Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Sport         


De basisoptie Economie en organisatie laat je zien hoe bedrijven en organisaties werken. Je leert waarom bedrijven bestaan en wat ze doen. Dit helpt je om te ontdekken wat je later leuk zou vinden om te doen. Je leert er ook over sociale vaardigheden, zoals samenwerken en communiceren, en hoe je ICT (computers en technologie) goed kunt gebruiken. Hier zijn een aantal dingen die je zult leren:

  • Je gebruikt computers en technologie op een handige manier.
    -> Bijvoorbeeld: je leert hoe je een presentatie maakt op de computer.
  • Je leert welke weg producten afleggen voordat ze bij jou thuis zijn.
    -> Bijvoorbeeld: hoe een chocoladereep van de fabriek naar de winkel komt.
  • Je ontdekt in welke sector (soort bedrijf) een onderneming past.
    -> Bijvoorbeeld: is een bakkerij een dienst of een product?
  • Je leert wat logistiek betekent en hoe goederen worden vervoerd.
    -> Bijvoorbeeld: hoe postpakketten van het magazijn naar jouw huis komen.
  • Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden.
    -> Bijvoorbeeld: hoe je goed samenwerkt met je klasgenoten aan een project.
  • Je vergelijkt de taken van een winkelverkoper met je eigen interesses.
    -> Bijvoorbeeld: zou je het leuk vinden om mensen te helpen in een winkel?
  • Je vergelijkt de taken van een magazijnier met je eigen interesses.
    -> Bijvoorbeeld: zou je het leuk vinden om te werken in een groot magazijn vol spullen?
  • Je vergelijkt de taken van een onthaalmedewerker met je eigen interesses.
    -> Bijvoorbeeld: lijkt het je leuk om mensen te ontvangen en te helpen in een hotel?
  • Je voert een klein project uit alsof je een eigen bedrijfje hebt.
    -> Bijvoorbeeld: je maakt een plan om zelfgemaakte armbanden te verkopen.
  • Je stelt eenvoudige verkoopdocumenten op.
    -> Bijvoorbeeld: je leert hoe je een bonnetje of een factuur schrijft.

Met deze lessen krijg je een goede basis om te begrijpen hoe de wereld van economie en bedrijven werkt, en ontdek je wat je leuk vindt en waar je goed in bent.

De basisoptie Maatschappij en welzijn richt zich op het ontdekken van gezondheid en lifestyle op een leuke en praktische manier. Afhankelijk van de school kun je bijvoorbeeld les krijgen in haar- en schoonheidszorg, mode of verzorging. Naast het leren van technische vaardigheden, zal je ook sociale en communicatieve vaardigheden ontwikkelen.

  • Je leert over verschillende situaties waarin maatschappij en welzijn een rol spelen, zoals haar- en schoonheidszorg, mode en verzorging.
    -> Bijvoorbeeld: je leert hoe je iemand zijn haar kunt stylen of hoe je een leuke outfit kunt samenstellen.
  • Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden.
    -> Bijvoorbeeld: je leert hoe je vriendelijk met klanten praat in een kapsalon
    -> of hoe je samenwerkt met klasgenoten om een modeshow te organiseren.
  • Je leert nadenken over je eigen werk en hoe het beter kan.
    -> Bijvoorbeeld: je denkt na over hoe je een kapsel nog mooier kunt maken
    -> of hoe je een kledingstuk kunt verbeteren.
  • Je ontdekt hoe dingen die in de wereld gebeuren het samenleven beïnvloeden, zowel persoonlijk als maatschappelijk.
    -> Bijvoorbeeld: je leert over verschillende trends in mode en hoe deze veranderen door de jaren heen.
  • Je laat zien hoe je eigen levensstijl invloed heeft op gezondheid en lifestyle.
    -> Bijvoorbeeld: je maakt een poster over je dagelijkse verzorgingsroutine of over je favoriete sport en hoe dit je gezondheid beïnvloedt.
  • Je toont aan dat je dingen die je geleerd hebt over gezondheid en lifestyle toepast in je eigen leven en omgeving.
    - Bijvoorbeeld: je helpt mee met het plannen van een gezond weekmenu voor je familie.
  • Je leert mensen en hun gedrag te observeren door gebruik te maken van al je zintuigen.
    -> Bijvoorbeeld: je let goed op hoe een kapper werkt in een salon of hoe mensen op modeshows reageren op de kleding.
  • Je past basisvaardigheden en materialen toe in gezondheids- of lifestyleprojecten.
    -> Bijvoorbeeld: je maakt een eenvoudig kledingstuk zoals een t-shirt
    -> of je leert hoe je een gezonde maaltijd kunt bereiden.
  • Je werkt methodisch bij het uitvoeren van een opdracht.
    -> Bijvoorbeeld: je volgt stap voor stap instructies om een project succesvol af te ronden.
  • Je leert hygiënisch, veilig, ergonomisch, milieubewust en economisch te werken bij het uitvoeren van een opdracht.
    -> Bijvoorbeeld: je zorgt ervoor dat je werkplek schoon blijft en dat je materialen zoals scharen en kwasten veilig gebruikt.

