Economie en organisatie - Eerste graad
De lessentabel omvat minstens 25u basisvorming + 5u basisoptie (eigen voor deze basisoptie) + ten minste 2u differentiatie. In totaal dus 32 lestijden.
Wat je krijgt, verschilt van school tot school.
- Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
- Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld techniek en wiskunde. Dat noemen we vakkenclusters.
- Scholen mogen ook lessen aanbieden in de vorm van projecten.
Daarom staan vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.
Er ligt enkel vast dat:
Je in elke school in 2A (min.) 27 u basisvorming krijgt + 2 u Differentiatie + 5 u Basisopties.
De meeste tijd gaat naar de Basisvorming. Deze kan in de ene school op een andere manier gegeven worden dan in de andere school. Scholen beslissen zelf aan welke vakken ze meer of minder lesuren willen besteden. Dat kan te maken hebben met de leerlingenpopulatie, de visie van de school op onderwijs, de regio waarin men zich bevindt, de basisopties en studierichtingen in de hogere jaren, ...
Daarbij komt 2 u voor Differentiatie. Dit dient om je kennis te verdiepen in bepaalde domeinen en kan gedeeltelijk gebruikt worden om tekorten weg te werken of om te werken aan je keuzevaardigheden.
Typisch voor 2A zijn de 5 u Basisopties. Je kiest je basisoptie in functie van je belangstelling. Let wel: Niet alle scholen bieden dezelfde basisopties aan.
Een basisoptie is bedoeld als kennismaking zodat je kan ontdekken waarvoor je talent en belangstelling hebt.
Het GO! adviseert de scholen om brede basisopties in te richten eerder dan de kleinere pakketten (die onderdeel van een basisoptie zijn).
Basisoptie 'Economie en Organisatie':
De ll leert over de wereld van de handel: banken, winkels, de toeristische sector, bedrijven… en probeert dit op een kritische manier te doen.
Je leert over betalen, kopen & verkopen en over de ICT- vaardigheden die hiervoor nodig zijn. Ook over het gedrag van de consumenten wordt geleerd.
Op het einde van de 1e graad moeten alle leerlingen dezelfde doelen van de basisvorming behalen.
Er ligt nergens hoe de school deze doelen moet realiseren. Dat kan via bepaalde vakken, via het groeperen van vakken, via projectwerk, aan de hand van een thema.
Lessenroosters kunnen zelfs wekelijks of maandelijks verschillen.
Vandaar dat het Go! niet werkt met model- lessenroosters.
Elke school is vrij om te bepalen op welke manier ze de vorming organiseert, hoe de weekplanning er uit ziet, hoe en wanneer de evaluaties gebeuren...
Geen lessentabel beschikbaar voor GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.
De lessenroosters zijn richtinggevend. Scholen zijn niet verplicht deze lessentabel te volgen en zijn vrij in de organisatie van het aantal lesuren, waardoor ze eigen accenten kunnen leggen. Zij beslissen zelf aan welke vakken ze meer of minder lesuren willen besteden. Dat kan te maken hebben met de leerlingenpopulatie, de visie van de school op onderwijs, de regio waarin men zich bevindt, de basisiopties en studierichtingen in de hogere jaren, ...
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans en Engels vormen samen 'Moderne vreemde talen'.
Muziek en Beeld kunnen samengevoegd worden tot 'Artistieke vorming'.
Techniek, Natuurwetenschappen en Aardrijkskunde kunnen samengevoegd worden tot 'Wetenschappen & Techniek'
Geen lessentabel beschikbaar voor Gesubsidieerd Officieel Provinciaal Onderwijs.
Geen lessentabel beschikbaar voor Gesubsidieerd Officieel Onderwijs van de Steden en Gemeenten.
|