Freinetpedagogie      


Freinetpedagogie

De basisoptie Freinetpedagogie helpt je om sociale en communicatieve vaardigheden te ontwikkelen. Dit gebeurt tijdens klas- en leerlingenraden, waar je leert om duidelijk te praten en goed te luisteren naar anderen. Je krijgt de kans om als voorzitter of verslaggever een probleem op te lossen. Burgerschapscompetenties, zoals kennis over de samenleving, worden hier in echte projecten toegepast. Bijvoorbeeld door samen te werken met lokale organisaties aan een buurttuin.

Andere vaardigheden, zoals gezondheid, mediawijsheid, wiskunde, exacte wetenschappen en technologie en culturele expressie, worden tijdens de atelierwerkingen verder uitgediept. Je kunt kiezen uit verschillende ateliers waarin je zeven verschillende kennis- en vaardigheidsdomeinen ontdekt.

Hier zijn enkele voorbeelden:

  • Natuurexploratie, -zorg en -beheer: Je kunt helpen bij een project om een moestuin aan te leggen op school. Je leert over planten en hoe je ze verzorgt.
  • Handvaardigheid, bouw en techniek: Je kunt in dit atelier werken aan een vogelhuisje bouwen. Je leert hoe je hout moet zagen en spijkers moet gebruiken.
  • Kennisverwerving en verdieping:
    Talen: Leer extra woordjes en spreekvaardigheid in Nederlands, Frans of Engels. Of maak kennis met een nieuwe taal zoals Latijn of Japans.
    Wiskunde: Je lost uitdagende wiskundeproblemen op en leert hoe je deze kunt toepassen in het dagelijks leven.
    Historisch bewustzijn: Ontdek hoe mensen vroeger leefden door bijvoorbeeld een bezoek te brengen aan een historisch museum.
  • Experimenteren, wetenschappelijk onderzoek: In dit atelier kun je experimenten doen, zoals het maken van een eenvoudige robot of het onderzoeken van chemische reacties.
  • Digitale competentie, mediawijsheid, moderne technologieën: Leer hoe je een eigen website maakt of een eenvoudig computerspel programmeert.
  • Expressie, artistieke vormgeving, creatie en ontwerp: Hier kun je bijvoorbeeld leren schilderen, foto’s maken of kleding ontwerpen.
  • Andere domeinen zoals welzijn, zorg, sport en beweging: Denk aan sporten zoals voetbal of dansen, of leer hoe je eerste hulp verleent bij een ongeluk.

Freinetpedagogie is een manier van lesgeven waarbij je het beste leert door zelf dingen te ontdekken en te doen. Het maakt leren leuk en interessant, net zoals in het echte leven!

Welke lessen krijg je?

Basisvorming

Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.
Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …

 

Keuzegedeelte

In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:

  • 1 basisoptie (5 u) of een pakket (= een onderdeel van een basisoptie)
  • de differentiatie.

Basisoptie:

Een leerling in 2A kan 1 basisoptie of een pakket kiezen uit het aanbod van de school.

Differentiatie:

Differentiëren kan op verschillende manieren:

  • Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
  • Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)
  • Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)

Opgelet:

Een lessenrooster verschilt van school tot school:

  • Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
  • Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
  • Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.

Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Freinetpedagogie" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Attest

Wat na deze opleiding?

Na het 2e leerjaar A kan je kiezen voor elke studierichting.
Studierichtingen behoren tot finaliteiten, onderwijsvormen en domeinen.

  • Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
  • Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
  • Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs (uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
  • Domeinen zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.

Je kan overschakelen naar duaal leren als je:

  • 16 jaar bent
  • Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
  • Of als je geslaagd bent in 2A of 2B