Educatieve opleiding: Lager onderwijs - Professionele bachelor
De opleiding biedt je de kennis, vaardigheden en attitudes om een onderwijsprofessional te worden die kan lesgeven in het lager onderwijs.
Een educatieve bachelor leidt je op tot een onderwijsprofessional met een brede theoretische kennis en de vaardigheden en attitudes die nodig zijn om voor een klas te staan. Daarbij ligt extra focus op de uitdagingen waarmee het lerarenberoep geconfronteerd wordt: zorg, grootstedelijke context, Nederlandse taalvaardigheid, meertaligheid en de diversificatie van het onderwijs. Op je rooster staan vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psycho-pedagogische vaardigheden, levensbeschouwing en ICT.
Kies je voor een educatieve bachelor Lager onderwijs, dan word je opgeleid om les te geven aan kinderen tussen zes en twaalf jaar. Tijdens de pedagogische en didactische lessen leer je hoe je op een boeiende en effectieve manier lesgeeft en een krachtige leeromgeving creëert. In je lessenpakket zitten vakken als Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding, wiskunde en levensbeschouwing.
Je krijgt dus een brede theoretische basis, die wordt aangevuld met praktijkoefeningen, projecten en stages. Onder begeleiding van een stagebegeleider vanuit de hogeschool en een leerkracht van je stageschool zet je al snel de eerste stappen naar lesgeven. Zo start je met een observatiestage, maar ga je al snel over naar participerend lesgeven om uiteindelijk bijna helemaal zelfstandig voor de klas te staan. Dat gaat stap voor stap, en je doet altijd een eerste lesgeefervaring op in de veilige omgeving van de hogeschool en bij je klasgenoten.
Wil je ook in het buitenland ervaring opdoen? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Doorheen de opleiding staat je totale ontwikkeling als onderwijzer centraal, met een sterke focus op de maatschappelijke betrokkenheid, een zorgverbredende instelling, communicatieve vaardigheden, werken in teamverband en zelfreflectie. Je leert omgaan met meertaligheid, de grootstedelijke context en diversiteit in de klas.
Als leraar breng je niet alleen kennis of vaardigheden over, je bent ook leerlingbegeleider. Daarom is een alerte houding nodig, zodat je kan bijsturen of ingrijpen als het nodig is. Je zal je daarom dus moeten kunnen inleven in de leefwereld van een kind.
Is deze opleiding iets voor jou?
Een specifieke vooropleiding is niet nodig. Je staat natuurlijk wel te springen om vol enthousiasme les te geven aan zes- tot twaalfjarigen en ze te begeleiden. Je hebt een groot inlevingsvermogen, en je bent communicatief, creatief en alert.
Aanvullende info:
Studiepunten
180
Educatieve opleiding: Lager onderwijs - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Links
- Studie-
rendement
Algemene info
De opleiding biedt je de kennis, vaardigheden en attitudes om een onderwijsprofessional te worden die kan lesgeven in het lager onderwijs.
Een educatieve bachelor leidt je op tot een onderwijsprofessional met een brede theoretische kennis en de vaardigheden en attitudes die nodig zijn om voor een klas te staan. Daarbij ligt extra focus op de uitdagingen waarmee het lerarenberoep geconfronteerd wordt: zorg, grootstedelijke context, Nederlandse taalvaardigheid, meertaligheid en de diversificatie van het onderwijs. Op je rooster staan vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psycho-pedagogische vaardigheden, levensbeschouwing en ICT.
Kies je voor een educatieve bachelor Lager onderwijs, dan word je opgeleid om les te geven aan kinderen tussen zes en twaalf jaar. Tijdens de pedagogische en didactische lessen leer je hoe je op een boeiende en effectieve manier lesgeeft en een krachtige leeromgeving creëert. In je lessenpakket zitten vakken als Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding, wiskunde en levensbeschouwing.
Je krijgt dus een brede theoretische basis, die wordt aangevuld met praktijkoefeningen, projecten en stages. Onder begeleiding van een stagebegeleider vanuit de hogeschool en een leerkracht van je stageschool zet je al snel de eerste stappen naar lesgeven. Zo start je met een observatiestage, maar ga je al snel over naar participerend lesgeven om uiteindelijk bijna helemaal zelfstandig voor de klas te staan. Dat gaat stap voor stap, en je doet altijd een eerste lesgeefervaring op in de veilige omgeving van de hogeschool en bij je klasgenoten.
Wil je ook in het buitenland ervaring opdoen? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Doorheen de opleiding staat je totale ontwikkeling als onderwijzer centraal, met een sterke focus op de maatschappelijke betrokkenheid, een zorgverbredende instelling, communicatieve vaardigheden, werken in teamverband en zelfreflectie. Je leert omgaan met meertaligheid, de grootstedelijke context en diversiteit in de klas.
