HO
- Startpagina HO
- Algemene info HO
- Graduaatsopleidingen
- HBO5 Verpleegkunde
- Professionele bachelor
- Academische bachelor
- Ba-na-Ba
- Master
- Ma-na-Ma
- Postgraduaat
- Schakelprogramma's
- Studierendement
- Zoeken via alfabet
- Zoeken via belangstelling
- Zoeken via studiegebied
- Zoeken via schoolvakken
- Zoeken via instelling
- Zoeken via campussen
- Zoeken via provincie
- Zoeken via trefwoorden
- Zoeken via onderwijstaal
- Keuzetrajecten HO
- Flexibel studeren
- Functiebeperking en HO
- Recht op vrijstellingen?
- Zelftests
- Keuzerooster
- Buiten Vlaanderen
- International students
- Bacheloropleidingen
- Leerkrediet
- Studentenhuizen
- SID-in's
- Studievoortgang
- Stoppen in HO
- Veranderen in HO
- Rapport schoolverlaters VDAB
- Deeltijds Kunstonderwijs
- Linken
- Moeilijke woorden

Milieu- en preventiemanagement - Academische bachelor
Milieu, veiligheid, gezondheid, welzijn en duurzaamheid staan hoog op de agenda van bedrijven en organisaties. Als milieu- en preventiemanager heb je een profiel dat hier op inspeelt: een duidelijk zicht op de samenhang tussen mens, milieu en maatschappij. De drie dimensies van duurzaamheid staan centraal: people, planet en prosperity.
Naast een stevige wetenschappelijke basis, word je ook ondergedompeld in de praktijk. Je werkt concrete bedrijfsprojecten uit over milieuproblemen (afval, luchtverontreiniging ...) en welzijn op het werk (stress, brandveiligheid, overbelasting ...).
Als milieu- en preventiemanager beheer je de impact van het bedrijfsleven op het leefmilieu en het welzijn van mensen. Je hebt oog voor de wisselwerking tussen mens, milieu en organisatie. De wetenschappelijke basisopleidingsonderdelen in het begin van je opleiding bieden je houvast om die taak uit te oefenen. In de tweede fase bestudeer je de verschillende domeinen van je job in detail. Vanaf de derde fase bekijk je de zaken globaler en komen systemen en managementtechnieken aan bod.
Tijdens je opleiding haal je, mits het behalen van credits voor een aantal specifieke opleidingsonderdelen en het diploma, twee officieel erkende attesten: preventieadviseur niveau I of preventieadviseur ergonomie en milieucoördinator B. Mits het volgen van enkele extra colleges en het uitwerken van een projectwerk na de master bekom je ook het attest milieucoördinator A.
Het programma is opgebouwd rond 4 leerlijnen.
Milieu
Je bestudeert de aard en mogelijke bronnen van milieuverstoring, de chemische achtergrond van milieueffecten en de potentiële gevolgen. Je leert ook de juridische milieuvoorwaarden die op een bedrijf van toepassing zijn, selecteren, analyseren, interpreteren en erover rapporteren. Je ontwikkelt meetstrategieën en zet een milieuzorgsysteem op.
Naast preventietechnieken leer je ook verschillende beheersingstechnieken voor afvalwaterbehandeling, afvalgaszuivering, reductie van geur- en geluidshinder en bodemen grondwatersanering. Voor een goed wetenschappelijk inzicht krijg je in de eerste fase een flinke portie basiswetenschappen voorgeschoteld, zoals scheikunde en biologie. Wetenschappelijke interesse is dus een must.
Preventie
Een preventieadviseur is actief in veel domeinen: veiligheid, gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, arbeidshygiëne en de creatie van een aangename werkplek.
In de eerste en tweede bachelorfase bestudeer je daarom niet alleen wetenschappen en technologie, maar krijg je ook medische opleidingsonderdelen en menswetenschappen. Die helpen je om in de latere fases de hierboven genoemde preventiedomeinen te bestuderen.
Duurzaam management
De bril die je opzet als milieu- en preventiemanager is 3D (people, planet, prosperity). Je hebt niet alleen oog voor het economische aspect, maar ook voor het milieu en de mensen waarmee je in contact komt. Hier integer mee omgaan, vraagt zowel inzicht, persoonlijkheid als kennis over de diverse aspecten die eigen zijn aan een organisatie. Daarnaast krijg je ook bedrijfskundige bagage mee die je toelaten om beslissingen degelijk te onderbouwen.
