuis zijn. Bijvoorbeeld: hoe een chocoladereep van de fabriek naar de winkel komt.
  • Je ontdekt in welke sector (soort bedrijf) een onderneming past. Bijvoorbeeld: is een bakkerij een dienst of een product?
  • Je leert wat logistiek betekent en hoe goederen worden vervoerd. Bijvoorbeeld: hoe postpakketten van het magazijn naar jouw huis komen.
  • Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden. Bijvoorbeeld: hoe je goed samenwerkt met je klasgenoten aan een project.
  • Je vergelijkt de taken van een winkelverkoper met je eigen interesses. Bijvoorbeeld: zou je het leuk vinden om mensen te helpen in een winkel?
  • Je vergelijkt de taken van een magazijnier met je eigen interesses. Bijvoorbeeld: zou je het leuk vinden om te werken in een groot magazijn vol spullen?
  • Je vergelijkt de taken van een onthaalmedewerker met je eigen interesses. Bijvoorbeeld: lijkt het je leuk om mensen te ontvangen en te helpen in een hotel?
  • Je voert een klein project uit alsof je een eigen bedrijfje hebt. Bijvoorbeeld: je maakt een plan om zelfgemaakte armbanden te verkopen.
  • Je stelt eenvoudige verkoopdocumenten op. Bijvoorbeeld: je leert hoe je een bonnetje of een factuur schrijft.

Met deze lessen krijg je een goede basis om te begrijpen hoe de wereld van economie en bedrijven werkt, en ontdek je wat je leuk vindt en waar je goed in bent.

STEM-technieken

STEM = Science, Technology, Engineering, Mathematics

De basisoptie STEM-technieken helpt je om technische uitdagingen te ontdekken en dingen te bouwen en te maken. Dit kan gaan over onderwerpen zoals elektriciteit, houtbewerking, landbouw, mechanica, printmedia, schilderen en decoratie, textiel, en zelfs zeevisserij en binnenvaart.

Hier zijn enkele dingen die je leert:

  • Modellen maken: Je leert hoe je een model kunt maken van een technisch systeem, zoals een miniatuur windmolen die elektriciteit opwekt.
  • Modellen gebruiken: Met de modellen die je hebt gemaakt, leer je hoe je ze kunt gebruiken om echte dingen te bouwen, bijvoorbeeld een eenvoudige elektrische auto.
  • Materialen en gereedschappen: Je werkt met verschillende materialen en gereedschappen. Stel je voor dat je een vogelhuisje bouwt; je leert welk hout je nodig hebt en welke gereedschappen het beste werken.
  • Nauwkeurig meten: Je leert hoe je meetinstrumenten gebruikt om dingen precies te maken, zoals het meten van de lengte van een houten plank voor een boekenplank.
  • Stappenplannen maken: Je leert een stappenplan te maken voor jouw projecten, zoals het bouwen van een robot. Eerst ontwerp je het, dan verzamel je de materialen en tenslotte bouw je het.
  • Veilig werken: Veiligheid is belangrijk. Je leert bijvoorbeeld dat je altijd een veiligheidsbril moet dragen bij bedienen van een machine.
  • Ontwerpen realiseren: Je zet jouw ontwerpen om in echte projecten, zoals het aanplanten van een groentetuin.
  • Evalueren van projecten: Na het maken van je project, leer je hoe je dit kunt evalueren. Je kijkt bijvoorbeeld of je brochure goed ontworpen is en goed gedrukt.

Deze lessen en activiteiten zijn niet alleen leuk, maar helpen je ook om beter te worden in techniek en wetenschap door echte voorbeelden en praktijkervaring.

Voeding en horeca

De basisoptie Voeding en horeca helpt je om te ontdekken welke materialen, hulpmiddelen en ingrediënten vaak worden gebruikt in de wereld van voedsel en restaurants. Je maakt kennis met belangrijke basistechnieken en leert hoe je om moet gaan met klanten.

Afhankelijk van je school kun je kiezen om meer te leren over de Bakkerij-slagerij of het Restaurant en de keuken. Deze lessen geven je een goed beeld van wat je kunt verwachten als je later in deze richting verder wilt gaan.

  • Je leert welke beroepen te maken hebben met voeding en horeca, zoals een bakker, slager of kok. Bijvoorbeeld, je ontdekt hoe een bakker 's ochtends vroeg opstaat om brood te bakken.
  • Je leert over de eigenschappen en het gebruik van verschillende materialen en hulpmiddelen, zoals mixers, ovens en messen, en hoe je ingrediënten zoals bloem en suiker kunt gebruiken bij het bakken van een taart.
  • Je maakt een plan om een opdracht uit te voeren, bijvoorbeeld het maken van een pizza. Eerst bedenk je welke ingrediënten je nodig hebt, dan bereid je alles voor en uiteindelijk bak je de pizza in de oven.
  • Je leert waarom voedselveiligheid belangrijk is, zoals het wassen van je handen voor je gaat koken en het apart houden van rauw en gaar voedsel.
  • Je leert hoe je energie, materialen en ingrediënten op een duurzame manier kunt gebruiken, bijvoorbeeld door geen eten te verspillen en apparaten uit te zetten als je ze niet gebruikt.
  • Je oefent basistechnieken zoals kneden, snijden en bakken om zelf gerechten te maken. Misschien maak je wel eens een lekkere cake of een gezonde salade.
  • Je leert waarom een gezonde levensstijl en evenwichtige voeding belangrijk zijn, zoals het eten van genoeg groenten en fruit en niet te veel snoepen.
  • Je oefent hoe je goed kunt communiceren en samenwerken met anderen, bijvoorbeeld door samen een lunch voor te bereiden en te serveren.
  • Je leert hoe je vriendelijk en beleefd moet zijn tegen klanten, zoals het netjes begroeten van mensen die je helpt en hun vragen beantwoorden met een glimlach.
  • Je denkt na over wat je al goed kunt en wat je nog beter wilt leren in de wereld van voeding en horeca. Misschien ontdek je wel dat je later kok wilt worden!

Deze lessen zijn niet alleen nuttig, maar ook leuk omdat je ze in de praktijk kunt brengen.

Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).

Welke lessen krijg je?

 

Basisvorming

Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.

Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …

Keuzegedeelte

In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:

  • maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel van een basisoptie)
  • de differentiatie.

 Basisopties:

Een leerling in 2B kan maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel of onderdelen van een basisoptie) kiezen uit het aanbod van de school.

Differentiatie:

Differentiëren kan op verschillende manieren:

  • Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
  • Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)
  • Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)

Opgelet:

Een lessenrooster verschilt van school tot school:

  • Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
  • Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
  • Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.

Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Economie en organisatie - STEM-technieken - Voeding en horeca" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Attest

Wat na deze opleiding?

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.

De meeste leerlingen van 2B kiezen in het 3e jaar voor een studierichting in de finaliteit ‘Arbeidsmarktgericht’.

Studierichtingen behoren tot  finaliteiten, onderwijsvormen  en domeinen.

  • Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
  • Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
  • Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs
    (uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
  • Domeinen: zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)

Er zijn ook andere mogelijkheden als je een A- of B-attest hebt behaald, op voorwaarde dat de leerkrachten van het 3e  leerjaar je toelaten (= akkoord toelatingsklassenraad)

  • rechtstreekse toegang
  • toelating mits akkoord van de klassenraad

Als de leerkrachten van het 2e leerjaar A dit toestaan, kan je met een A- of B-attest ook starten in het 2e leerjaar A.

Je kan overschakelen naar duaal leren als je:

  • 16 jaar bent
  • Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
  • Of als je geslaagd bent in 2A of 2B

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.