Met deze lessen leer je niet alleen veel verschillende dingen , maar leer je ook hoe je je op een zorgzame manier kunt uitdrukken en samenwerken met anderen.

De basisoptie Sport wil je meer leren over sporten en een gezonde levensstijl. Dit doe je door leuke sportactiviteiten te doen en te leren wat goed voor je lichaam is.

  • Je leert nieuwe sportvaardigheden, zoals hoe je beter kunt voetballen of tennissen.
  • Je ontdekt of je beter wordt in verschillende sporten,
    -> bijvoorbeeld door te zien hoe snel je kunt rennen of hoe hoog je kunt springen.
  • Je leert waarom bewegen, rusten en goed eten belangrijk zijn voor je gezondheid.
    -> Bijvoorbeeld: je leert dat een appel eten beter is dan een snoepje.
  • Je vergelijkt je eigen actieve levensstijl met die van je vrienden en kijkt of je voldoende beweegt.
    -> Bijvoorbeeld: je houdt bij hoeveel je speelt buiten ten opzichte van hoeveel je op je telefoon zit.
  • Je leert hoe je veilig en gezond kunt sporten,
    -> zoals het dragen van een helm tijdens het fietsen.
  • Je neemt verantwoordelijkheid door je aan de regels te houden,
    -> zoals geen ruzie maken op het voetbalveld.
  • Je leert wat je moet doen als iemand gewond raakt,
    -> bijvoorbeeld een pleister plakken of een volwassene roepen.
  • Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden,
    -> bijvoorbeeld door samen te werken in teamspelletjes.
  • Je leert hoe sport en beweging in verschillende situaties belangrijk zijn,
    -> zoals meedoen aan een sportdag op school of een familiewandeling maken.

Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).

In 2B leer je vooral door dingen te doen. Je krijgt veel praktijk, mag creatief zijn en ontdekt wat je leuk vindt. Je krijgt nog steeds algemene vakken, maar je mag ook basisoptie(s) kiezenen die passen bij wat jij leuk vindt of goed kan.

> Vakken die iedereen krijgt (basisvorming - 20 uur per week)

Je krijgt deze vakken in elke school:

  • Nederlands: lezen, schrijven en spreken.
  • Frans: je leert eenvoudige woorden en oefent het spreken.
  • Wiskunde: rekenen en logisch nadenken.
  • Engels: kennismaken met een nieuwe taal
  • Maatschappelijke vorming: leren over jezelf, anderen en de wereld.
  • Natuurwetenschappen: leren over planten, dieren en het menselijk lichaam.
  • Techniek: dingen maken, bouwen en leren hoe iets werkt.
  • Lichamelijke opvoeding (LO): sporten en bewegen.
  • Beeld of muziek: creatief bezig zijn.
  • Godsdienst of zedenleer: nadenken over wat goed is en hoe je met anderen omgaat.
  • ICT: veilig en slim omgaan met computers.

> Basisoptie (10 uur per week)

Je kiest voor 10u basisoptie(s), maximum 3 die bij je passen. Bijvoorbeeld:

  • Economie en organisatie: leren over geld en bedrijven
  • Kunst en creatie: tekenen, muziek, toneel
  • Maatschappij en welzijn: mensen helpen, zorgen voor anderen
  • Sport: extra bewegen en sport
  • Opstroomoptie
  • STEM-technieken: proefjes, techniek, dingen maken
  • Voeding en horeca: koken en leren over eten

> Extra uren - differentiatie (2 uur per week)

Je krijgt ook een paar uren waarin je mag kiezen of waarin je extra hulp krijgt:

  • Heb je moeite met iets? Dan krijg je extra uitleg.
  • Gaat het goed? Dan mag je verdiepen
  • Of je kiest om nieuwe dingen te ontdekken, zoals Latijn, STEM, kunst of zorg.

> Hoe leer je dit?

Elke school mag zelf bepalen hoe ze deze lessen organiseert. Er zijn scholen die:

  • Projectweken organiseren naast lesweken
  • Vakken samenvoegen
  • Met thema’s werken over de verschillende vakken

Vergelijk de scholen, je vindt deze informatie op de websites van de scholen of tijdens bv. een opendeurdag.

Waar kan ik "Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Sport" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Welke keuze je kan maken na het tweede leerjaar B hangt af van het attest dat je behaalt.

Vanaf de tweede graad kies je voor een studierichting. Die zijn ingedeeld in finaliteiten en domeinen, we noemen dat de matrix.