Onderzoek
Je maakt kennis met verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek en leert kritisch denken. Informatie opzoeken en weergeven, onderzoeksvragen formuleren, een enquête opstellen, statistieken interpreteren, resultaten evalueren ... het hoort er allemaal bij.
Voor wie?
- Als milieu- en preventiemanager bouw je aan een gezonde werkomgeving. Daarbij heb je aandacht voor het lichamelijke en psychosociale welzijn van mensen in hun werksituatie.
- Je hebt een sociale functie. Het is dan ook belangrijk dat je graag met mensen werkt.
- Een vooropleiding met vier uur wiskunde per week in het secundair onderwijs is aangeraden. Een actieve kennis van wetenschappen en/of economie is een voordeel.
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master).

Milieu- en preventiemanagement - Academische bachelor |
Algemene info
Milieu, veiligheid, gezondheid, welzijn en duurzaamheid staan hoog op de agenda van bedrijven en organisaties. Als milieu- en preventiemanager heb je een profiel dat hier op inspeelt: een duidelijk zicht op de samenhang tussen mens, milieu en maatschappij. De drie dimensies van duurzaamheid staan centraal: people, planet en prosperity.
Naast een stevige wetenschappelijke basis, word je ook ondergedompeld in de praktijk. Je werkt concrete bedrijfsprojecten uit over milieuproblemen (afval, luchtverontreiniging ...) en welzijn op het werk (stress, brandveiligheid, overbelasting ...).
Als milieu- en preventiemanager beheer je de impact van het bedrijfsleven op het leefmilieu en het welzijn van mensen. Je hebt oog voor de wisselwerking tussen mens, milieu en organisatie. De wetenschappelijke basisopleidingsonderdelen in het begin van je opleiding bieden je houvast om die taak uit te oefenen. In de tweede fase bestudeer je de verschillende domeinen van je job in detail. Vanaf de derde fase bekijk je de zaken globaler en komen systemen en managementtechnieken aan bod.
Tijdens je opleiding haal je, mits het behalen van credits voor een aantal specifieke opleidingsonderdelen en het diploma, twee officieel erkende attesten: preventieadviseur niveau I of preventieadviseur ergonomie en milieucoördinator B. Mits het volgen van enkele extra colleges en het uitwerken van een projectwerk na de master bekom je ook het attest milieucoördinator A.
Het programma is opgebouwd rond 4 leerlijnen.
Milieu
Je bestudeert de aard en mogelijke bronnen van milieuverstoring, de chemische achtergrond van milieueffecten en de potentiële gevolgen. Je leert ook de juridische milieuvoorwaarden die op een bedrijf van toepassing zijn, selecteren, analyseren, interpreteren en erover rapporteren. Je ontwikkelt meetstrategieën en zet een milieuzorgsysteem op.
Naast preventietechnieken leer je ook verschillende beheersingstechnieken voor afvalwaterbehandeling, afvalgaszuivering, reductie van geur- en geluidshinder en bodemen grondwatersanering. Voor een goed wetenschappelijk inzicht krijg je in de eerste fase een flinke portie basiswetenschappen voorgeschoteld, zoals scheikunde en biologie. Wetenschappelijke interesse is dus een must.
Preventie
Een preventieadviseur is actief in veel domeinen: veiligheid, gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, arbeidshygiëne en de creatie van een aangename werkplek.
In de eerste en tweede bachelorfase bestudeer je daarom niet alleen wetenschappen en technologie, maar krijg je ook medische opleidingsonderdelen en menswetenschappen. Die helpen je om in de latere fases de hierboven genoemde preventiedomeinen te bestuderen.
Duurzaam management
De bril die je opzet als milieu- en preventiemanager is 3D (people, planet, prosperity). Je hebt niet alleen oog voor het economische aspect, maar ook voor het milieu en de mensen waarmee je in contact komt. Hier integer mee omgaan, vraagt zowel inzicht, persoonlijkheid als kennis over de diverse aspecten die eigen zijn aan een organisatie. Daarnaast krijg je ook bedrijfskundige bagage mee die je toelaten om beslissingen degelijk te onderbouwen.