Als leraar breng je niet alleen kennis of vaardigheden over, je bent ook leerlingbegeleider. Daarom is een alerte houding nodig, zodat je kan bijsturen of ingrijpen als het nodig is. Je zal je daarom dus moeten kunnen inleven in de leefwereld van een kind.
Is deze opleiding iets voor jou?
Een specifieke vooropleiding is niet nodig. Je staat natuurlijk wel te springen om vol enthousiasme les te geven aan zes- tot twaalfjarigen en ze te begeleiden. Je hebt een groot inlevingsvermogen, en je bent communicatief, creatief en alert.
Studiepunten
180
Instellingen:
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen. Deze toets wil je een idee geven over je vaardigheden Nederlands, Frans en wiskunde. Als je niet slaagt in de toets, dan moet je verplicht een remediëringstraject volgen. Dit kan zowel vóór de start van je opleiding als na de start tijdens het academiejaar.
Meer info over de inschrijving en de locatie vind je hier.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Educatieve opleiding: Lager onderwijs
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Onderwijs
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon,
Schoolvakken SO: Psychologie,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Kanal
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Erasmushogeschool Brussel, Campus Bloemenhof
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Noorderplaats)
VDAB-traject
Werkplekleren
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Vorselaar
VDAB-traject
Thomas More, Campus Turnhout
VDAB-traject
Thomas More, Campus Kruidtuin
Starten in februari
VDAB-traject
Hogeschool UCLL, Campus Hertogstraat
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Diest
Starten in februari
VDAB-traject
Hogeschool PXL, Campus Vildersstraat
Avondonderwijs
VDAB-traject
Werkplekleren
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Diepenbeek
Avondonderwijs
VDAB-traject
Werkstudententraject
Howest, Campus Brugge Centrum
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Brugge Xaverianenstraat
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Werkplekleren
Hogeschool VIVES, Campus Torhout
Avondonderwijs
HOGENT, Campus Ledeganck
Starten in februari
Werkplekleren
Arteveldehogeschool, Campus Brusselsepoortstraat
Afstandsonderwijs
Avondonderwijs
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Odisee, Campus Aalst
Afstandsonderwijs
Instellingen
Warmoesberg 26 1000 Brussel
Slotstraat 28 1000 Brussel
Zespenningenstraat 70 1000 Brussel
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
Lepelstraat 2 2290 Vorselaar
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
Lange Ridderstraat 44 2800 Mechelen
Hertogstraat 178 3001 Heverlee
Weerstandsplein 2 3290 Diest
Vildersstraat 5 3500 Hasselt
Agoralaan Gebouw B bus 1 3590 Diepenbeek
Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
Sint-Jozefstraat 1 8820 Torhout
K.L. Ledeganckstraat 8 9000 Gent
Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
Kwalestraat 154 9320 Nieuwerkerken
Beroepsuitwegen
De onderwijzer begeleidt het leerproces bij kinderen van 6 tot 12 jaar, maar is ook een opvoeder die zorgverbredend werkt met alle kinderen.
Dit aspect is zeer belangrijk gezien de onderwijskundige en maatschappelijke trends naar inclusief onderwijs en kansenbevordering.
Afgestudeerden komen als leerkracht vooral terecht in het lager onderwijs, zowel gewoon als buitengewoon. Men kan zijn onderwijsbevoegdheden uitbreiden (bijvoorbeeld naar het kleuter- of secundair onderwijs) door het volgen van een vervolgopleiding.
Sommige afgestudeerden gaan werken als opvoeder in een MPI of als studiemeester-opvoeder in het secundair onderwijs.
De onderwijzer moet in principe alle vakken kunnen onderwijzen waardoor hij moet beschikken over een brede algemene belangstelling en bedreven moet zijn in specifieke didactische werkmethodes.
Het beroep van onderwijzer en de inhoud van de taken evolueert sterk.
Zo is er naast een trend tot specialisatie (bv. leerkracht lichamelijke opvoeding, godsdienstleerkracht, taakleerkracht) ook een aanbod van nieuwe functies (bv. zorgcoördinator, beleidsondersteuner).
Naast de gewone lestaken wordt de onderwijzer ook vaak ingeschakeld voor allerlei nevenactiviteiten: socio-culturele activiteiten, bewaking, sneeuw- of bosklassen.
De onderwijzer is naast leerkracht ook de manager van al wat gebeurt in de klas en moet over organisatorische vaardigheden beschikken om met verschillende niveaugroepen van kinderen te kunnen werken.
Vlotte communicatieve vaardigheden om te overleggen en samen te werken met collega's, ouders en begeleidende diensten zijn vanzelfsprekend.