Onderzoek
Je maakt kennis met verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek en leert kritisch denken. Informatie opzoeken en weergeven, onderzoeksvragen formuleren, een enquête opstellen, statistieken interpreteren, resultaten evalueren ... het hoort er allemaal bij.
Voor wie?
- Als milieu- en preventiemanager bouw je aan een gezonde werkomgeving. Daarbij heb je aandacht voor het lichamelijke en psychosociale welzijn van mensen in hun werksituatie.
- Je hebt een sociale functie. Het is dan ook belangrijk dat je graag met mensen werkt.
- Een vooropleiding met vier uur wiskunde per week in het secundair onderwijs is aangeraden. Een actieve kennis van wetenschappen en/of economie is een voordeel.
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master).
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Ergonomie |
Preventie |
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)
Uitzonderingen : - Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!
Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland
Met een Nederlands VWO-diploma of met een HBO-propeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.
Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.
Situering
Opleiding: Milieu- en preventiemanagement
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Science
Studiegebied: Sociale gezondheidswetenschappen
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Sociale wetenschappen,
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig
bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
een lerarenopleiding
Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Beroepsuitwegen
Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.
In het bedrijfsleven wordt steeds meer aandacht besteed aan het welzijn en de gezondheid van de werknemers.
Als milieu- en preventiemanager ben je de schakel tussen de werknemers, de buitenwereld en de directie.
Een master in het Milieu- en preventiemanagement bezit managementvaardigheden om in een bedrijf of organisatie een duurzaam beleid uit te tekenen en daarbij de verschillende zorgsystemen (veiligheid, gezondheid, milieu, ergonomie) op elkaar af te stemmen.
Hij analyseert eventuele klachten van het personeel (bijvoorbeeld rugpijn) of de buurt (bijvoorbeeld lozingen van gevaarlijke producten).
Hij maakt risicoanalyses en formuleert aanbevelingen voor het management.
Het opleidingsprogramma biedt de mogelijkheid om een aantal extra erkende attesten te behalen:
- Milieucoördinator B
- Milieucoördinator A (via overgangsniveau na het behalen van het diplopa master in het milieu- en preventiemanagement)
- Preventieadviseur niveau I of preventieadviseur ergonomie.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Leidinggevende milieuzorg en sanering
Milieucoördinator
Preventieadviseur
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 37 | 0,1 | 88,3 | 0 | 1 | 2 | 5 | 28 | 1 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 13-07-2022 |

Milieu- en preventiemanagement - Academische bachelor |
Algemene info
Milieu, veiligheid, gezondheid, welzijn en duurzaamheid staan hoog op de agenda van bedrijven en organisaties. Als milieu- en preventiemanager heb je een profiel dat hier op inspeelt: een duidelijk zicht op de samenhang tussen mens, milieu en maatschappij. De drie dimensies van duurzaamheid staan centraal: people, planet en prosperity.
Naast een stevige wetenschappelijke basis, word je ook ondergedompeld in de praktijk. Je werkt concrete bedrijfsprojecten uit over milieuproblemen (afval, luchtverontreiniging ...) en welzijn op het werk (stress, brandveiligheid, overbelasting ...).
Als milieu- en preventiemanager beheer je de impact van het bedrijfsleven op het leefmilieu en het welzijn van mensen. Je hebt oog voor de wisselwerking tussen mens, milieu en organisatie. De wetenschappelijke basisopleidingsonderdelen in het begin van je opleiding bieden je houvast om die taak uit te oefenen. In de tweede fase bestudeer je de verschillende domeinen van je job in detail. Vanaf de derde fase bekijk je de zaken globaler en komen systemen en managementtechnieken aan bod.
Tijdens je opleiding haal je, mits het behalen van credits voor een aantal specifieke opleidingsonderdelen en het diploma, twee officieel erkende attesten: preventieadviseur niveau I of preventieadviseur ergonomie en milieucoördinator B. Mits het volgen van enkele extra colleges en het uitwerken van een projectwerk na de master bekom je ook het attest milieucoördinator A.
Het programma is opgebouwd rond 4 leerlijnen.
Milieu
Je bestudeert de aard en mogelijke bronnen van milieuverstoring, de chemische achtergrond van milieueffecten en de potentiële gevolgen. Je leert ook de juridische milieuvoorwaarden die op een bedrijf van toepassing zijn, selecteren, analyseren, interpreteren en erover rapporteren. Je ontwikkelt meetstrategieën en zet een milieuzorgsysteem op.
Naast preventietechnieken leer je ook verschillende beheersingstechnieken voor afvalwaterbehandeling, afvalgaszuivering, reductie van geur- en geluidshinder en bodemen grondwatersanering. Voor een goed wetenschappelijk inzicht krijg je in de eerste fase een flinke portie basiswetenschappen voorgeschoteld, zoals scheikunde en biologie. Wetenschappelijke interesse is dus een must.
Preventie
Een preventieadviseur is actief in veel domeinen: veiligheid, gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, arbeidshygiëne en de creatie van een aangename werkplek.
In de eerste en tweede bachelorfase bestudeer je daarom niet alleen wetenschappen en technologie, maar krijg je ook medische opleidingsonderdelen en menswetenschappen. Die helpen je om in de latere fases de hierboven genoemde preventiedomeinen te bestuderen.
Duurzaam management
De bril die je opzet als milieu- en preventiemanager is 3D (people, planet, prosperity). Je hebt niet alleen oog voor het economische aspect, maar ook voor het milieu en de mensen waarmee je in contact komt. Hier integer mee omgaan, vraagt zowel inzicht, persoonlijkheid als kennis over de diverse aspecten die eigen zijn aan een organisatie. Daarnaast krijg je ook bedrijfskundige bagage mee die je toelaten om beslissingen degelijk te onderbouwen.
Onderzoek
Je maakt kennis met verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek en leert kritisch denken. Informatie opzoeken en weergeven, onderzoeksvragen formuleren, een enquête opstellen, statistieken interpreteren, resultaten evalueren ... het hoort er allemaal bij.
Voor wie?
- Als milieu- en preventiemanager bouw je aan een gezonde werkomgeving. Daarbij heb je aandacht voor het lichamelijke en psychosociale welzijn van mensen in hun werksituatie.
- Je hebt een sociale functie. Het is dan ook belangrijk dat je graag met mensen werkt.
- Een vooropleiding met vier uur wiskunde per week in het secundair onderwijs is aangeraden. Een actieve kennis van wetenschappen en/of economie is een voordeel.
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master).
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Ergonomie |
Preventie |
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)
Uitzonderingen : - Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!
Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland
Met een Nederlands VWO-diploma of met een HBO-propeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.
Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.
Situering
Opleiding: Milieu- en preventiemanagement
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Science
Studiegebied: Sociale gezondheidswetenschappen
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Sociale wetenschappen,
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig
bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
een lerarenopleiding
Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Beroepsuitwegen
Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.
In het bedrijfsleven wordt steeds meer aandacht besteed aan het welzijn en de gezondheid van de werknemers.
Als milieu- en preventiemanager ben je de schakel tussen de werknemers, de buitenwereld en de directie.
Een master in het Milieu- en preventiemanagement bezit managementvaardigheden om in een bedrijf of organisatie een duurzaam beleid uit te tekenen en daarbij de verschillende zorgsystemen (veiligheid, gezondheid, milieu, ergonomie) op elkaar af te stemmen.
Hij analyseert eventuele klachten van het personeel (bijvoorbeeld rugpijn) of de buurt (bijvoorbeeld lozingen van gevaarlijke producten).
Hij maakt risicoanalyses en formuleert aanbevelingen voor het management.
Het opleidingsprogramma biedt de mogelijkheid om een aantal extra erkende attesten te behalen:
- Milieucoördinator B
- Milieucoördinator A (via overgangsniveau na het behalen van het diplopa master in het milieu- en preventiemanagement)
- Preventieadviseur niveau I of preventieadviseur ergonomie.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Leidinggevende milieuzorg en sanering
Milieucoördinator
Preventieadviseur
Studierendement
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
Wetenschappen-wiskunde (ASO) | 37 | 0,1 | 88,3 | 0 | 1 | 2 | 5 | 28 | 1 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 13-07-2022 |