Bij de start van de loopbaan kunnen door de schoolgemeenschappen mentoren worden aangesteld om de beginnende leerkrachten bij te staan.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Directeur-Directrice kleuterschool en lagere school
Leerkracht buitengewoon secundair onderwijs
( knelpuntberoep)
Leerkracht kleuter- of lager onderwijs
( knelpuntberoep)
Zorgleerkracht- Zorgcoördinator
Vlaamse Kwalificatiestructuur
-
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
7e leerjaar gericht op het hoger onderwijs (BSO) | 37 | 4,54 | 42,7 | 10 | 6 | 8 | 5 | 7 | 1 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 128 | 1,59 | 25,4 | 38 | 36 | 16 | 14 | 6 | 18 |
Kinderzorg (BSO) | 107 | 2,14 | 36,3 | 26 | 19 | 17 | 19 | 12 | 14 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 41 | 0,47 | 35,7 | 10 | 10 | 4 | 7 | 3 | 7 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 15-09-2023 |
Educatieve opleiding: Lager onderwijs - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VKS
- VDAB
- Links
- Studie-
rendement
Algemene info
De opleiding biedt je de kennis, vaardigheden en attitudes om een onderwijsprofessional te worden die kan lesgeven in het lager onderwijs.
Een educatieve bachelor leidt je op tot een onderwijsprofessional met een brede theoretische kennis en de vaardigheden en attitudes die nodig zijn om voor een klas te staan. Daarbij ligt extra focus op de uitdagingen waarmee het lerarenberoep geconfronteerd wordt: zorg, grootstedelijke context, Nederlandse taalvaardigheid, meertaligheid en de diversificatie van het onderwijs. Op je rooster staan vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psycho-pedagogische vaardigheden, levensbeschouwing en ICT.
Kies je voor een educatieve bachelor Lager onderwijs, dan word je opgeleid om les te geven aan kinderen tussen zes en twaalf jaar. Tijdens de pedagogische en didactische lessen leer je hoe je op een boeiende en effectieve manier lesgeeft en een krachtige leeromgeving creëert. In je lessenpakket zitten vakken als Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding, wiskunde en levensbeschouwing.
Je krijgt dus een brede theoretische basis, die wordt aangevuld met praktijkoefeningen, projecten en stages. Onder begeleiding van een stagebegeleider vanuit de hogeschool en een leerkracht van je stageschool zet je al snel de eerste stappen naar lesgeven. Zo start je met een observatiestage, maar ga je al snel over naar participerend lesgeven om uiteindelijk bijna helemaal zelfstandig voor de klas te staan. Dat gaat stap voor stap, en je doet altijd een eerste lesgeefervaring op in de veilige omgeving van de hogeschool en bij je klasgenoten.
Wil je ook in het buitenland ervaring opdoen? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Doorheen de opleiding staat je totale ontwikkeling als onderwijzer centraal, met een sterke focus op de maatschappelijke betrokkenheid, een zorgverbredende instelling, communicatieve vaardigheden, werken in teamverband en zelfreflectie. Je leert omgaan met meertaligheid, de grootstedelijke context en diversiteit in de klas.
Als leraar breng je niet alleen kennis of vaardigheden over, je bent ook leerlingbegeleider. Daarom is een alerte houding nodig, zodat je kan bijsturen of ingrijpen als het nodig is. Je zal je daarom dus moeten kunnen inleven in de leefwereld van een kind.
Is deze opleiding iets voor jou?
Een specifieke vooropleiding is niet nodig. Je staat natuurlijk wel te springen om vol enthousiasme les te geven aan zes- tot twaalfjarigen en ze te begeleiden. Je hebt een groot inlevingsvermogen, en je bent communicatief, creatief en alert.
Studiepunten
180
Instellingen:
Bijzondere toelatingsvoorwaarden
Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen. Deze toets wil je een idee geven over je vaardigheden Nederlands, Frans en wiskunde. Als je niet slaagt in de toets, dan moet je verplicht een remediëringstraject volgen. Dit kan zowel vóór de start van je opleiding als na de start tijdens het academiejaar.
Meer info over de inschrijving en de locatie vind je hier.
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Educatieve opleiding: Lager onderwijs
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Onderwijs
Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon,
Schoolvakken SO: Psychologie,
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Erasmushogeschool Brussel, Campus Kanal
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Erasmushogeschool Brussel, Campus Bloemenhof
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
AP Hogeschool Antwerpen, Campus Spoor Noord (Noorderplaats)
VDAB-traject
Werkplekleren
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Thomas More, Campus Vorselaar
VDAB-traject
Thomas More, Campus Turnhout
VDAB-traject
Thomas More, Campus Kruidtuin
Starten in februari
VDAB-traject
Hogeschool UCLL, Campus Hertogstraat
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Diest
Starten in februari
VDAB-traject
Hogeschool PXL, Campus Vildersstraat
Avondonderwijs
VDAB-traject
Werkplekleren
Werkstudententraject
Hogeschool UCLL, Campus Diepenbeek
Avondonderwijs
VDAB-traject
Werkstudententraject
Howest, Campus Brugge Centrum
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Brugge Xaverianenstraat
Starten in februari
Hogeschool VIVES, Campus Kortrijk
Afstandsonderwijs
Werkplekleren
Hogeschool VIVES, Campus Torhout
Avondonderwijs
HOGENT, Campus Ledeganck
Starten in februari
Werkplekleren
Arteveldehogeschool, Campus Brusselsepoortstraat
Afstandsonderwijs
Avondonderwijs
Starten in februari
VDAB-traject
Werkstudententraject
Odisee, Campus Sint-Niklaas
Afstandsonderwijs
Starten in februari
Odisee, Campus Aalst
Afstandsonderwijs
Instellingen
Warmoesberg 26 1000 Brussel
Slotstraat 28 1000 Brussel
Zespenningenstraat 70 1000 Brussel
Noorderplaats 2 2000 Antwerpen
Brusselstraat 45 2018 Antwerpen
Lepelstraat 2 2290 Vorselaar
Campus Blairon 800 2300 Turnhout
Lange Ridderstraat 44 2800 Mechelen
Hertogstraat 178 3001 Heverlee
Weerstandsplein 2 3290 Diest
Vildersstraat 5 3500 Hasselt
Agoralaan Gebouw B bus 1 3590 Diepenbeek
Sint-Jorisstraat 71 8000 Brugge
Xaverianenstraat 10 8200 Sint-Michiels
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
Sint-Jozefstraat 1 8820 Torhout
K.L. Ledeganckstraat 8 9000 Gent
Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent
Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas
Kwalestraat 154 9320 Nieuwerkerken
Beroepsuitwegen
De onderwijzer begeleidt het leerproces bij kinderen van 6 tot 12 jaar, maar is ook een opvoeder die zorgverbredend werkt met alle kinderen.
Dit aspect is zeer belangrijk gezien de onderwijskundige en maatschappelijke trends naar inclusief onderwijs en kansenbevordering.
Afgestudeerden komen als leerkracht vooral terecht in het lager onderwijs, zowel gewoon als buitengewoon. Men kan zijn onderwijsbevoegdheden uitbreiden (bijvoorbeeld naar het kleuter- of secundair onderwijs) door het volgen van een vervolgopleiding.
Sommige afgestudeerden gaan werken als opvoeder in een MPI of als studiemeester-opvoeder in het secundair onderwijs.
De onderwijzer moet in principe alle vakken kunnen onderwijzen waardoor hij moet beschikken over een brede algemene belangstelling en bedreven moet zijn in specifieke didactische werkmethodes.
Het beroep van onderwijzer en de inhoud van de taken evolueert sterk.
Zo is er naast een trend tot specialisatie (bv. leerkracht lichamelijke opvoeding, godsdienstleerkracht, taakleerkracht) ook een aanbod van nieuwe functies (bv. zorgcoördinator, beleidsondersteuner).
Naast de gewone lestaken wordt de onderwijzer ook vaak ingeschakeld voor allerlei nevenactiviteiten: socio-culturele activiteiten, bewaking, sneeuw- of bosklassen.
De onderwijzer is naast leerkracht ook de manager van al wat gebeurt in de klas en moet over organisatorische vaardigheden beschikken om met verschillende niveaugroepen van kinderen te kunnen werken.
Vlotte communicatieve vaardigheden om te overleggen en samen te werken met collega's, ouders en begeleidende diensten zijn vanzelfsprekend.
Bij de start van de loopbaan kunnen door de schoolgemeenschappen mentoren worden aangesteld om de beginnende leerkrachten bij te staan.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Directeur-Directrice kleuterschool en lagere school
Leerkracht buitengewoon secundair onderwijs
( knelpuntberoep)
Leerkracht kleuter- of lager onderwijs
( knelpuntberoep)
Zorgleerkracht- Zorgcoördinator
Vlaamse Kwalificatiestructuur
-
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
7e leerjaar gericht op het hoger onderwijs (BSO) | 37 | 4,54 | 42,7 | 10 | 6 | 8 | 5 | 7 | 1 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 128 | 1,59 | 25,4 | 38 | 36 | 16 | 14 | 6 | 18 |
Kinderzorg (BSO) | 107 | 2,14 | 36,3 | 26 | 19 | 17 | 19 | 12 | 14 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 41 | 0,47 | 35,7 | 10 | 10 | 4 | 7 | 3 | 7 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 15-09-2023 |